De Hollandsche Lelie. Jaargang 21
(1907-1908)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdarme.Slaaf in een vrije maatschappij. - Wezen, dat meer eetlust dan maaltijden heeft, - dat 's morgens het antwoord moet vinden op de eenigszins moeilijke vraag, of hij gedurende den dag zal eten. - Slechts de arme van geest vindt genade in de samenleving. | |
Bajonet.Wapen, dat zeer juist treft. Bewijsvoering zonder antwoord. | |
bankvan leening. Toevlucht voor den arme; gemak voor den rijkeGa naar voetnoot1); ondergang voor beide. | |
belofte.Munt, die men ontvangt en die men geeft, zonder te onderzoeken of zij van goed gehalte is. | |
beschermeling.Rol, die men niet lang kan volhouden, zonder ongeduld of zonder laagheid. | |
blikken.Eerste minnebriefjes der gelieven. | |
boekerij.Geneesmiddel voor de ziel. - Stapel (plaats) van waarheden en dwalingen, waarin het slechte dikwijls de overhand heeft op het goede. De apotheek en de gootsteen van den menschelijken geest. | |
boosaardigheid.Dikwijls meer te duchten dan de slechtheid, omdat het kwaad, dat zij veroorzaakt, door niemand beklaagd wordt, en slechts zelden door de wraak kan worden genezen. | |
buitenman.Iemand, die bespottelijk wordt zoodra hij den stedeling wil nabootsen. | |
Eerlijkheid.Spiegel, waarop men geen enkele vlek mag zien. Er zijn echter lieden, die de eerlijkheid doen bestaan in slechts een weinig te stelen, en zonder dat men 't bemerkt. | |
ezelachtigheid.Misslag (bevue) van lieden, die dikwijls niet ezelachtig zijn. Een man van geest begaat somtijds meer ezelachtigheden dan een zot. | |
Fabel.Verdichtsel, dat een waarheid vooorstelt. | |
Gast.Iemand die zijn middagmaal met plichtplegingen betaalt. | |
gedenkdag.Plechtigheid van rouw of van vereering, waarbij niets ontbreekt dan droefheid of eerbied - tijdstip dat de herrinnering oproept van een schoone daad, en vaker van een groote misdaad. Het is gebruikelijk den gedenkdag te vieren der geboorte van een rijken bloedverwant; die van zijn dood, langen tijd begeerd, is weldra vergeten. | |
geestigheidAls zoodanig geacht, in zoo ver zij een of ander zegt, wat iedereen dacht, en dat zij het zegt op een vernuftige en nieuwe manier. | |
geheugen.Vermogen, dat zeer onvolmaakt is bij schuldenaars, en in 't algemeen bij al degenen, die weldaden ontvangen hebben. | |
gematigde.Man die in God gelooft en niemand veroordeelt. | |
gewetensbezwaren.Kleine ongerustheden omtrent zekere handelingen, die niet bepaald slecht zijn. | |
[pagina 185]
| |
goochelaar.Soort kwakzalver, die door zijn toeren het gepeupel vermaakt. De grootste goochelaars vindt men niet op de Markt. | |
gunst.Aangename, maar bedwelmende geur. - Wind, die de weerhanen doet draaien. - Hoe meer de zon de aarde nadert, hoe grooter de schaduwen der menschen worden. Dàt is de gunst... In de gunsten der fortuin, evenals in die der liefde gaat men zelden van de verbeelding tot de werkelijkheid over zonder er bij te verliezen. | |
Hekeldicht.Soort van poézie, waarvan de groote kunst meer is sterk te treffen dan juist te treffen. Zij schijnt ons geestig, wanneer zij anderen aanvalt, - zot of slecht, wanneer wij er het voorwerp van zijn. | |
Indringerigpersoon. Iemand die overwint zonder te strijden en overtuigt zonder te spreken. | |
Jaloersche.Man die het licht zoekt en zucht wanneer hij het heeft gevonden. | |
Kaptafel.Tuighuis van de behaagzieke. | |
kijfa htignoemt men een stijfhoofdige, kwalijk geluimde vrouw, die waant de zending te hebben, niet alleen haar echtgenoot, maar iedereen woedend te maken. | |
Lach.Teeken van meerderheid of van zotheid. - Uiting van ondeugendheid of van spotzucht. | |
licht.Stof, die de oogen der uilen zeer doet. | |
Meester.Man voor wien het moeilijk is zich te doen beminnen. Rol waarop de mensch het meest naijverig is. | |
