Ingezonden stukken.
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.
Kunstavond ‘Odéon’?
Lente! - wat een schat van gedachten kunnen we niet in dit ééne woord leggen, want is dit niet het eenige jaargetijde, dat de geheele natuur ontluiken doet? Langzamerhand zullen boomen en struiken zich in hun licht-groen kleedje steken, waartusschen zich de teedere bloemetjes verschuilen. De vogeltjes zullen zachtkens hun liedje laten hooren en er zal eene blijdschap in de natuur en den mensch zijn. Vele onzer jonge meisjes zullen volop van de vrije, frische buitenlucht kunnen genieten en toch - waarde lezers en lezeressen - laten wij, bij ons onbezorgd, vrij bestaan een oogenblik denken aan de vele arme meisjes, die genoodzaakt zijn den heelen mooien zomer in eene duffe stad te blijven. En onder al deze meisjes, die verplicht zijn in haar onderhoud te voorzien, zijn er nog zoovele zusterkens, die lijden aan den vreeselijken geesel der menschheid: ‘de tuberculose.’ Hoe gaarne zouden zij óók niet ter genezing den zomer in de frissche, gezonde natuurdoorbrengen; helaas - ontbreekt hiervoor het geld of er is geene plaats voor kostelooze opneming in één der ‘Sanatoria.’ Vandaar kwam bij mij het plannetje op: ‘een kunstavond’ te organiseeren. Ik correspondeerde er reeds eenige malen met Freule A. de Savornin Lohman over, die mij aanried mijn idée per ing. stukje in de ‘Lelie’ bekend te maken. Daarom, wie van U helpt mij dit plan te verwezenlijken? Ik stel me voor, in geval er onder U personen zijn die véél van comediespelen houden, één of twéé niet te lange comediestukjes op te voeren. Ook zag ik gaarne op muzikaal gebied iets ten gehoore gebracht, n.l. het zingen van eenige liederen, viool- en pianospel. Ter afwisseling lijkt 't mij ook aardig toe één of twee nationale dansen uit te voeren, waarvoor de Heer Maurice J. Polak ‘Prof: de Danse à l'Institut Royal de la Marine’ mij geheel
belangloos zijne hulp tot 't instudeeren toezegde. Er zullen zich zeer zeker vele onkosten voordoen; maar volgens mijne begrooting zullen we toch ± f 250 à f 300 over kunnen houden. Wanneer nu eenige lezers of lezeressen zich met den verkoop van plaatsen willen belasten, (daar we met lijsten zullen moeten werken) dan geloof ik wel, dat deze avond óók geldelijk slagen zal. Gaarne zou ik nu zien, dat zij, die hunne medewerking willen verleenen en welke muze zij dienen zullen, mij hiervan zóó spoedig mogelijk schriftelijk bericht zenden, opdat ik te mijnen huize eene vergadering ter vorming van een comité van uitvoering zal kunnen beleggen. Dat ik voor dit doel op veler medewerking zal mogen rekenen en deze avond over eenige maanden plaats moge hebben, is mijn innigste wensch.
MARY HUFFSTADT.
Grensstraat 17, bovenhuis.
Amsterdam.