van berijmde en onberijmde geestesproducten, van belangrijke en onbelangrijke schrifturen en mededeelingen van ervaren en onervaren, jeugdige en bejaarde, belangstellende en naijverige schrijfsters, schrijvers, van aspireerende, desespereerende en manifesteerende poëten en poëtasters.
Gij hebt recht, gelijk eene moeder haar zuigeling vol vertrouwen in de armen van een baker legt of dat gij kleederen zendt naar de chemische wasscherij (voor adres zie advertentiën) om vlekkeloos gereinigd te worden, zoo legt gij de vruchten uwer inspiraties en uwe jambische voeten zorgeloos in handen van den purist.
Hoe stelt gij u dien wel voor?
Als een lijvig woordenboek, als een wandelende dictionnaire, als een levend lexicon? alwijs, alwetend, alziend, de grammaticus par excellence? Gij denkt u hem in stille omgeving, ongestoord turende op letters, woorden, cijfers, teekens, handschriften ontraadselend, tot hij het imprimatur uitspreekt over de aan hem toevertrouwde panden?
Ach neen! Vol aandacht het thema behandelend, daagt op een zetter: een aantal regels moeten verloopen, daar is zijn taak te zorgen, dat alles weer aansluit; een ander komt raadpleegen uit een chaos van zeldzame, onleesbare woorden een zin te scheppen en o wee! wanneer zich 't smakelijk woord doet hooren: een stuk ligt in pastei, dan wordt herstel geeischt, opdat niets ga verloren.
Dan wacht een ander nog, bestuurder van de pers, hij wenkt, opdat uw werk het daglicht moge aanschouwen. Alsnu een laatste blik en dan... vooruit! De pers gaat dan zijn gang, draait rusteloos voort, drukt heden zwart en morgen rood, is onverschillig, koud voor 't aandoenlijke lied of ruwe spotternij.
Verscheen er ooit een werk, van alle smetten vrij? En toch, als men een fout ontdekt, vraagt menigeen zich af, hoe kon 't mogelijk zijn? Dat 't mogelijk is, daarvan spreekt de historie. Voyons!
Naauwkeurigheid vereischte het drukken van den bijbel. In 1631 werd in Engeland een bijbel gedrukt, waarin voorkomt: Gij zult echtbreken. Men noemt dezen de ‘Wicked Bible’. In een anderen, genaamd de ‘Viced Bible’, staat: Gij zult stelen. Niemand had opgemerkt, dat het woordje not was uitgevallen. Voor eenige jaren werd nog een exemplaar voor f 80. - verkocht. Verder bestaat er nog een uitgave van John Field van 1650, waarin ongeveer 3600 fouten voorkomen. De oudste drukfout dateert wel van 1457 in het psalmboek van Schöffer in het woord Spalmorum. In 1478 drukte Gabriel Peter zijn ‘Juvenal’; hij wist zich van alles gemakkelijk af te maken door de mededeeling:
‘Lezers, stoort u niet aan de drukfouten, die door onachtzaamheid der werklieden zijn ontstaan, wij kunnen niet op alles letten.’
Johann Knoblauch te Straatsburg drukte een werk af ‘Pic de la Mirandola’ in 1507, waarin zooveel fouten voorkwamen, dat er 15 folio's voor errata noodig waren.
Er was eens een zetter, die zeker niet van Jezus Christus had gehoord. In een engelsch godsdienstig tijdschrift komt een hymne voor, waarvan het slot luidde: Jesus Christ was a poor man’. Voor het woord Christus was de gebruikelijke abbreviatuur geschreven Xt, waarvan de zetter maakte: Jesus XI was a postman. (Jezus de elfde was een postbode).
Henri Etienne (1569) verhaalt van een werk waarin veel latijnsche en grieksche teksten stonden, dat een corrector, die nu juist geen taalgeleerde was, alleen de hem bekende woorden gebruikte, zoo veranderde hij eens procos (liefhebber) in porcos (zwijnen).
Crapelet, een bekend fransch boekdrukker in de 18e eeuw, schrijft in zijn ‘Etudes typographiques’ hoe hij zijn vader Charles Crapelet eens in opgewonden toestand aantrof, die woedend een blad papier in elkaar frommelde. Het boek ‘Télémaque’ was afgedrukt en op de eerste bladzijde stond ‘Pélénope’ in plaats van ‘Pénélope’. Dat blad was driemaal nagezien eer hij het ontving, nu had hij het gelezen en nog eens herlezen en de fout niet bemerkt.
Aan den beroemden boekdrukker Firmin Didot gelukte het eens op het laatste oogenblik een fout te ontdekken, bij het afdrukken van een werk van ‘Racine’. Er stond: ‘Vous allez à l'hotel, et moi j'y cours, madame!’ hetgeen moest zijn: ‘Vous allez à l'autel!’
Aan den abt Sieyès, die een groote rol speelde bij de Fransche revolutie, heeft een fout bijna het leven gekost. In een toespraak had hij gezegd: ‘J'ai adjuré la République’, waarvan de zetter had gemaakt: ‘abjuré’, dus juist het tegenovergestelde. Gelukkig kreeg hij de drukproef nog in handen en riep woedend uit: ‘Wil de drukker mij laten guillotineeren?’
Nog wordt melding gemaakt van een drukfout, ook van politieke beteekenis, uit den tijd van Napoléon I, toen hij een alliantie zocht met Rusland. In de Moniteur kwam voor: Les deux souverains dont l'un ne peut qu être invincible’ terwijl de zin moest zijn: ‘dont l'union’. De alliantie is nooit tot stand gekomen.
Wanneer wij nu er op wilden letten welke gevaren aan drukfouten verbonden zijn, dan zou hierover veel te schrijven zijn, waarom wij het maar niet zullen doen. Werd er eens een prijsvraag uitgeschreven over het onderwerp: De gevolgen van een drukfout, dan zouden er misschien heel wat pennen in beweging komen en wanneer men een wedstrijd uitschreef voor een boek zonder ééne fout, dan zou men weinig deelnemers vinden.
BULTKLOPPER.