men vrouwen niet in den rug stooten, maar zacht behandelen moet. In 't bizonder deed hij zijn best, Mimi Petersen zoo dikwijls en zoo teeder mogelijk te gemoet te komen en met de allures van een volmaakt gentleman zeer diep zijn hoed voor haar af te nemen. Mimi's elfjarig hart was lang niet ongevoelig voor dergelijke beleefdheden en door haar opvoeding in denzelfden toon gestemd als onze held. Een kostelijk handboek: ‘Spiegel voor Vrouwen en Jonkvrouwen,’ diende haar en haar moeder tot betrouwbare vraagbaak in paedagogische moeilijkheden. Een coquet gouden horlogetje wees Mimi op den langzamen gang der schooluren, die ze in alle bescheidenheid op de achterste bank sleet. Haar beringde vingertjes staken in de fijnste zijden handschoenen en een geparfumeerde kanten parasol beschaduwde het allermodieuste zomerhoedje.
Willie had al heel gauw in de gaten dat het een uitstekenden indruk op de jeugdige schoone moest maken, als hij haar op weg naar huis te gemoet ging om haar schooltasch te dragen. Reeds bij den tweeden keer liet hij deze galanterie gepaard gaan met het overhandigen van een kostbare bonbonnière, die zijn vader's vestzakje vijf mark kostte. Zoolang zijn vader geld had, had Willie het ook.
Een dergelijk voorspel zou ongetwijfeld tot een rendez-vous bij avond geleid hebben, als het Wreede Lot niet scheidend tusschenbeide getreden ware. Een billet-doux van Willie aan Mimi, waarin grammaire, orthografie en calligrafie in schoone drieëenheid ontbraken, kwam het echtpaar Petersen in handen; het verbood daarop allen verderen omgang, daar het vastbesloten was dochter Mimi op dit punt, streng zedelijk op te voeden. Maar reeds drie dagen later gaf de boekdrukker Löhmanns een deftige kinderpartij, waarop de jeugd in groot toilet verscheen en op truffels, chartreuse en meer kinderlijke lekkernijen onthaald werd. Willie vond hier troost in een nieuwe entente cordiale. Natuurlijk maakte hij binnen den vereischten tijd zijn ‘digestie-visite’ - een goed cavalier verzuimt zooiets nooit. Thuis had hij mevrouw Helmerding's innige verontwaardiging gaande gemaakt door de mededeeling, dat er een jongen op de partij was geweest, die de visch met zijn mes gegeten had. Die Löhmanns inviteerden toch ook Jan en Alleman! Dat beviel hem niet.
Door een oorgetuige is ons een gesprek overgebracht, dat Willie op zijn dertiende jaar met een paar boezemvrienden voerde en dat door zijn kinderlijken eenvoud en onschuld een onvergankelijke bekoring bezit. Dit gesprek vond plaats, terwijl Willie op zekeren avond, zooals gewoonlijk door een krans van zielsverwanten omgeven, op een tuinmuurtje dicht bij zijn woning zat, sierlijke, blauwe kringen van een havanna in de lucht blies, en de tien tot zestienjarige beautés die voorbijkwamen, de revue passeeren liet.
‘Kijk, Willie, daar gaat Lena Schütze, je ouwe vlam!’
‘O, die - nou ja - die tijden zijn voorbij!’ zei Willie, met onnavolgbare nonchalance de asch van zijn regalia tikkend.
‘Nou, ze is toch lang niet te versmaden, zeg!’
‘Och, wat! Schelvischoogen!’ antwoordde Willie, en een luid gelach volgde op deze critiek. ‘Dan moest je Olga Reimers eens zien! Heb verleden week acht dansen met haar gedaan. Drommels, zoo'n knappe meid!’ En zijn havanna begon in de schemering geestdriftig te gloeien.
‘Lina Schütze is woedend op je!’
‘Bah - 't is de moeite waard!’ riep Willie minachtend. ‘Wat kan mij dat malle wicht schelen; als ik wil, heb ik haar zóó met een stuk crème-chocola terug.’
‘Kom? Dàt geloof ik niet -’
‘Zeg! Wou je mij soms de vrouwen leeren kennen? Me dunkt, als iemand ze kent, ben ik het wel.’
Willie keek om zich heen - algemeene instemming.
‘Voor een plak chocola, zeg ik je! Wedden?’
‘Ja, wedden!’
‘Om wat?’
‘Om twintig sigaretten - maar “Ardath”!’
‘Aangenomen! Sla toe, Ehlers!’
Op dit oogenblik riep een der heeren: ‘Opgelet!’ - Allen maakten front en ‘dopten’ met een bewonderend, eenstemmig ‘Ah!’ voor Klara Meiszer een brunette van dertien jaar. Klara vond blijkbaar de hulde zoo vleiend, dat ze zich nog eens lachend omkeerde, een vriendelijkheid die de beleefde jongelui met de elegantste kushanden beantwoordden.
‘Jonges, die kan met haar oogen werken, zeg! Ze heeft iets demonisch!’
‘Hm, 't gaat nogal,’ mompelde Willie nederbuigend: ‘Jammer dat die brunettes altijd zoo'n geel teint hebben....’
Helaas bleek Willie in latere jaren niet