De Hollandsche Lelie. Jaargang 19(1905-1906)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Op zijn eersten verjaardag. Lieve kleine, Engelreine, Steeds de mijne Tot bij God. Nimmer pijnen, Ooit verschijnen, Zon beschijne Steeds Uw lot! Mogen plagen, Zorgen, klagen, Nimmer dagen, Doch veelmeer Krachtig leven, Werkzaam streven, U gegeven Zijn tot eer. Hemellingen U omringen, Opwaarts dringen. [pagina 517] [p. 517] En Uw pad Blij genaken, Effen maken, U bewaken, Liefste Schat. Hoort de bede, Die ik heden, Om deez' reden Tot U richt: Opperwezen Nooit volprezen, Voer in vreeze Hem tot licht. Uwer zegen Malsche regen, Glans' hem tegen Met Uw licht. Laat Uw stralen Op hem dalen, Nimmer fale Hij in plicht. Schenk hem vreugde En geneugden, Kracht en deugden, Ed'len zin. Schraag mijn streven: Hem te geven: Heel mijn leven, Al mijn min! - G. van H. Vorige Volgende