Amerikaansche Correspondentie.
Uit Lucile's dagboek.
In de kerstvacantie waren mijn uitgaven zoo groot dat mijn kleedgeld deze niet bestrijden kon, en ik genoodzaakt was mijn vader nog een extra toelage te vragen. Eerst keek hij mij wanhopend aan, want ik had reeds mijn maandgeld verdubbeld gezien, doch toen ik hem vertelde hoe duur de kerstcadeaux van moeder en van hem geweest waren, en hoe ik me zelf een mooi bont ontzegd had om mijn lieve ouders iets moois te geven, ja toen werd zijn gemoed week, en hij gaf mij de som waar ik om vroeg.
‘Maar wees nu in 't vervolg zuinig, Lucile,’ zeide hij, ‘je weet dat de dollars niet in den tuin groeien, en ik moet hard werken om rond te komen.’
Als ik zag hoe vaders gezicht opklaarde bij mijn belofte voortaan zuinig te zullen zijn, kwam de gedachte bij me op hoe gaarne ik iets voor hem doen zou. ‘Vader,’ zeide ik, ‘laat me van tijd tot tijd met u naar 't kantoor gaan, en ik zal u aan uw drukke bezigheden helpen.’
Hij keek me eenigzins verwonderd aan en lachte dan.
‘Maar ik meen het,’ hield ik aan. ‘Ik zou zoo graag de kans hebben u van nut te kunnen zijn.’
‘Ik stel je aanbod zeer op prijs,’ zeide vader, ‘maar op 't oogenblik heb ik heusch geen meerdere hulp noodig.’
Heel toevallig vertelde vader dien avond dat zijne stenographiste ziek naar huis gegaan was. Ik ging den volgenden morgen naar het kantoor en zeide dat ik haar plaats wilde innemen.
‘Wel ja, wel ja,’ zeide vader mij uitlachend. ‘Nu als je zoo naar werk verlangt, kan je hier blijven terwijl ik een paar minuten uit moet - een ongeluk komt nooit alleen, Merton, (dit is vaders klerk) is plotseling buiten de stad ontboden, en ik ben dus alleen op 't kantoor.’
Ik had een van mijn eenvoudigste doch een zeer net costuum aan, en ik voelde dat als iemand op 't kantoor komen mocht terwijl vader weg was, ik den indruk zou maken van een stylish, volmaakt damesklerkje. Doch niemand verscheen. Ik denk dat het een slappe tijd in zaken is. Juist toen er een ontzettend vervelend gevoel over me kwam ging de telefoonschel.
‘Halloo,’ antwoordde ik.
‘Spreek ik met 993?’
‘Ja,’ zeide ik met een gewichtige stem. ‘Wat is er van uw dienst?’
‘U spreekt met Brockway.’ Ik was heel blij in de gelegenheid te zijn met Mr. Brockway te praten, vader's vertrouwde makelaar, want hij ziet er heel knap uit. Doch natuurlijk was hij te geagiteerd om mijn stem te onderscheiden van die van vader, en hij begon over zaken te spreken.
‘Hoor eens, patroon, de markt is flauw. De Consols dalen,’ riep hij. ‘Al een uur lang. Zou het niet goed zijn er onder te blijven, en een paar duizend te vragen?’
Ik had vader wel eens over Consols hooren spreken en dacht dus dat het goed zijn zou er meer van te hebben. Ik antwoordde dus: ‘ja, koop er eenige.’
‘Hoe hoog zal ik gaan?’
‘Koop onmiddelijk zooveel als je kunt,’ gaf ik order, en haakte de knop aan. Doch