vrouw ook van haar beste krachten leenen tot dat geknoei en gekonkel, tot dat minwaardig spel, waartoe doorgaans de politiek verlaagd wordt? Is de toestand van de vrouw dan zoo slecht, dat zij eerst zelf een woordje moet meespreken opdat deze verbetere? Zeker, de rechtstoestand van de vrouw is niet voorbeeldeloos en veel kan en moet in deze veranderd worden, maar is dit dan zoo geheel en al onmogelijk zonder vrouwenkiesrecht? Ik zeg niet dat de vrouw het kiesrecht niet toekomt; billijkheidshalve moèt zij het hebben, maar zoo dit haar aangeboden werd, zou zij dit zelve verkiezen? Is niet een man, ik zeg weer voor als nog, meer ontwikkeld, meer in politiek en recht, meer in elke wetenschap doorkneed dan de vrouw, juist omdat deze laatste niet al haar tijd aan de studie kan wijden, wat toch tot het verkrijgen van grondige kennis een eerste vereischte is? En - hier raken wij het teere punt - indien al de vrouw een zelfde opleiding ontvangt als de man, indien zij zich, van kind of aan, aan de studie wijdt, advocaat, dokter of wat dan ook wordt, komt er dan niet eens een tijd, waarop zij boven dit alles, boven haar vak en haar studie, de zorgen, maar ook de vreugden van het moederschap verkiest? Want de vrouw zij vóór alles wezenlijk vrouw en moeder! Dit is haar hoogste roeping!
En wanneer zij trouwt en niet het vrouwen moeder-zijn verkiest, dan treedt in de ongelukkige huishouding het grootste kwaad in, n.l. verwaarloozing door uithuizigheid der vrouw. Wij zien het helaas al te veel, dat de kinderen worden overgelaten aan de meid of de juffrouw en de moeder zelf van vergadering naar vergadering draaft of wel studeert. En dan beklaagt zij er zich nog over dat man en kinderen aan haar vervreemden. Zoo tiert welig het derde geslacht!
O, als men zelf het genot gekend heeft van een gezellig tehuis, de warmte en liefde die er van uitstraalt, als men een moeder heeft gehad die waarlijk moeder wàs, dan neemt men dit voor altijd mee als een schat door heel zijn verder leven en beklaagt men hen die dit alles hebben moeten missen.
Ik geef toe, niet alle vrouwen kunnen moeder worden, vele zelfs doen buitenshuis nuttig en liefderijk werk. Maar laat dan de moeder, moeder blijven, laat zij haren man, diens soms zoo harden strijd om het bestaan verlichten, door hem zijn huis te maken tot een gezellig en liefdevol intérieur, waar hij van zijn dagelijkschen arbeid uitrusten kan en door met hem zorgen, maar ook geluk te deelen.
Wat mij in de tegenwoordige beweging voor het kiesrecht het meeste tegen den borst stuit, is de schetterende en scheldende wijze van propagandeeren door zoovele ultrafeministen bij voorkeur gebruikt.
Doch tevens is er naast deze schetterende heethoofdigen en loslippigen een schare van vrouwen dit op waardige wijze strijden voor datgene, wat zij meenen dat hun billijkheidshalve toekomt en voor deze heb ik het bovenstaande geschreven.
Nog eens: de hoogste roeping der vrouw is het waarachtìg vrouw en moeder zijn. Zóó kan zij een zegen en een eeuwigdurende bron van liefde worden voor haar huisgezin. Zoò alleen ook zullen hare kinderen haar vereeren en in eerbiedige en liefdevolle herinnering gedenken.