De Hollandsche Lelie. Jaargang 19
(1905-1906)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 462]
| |
weer te geven door de almacht der boetseerkunst. Moge op het palet van den schilder de kleuren te mengen zijn, die het vrouwenvleesch in de warmste tinten weet te voorschijn te roepen, de mollig weeke rondingen van het buigzame en lenige vrouwenlichaam komen eerst tot haar recht, indien de beeldhouwkunst zich door de vrouwefiguur laat inspireeren. Zeer zeker, de bouw van den man, de loop der spieren in zijn athleten-toestand, kan ons geweldig aandoen, maar de zachtlijnende soepele vrouwefiguur wint het, indien er sprake is om ons door kunst te doen behagen. Daartoe behoeft men geen man te zijn. Het vrouwelijk naakt-figuur zal den man meer zinnelijk doen genieten op eene schilderij, dan wanneer de beeldhouwer ons haar naakt ten toon spreidt. Of zal de boezem van een vrouw in de schilderkunst, ‘deux boules d'albâtre avec des boutons de roses’ niet veel meer de zinnen streelen dan indien de kleur zich verliest in het reine vlekkelooze marmer, en slechts de vorm het oog moet voldoen. Velen hebben de Ariadne te Frankfort bewonderd, maar de rose-belichting werkt oneindig meer tot het zinnelijk zien, dan wanneer het gewone daglicht op het beeld valt. De kleur werkt het leven in de hand; en het leven,.... nu ja, wie wederstaat de macht van het naakte vrouwlijf. Daarom is de beeldhouwkunst zooveel te moeielijker en verdient zij des te meer waardeering indien er door gezocht wordt, de naakte vrouwefiguur in al hare schoonheid uittebeelden. De Grieken gingen ons daarin voor. Een Bachus, een Priapus veroordeelen reeds de kunst bij het naaktbeeld van den man. | |
Grieksche en Romeinsche Architectuur.Wie een overzicht wil krijgen van deze beide belangrijke oude bouwstijlen dient in de eerste plaats de landen, waar die bouwstijlen zich ontwikkelden, en gebloeid hebben, te bezoeken, en de overgebleven monumenten, meerendeels ruïnes, in bijzonderheden te bestudeeren. Eene beschrijving van een bouwstijl moge nog zoo helder en duidelijk worden gegeven, het ware inzicht krijgt men daarvan niet zonder aanschouwd te hebben wat hij grootsch en geniaals gewrocht heeft. Nu kan iedereen niet beide landen (Italië en Griekenland) bezoeken, maar er zijn hulpmiddelen welke dat gewis kunnen vergoeden, en dat zijn de werken die over die bouwstijlen zijn geschreven, en waarin de reproductie der bouw-restes hoofdzaak is. Op dergelijke wijze ingericht hebben werken over bouwstijlen veelzijdig nut. Tekst en illustratie moeten elkaar aanvullen; alsdan kunnen niet alleen bouwkundigen, en zij die in het vak ervaren willen worden, er van profiteeren, maar ook ieder zich beschavend-, en zich ontwikkelend-willend mensch, waartoe dan in de eerste plaats behooren kunsthistorici, geschied- en oudheidkundigen, kunstvrienden en kunstliefhebbers, hetzij man of vrouw. | |
Elementair teekenonderwijs.Niet ieder kan in de perfectie leeren teekenen, maar wel kan ieder mensch zooveel begrip krijgen van het teekenen, dat hij op een gegeven oogenblik aan een gedacht voorwerp den aanschouwelijken vorm kan geven. Het teekenen moet reeds jong geleerd worden, maar juist omdat met het kind begonnen moet worden, dient de eerste leerwijze ook kinderlijk, haast zouden we zeggen, kinderachtig, te zijn. Deze meening vinden we terug in ‘Interprétations pour dessiner simplement, par Victor Jacquot et Paul Ravoux.’ Het is een album, dat meteen een kinderboek is, en het kind al spelende leert teekenen, ten minste begrip doet krijgen van teekenen. Een lijntje wordt door vier vormveranderingen een eend; een cirkel op diezelfde wijze een pauw; een liggend ovaal (ei) een varken; een driehoek een zittend hondje; een staand ovaal een konijn, enz. enz. Illustrators van humoristische bladen hebben ons dergelijke verrassende metamorphosen reeds eerder doen zien, maar we wisten niet, dat uit die aardigheden een methode van teekenonderwijs zou groeien. We zullen haar niet als de beste in 't gebruik aanprijzen, maar zeer waar is, dat door het album het nuttige met het aangename in de hand wordt gewerkt.
A.J. SERVAAS VAN ROOYEN. Oud-Gemeente-archivaris.
Den Haag. |
|