menschelijkgeslacht. Vereeniging van wezens voor de vrijheid geboren. Zij zijn lang gekluisterd geweest door eenige tirannen; maar de tijd heeft, ten minste in Europa, de kluisters versleten, en de onwetendheid is niet meer daar om ze opnieuw te smeden. | |
Naamloozebrieven. Dolksteken van een moordenaar. - Men leest ze met afkeer, maar men leest ze, en zij eindigen soms met invloed uit te oefenen op dengene, die ze het meest veracht. Er blijft van den laster altijd iets hangen. | |
naïeveteit.Het is gemakkelijker ze te gevoelen dan te omschrijven; ze is een schakeering van het natuurlijke; ze is het natuurlijke van de kindsheid. | |
noodlot.Denkbeeldig wezen, dat de ongelukkigen gaarne verpersoonlijken, om er hun ongelukken aan toe te schrijven, en dat zij oogen en een verstand toekennen om hen met opzet te kwellen. | |
Omhelzing..Groote openbare vertooning van lieden, welke dikwijls elkander zouden willen doen stikken. | |
onbezonnene.Iemand weinig tot valschheid in staat, en weinig vatbaar voor berouw. | |
onzijdige.Man die nooit ja zegt. - Politieke vleermuis. - Een wet van Solon verbood om onzijdig te blijven in de burgerlijke verdeeldheden. - God spuwt de lauwen uit Zijn mond. | |
openbaring.Bekendmaking van den Goddelijken wil, door den Almachtige geschied aan menschen, niet in staat anderen noch zich-zelven te bedriegen. | |
openhartigheid.Deugd, - wanneer zij geregeld is door de voorzichtigheid. Een overmaat van openhartigheid is een on welvoeglijkheid evenals de naaktheid. | |
opoffering.In de wereld offert men onophoudelijk de achting der eerlijke lieden aan het aanzien, en de rust aan de beroemdheid op. | |
Pronker.Verzameling van zotheid, van ijdelheid en van onbeschaamdheid, gekruid met aanmatigingen van groot heer en manieren van opkomeling (parvenu). | |
[pagina 186]
| |
Rijkdom.Voorrecht, dat een schurk kan hebben boven een eerlijk man. Vrijbrief voor de zotheid en de ondeugd. | |
roos.Zinnebeeld van de schoonheid, de jeugd en het leven. | |
Schotschriften-maker.Man die zijn eer verruilt voor een stuk brood. | |
spotternij.Dolk met weerhaak. Hoe meer men tracht hem uit te rukken, hoe meer hij verscheurt. | |
Talent.Wanneer een vrouw tot u zegt, dat een man groote talenten heeft, is het altijd onbeleefd te lachen. | |
tegenspoed.Smeltkroes voor den mensch: hij verdampt er in of wordt er in gelouterd. | |
toejuichen.Kunstgreep om te bedriegen, gewettigd door de ijdelheid, die haar eischt. | |
toejuiching.Dikwijls zeer twijfelachtig teeken van goedkeuring, en dat de zwakheid eener partij verraadt. - Een regerings-persoon toejuichen is zich het recht aanmatigen hem uit te fluiten. | |
Uitspanning.Het eenigste stuk, dat nooit kan vallen en altijd goed gespeeld wordt. - Noodzakelijk iets voor den wijze. De boog kan niet altijd gespannen zijn, of zij breekt. | |
Vereering.Hulde welke men toebrengt aan den Schepper en al te dikwijls aan het schepsel. | |
vergelijk.Een mager vergelijk is beter dan een vet proces. [Ook] met den Hemel is een vergelijk te treffen. Zinspreuk der valsche vroomen, en van allen, die een ruim geweten en een ‘benepen’ hart hebben. | |
vliering.Klein verblijf onder de daken, bijna altijd bewoond door de behoefte, de verdienste of de deugd. | |
Wantrouwende.Iemand, dien het aangenaam zou zijn te bedriegen, indien het geoorloofd ware iemand te bedriegen. | |
wereld.Groote schouwburgzaal. De zotten nemen er de honneurs waar; zij lachen er; zij dansen er; zij drinken er...: de wijze integendeel houdt zich, gemaskerd, in een hoek, merkt alles op en zegt niets. | |
Zindelijkheid.De geringste van alle deugden, maar die daarom niet minder noodzakelijk is voor den mensch. ‘Een weelde sta 'k u toe, en 't is de zindelijkheid.’ |
|