Boekbeschouwing.
Annie Salomons, Verzen. (Uitgave van C.A.J. van Dishoeck te Bussum in het jaar MCMV.)
De eerste bundel van een jonge, een heel jonge dichteres... en niettegenstaande haar jeugd kenden we haar toch al zoo goed; we hadden véél al van haar gelezen, kleine gedichtjes in bijna ieder tijdschrift, prozaschetsjes in Eigen Haard e.a., tot zelfs in het Zondagsnummer van een provinciaalsch dagblad, en zoo langzamerhand begon je er aan gewend te raken minstens één keer per maand iets van Annie Salomons onder de oogen te krijgen. Wel kon je uit den inhoud harer schetsjes en den Weltschmerzlichen toon harer gedichten zoo ten naasten bij raden, dat hier een heel, héél jonge vrouw aan het woord was, maar je voelde toch óók dat je onrecht deed, als je haar arbeid louter als kinderwerk zoudt willen beschouwen. En nu opééns komt Annie Salomons te voorschijn met een bundeltje verzen....
Daar liggen ze nu voor ons, samen vereenigd in een oranje-rood omslagje, al die kleine gedichtjes en gedachtetjes, die wij hier en daar in bonte verscheidenheid en volgorde hadden gelezen, herlezen en... genoten.
Toen ik voor het eerst dit bundeltje vóór mij op tafel zag liggen, heb ik een paar prettige gedachten gehad: er was iets liefs in, zóo terug te zien en te herkennen al die herinneringen uit de laatste jaren, want hoe kort is het eigenlijk nog pas geleden, dat wij Annie Salomons onze litteratuur zagen binnenstappen, leuk-parmantig als een schoolmeisje met nog korte rokken en loshangend haar, de schooltasch bengelend aan haar hand. Typisch nu, haar terug te zien als volwassen vrouw bijna, waarin je, onwillekeurig toch nog altijd, iets van het schoolkind blijft zien; typisch nu, vriendelijknieuwsgierig haar verzen-boek door te bladeren en dan te denken: dát vers kènde ik al, en dát heb ik meer gelezen, drommels, wáár ook, in Jong-Holland, Nederland, Groot-Nederland...? en onwillekeurig voel je voor dit boekje sympathie, voel je er iets vertrouwelijks in als voor een vriend-uit-je-jeugd. En in je eerste opwelling ben je dan geneigd te zeggen: ‘daar heb je goed aan gedaan, je verzen te verzamelen, al je verspreide gedichten bijeen te brengen onder één koesterend kleed,’ want er is voor ons een blijheid in te weten dat, als wij nu ooit weer eens wat van Annie Salomons willen naslaan, wij dan dit bundeltje hebben, waarin al haar jeugd-werk te vinden is.
Zóó ongeveer waren mijn eerste gedachten waarmede ik dit bundeltje ontving, het boekje dat, uiterlijk, bizonder doet denken aan de eerste verzen van Marie Marx Koning; ook hier die hooge, harde, brutale letters, als waren het gietvormen voor gesmolten ijzer en niet het teedere rustbed voor zachte vrouwengedachten.
Na dagen - als je telkens weer het boekje eens ter hand hebt genomen en hier en daar er in hebt zitten lezen - na dagen echter komt er een nieuwsgierige begeerte in je op eens na te willen gaan, hoe hier Annie Salomons, afgescheiden van vroegere herinneringen, zich nu wel voordoet als dichteres, nu zij voor het eerst zoo ten voeten uit ten tooneele verschijnt; blijft voor haar werk - als gehéél - dezelfde lieve bewondering, die wij zoo vaak voelden voor die enkele klanken die hier en daar stil en teeder oprezen en zoo weemoedig klonken uit de ziel van een zóó jong kind? Of zal die bewondering stijgen en zullen wij komen tot de heerlijke overtuiging, dat het niet alleen een zachte vrouwe-ziel was, waaruit die klankbloemen ontbloeiden, maar in diepste wezen de ziel was van een gebenedijde artiste?
Aandachtig luisterende zette ik mij tot lezing.
Ik las, heb sommige verzen twee, drie maal hérlezen....
Maar ik moet bekennen, dat, ten slótte dit boekje mij toch een kleine teleurstelling is geweest; uit haar verspreide gedichten, zoo bij vijf, zes tegelijk gelezen, had ik een anderen, een schooneren indruk van het werk dezer jonge dichteres gekregen dan ik nu uit dit boekje heb moge behouden; een indruk van inniger, dieper gevoelde, van méér voldragener kunst; en mijn teleurstelling was somtijds zóó sterk, dat ik de gedachte niet uit het hoofd kon zetten of het niet beter ware geweest, dat Annie Salomons deze bundel maar niet hadde uitgegeven, dat ze