Na eenige wederzijdsche besprekingen en een flink diner had ik mij spoedig in de voor mij gereed gemaakte kamer teruggetrokken en mij verfrischt na de lange, stoffige reis.
....Ik gevoel mij eenigszins verlaten in dit voor mij zoo onbekende land en instinctmatig opende ik mijn venster. Voor mij, beschenen door de heldere middagzon lag een groot gedeelte van het meer, een bijna onafzienbare watervlakte, met hier en daar een stadje aan zijn oever, terwijl aan mijn voet het lagere gedeelte van Lausanne als het ware trapsgewijze naar het meer afdaalde. Ver weg, aan den Franschen oever van het meer, verhieven zich trotsch en fier ‘les Alpes de Savoie’, hunne met sneeuwbedekte toppen reikend tot ver in den azuurblauwen hemel. -
Ik sloot mijn oogen en ademde diep de heerlijke berglucht in. En onwillekeurig vroeg ik mij af, hoe het mij zou bevallen in die vreemde omgeving en te midden van die goddelijke natuur, in die stad, mij zoo geheel onbekend en die toch voor jaren mijn woonplaats zou worden. Nog vele uren bleef ik staren voor mijn geopend venster, in verrukking over het fraaie landschap. En toen het nacht werd en tegen de hellingen der bergen en op de schepen op het meer de tallooze lichtjes werden ontstoken, begaf ik mij ter ruste en sliep spoedig in, vermoeid van de lange, nachtelijke reis en onbewust van den toekomst, die mij hier wachtte....
Reeds den eersten morgen na mijn aankomst, toen ik de verschillende personen ging bezoeken, die ik later in mijn werkkring dagelijks zou ontmoeten, had ik gelegenheid nader met de stad kennis te maken.
Lausanne wordt gerekend onder de groote Zwitsersche steden en telt ruim 50.000 inwoners. Zooals reeds gezegd op heuvelachtig terrein gebouwd, voorzien van een uitstekend georganiseerd net tramlijnen, met tallooze groote villa's, die deels door particulieren zijn bewoond, grootendeels echter ‘pensionnats’ of ‘pensions’ zijn, met diverse universiteiten en een Handelsschool, een modern ingericht theater en vele officieele gebouwen, maakt de stad ongetwijfeld op iederen vreemdeling een aangenamen indruk. Op één der hoogste gedeelten van Lausanne verheft zich de eeuwen-oude Cathedraal met beroemd orgel, zeer zeker één der grootste bezienswaardigheden van de stad.
Gelegen in het Fransche gedeelte van Zwitserland is dit natuurlijk de heerschende taal, die evenwel, vooral door de mindere bevolking gesproken, door het dialect vele afwijkingen vertoont met het zuivere Fransch.
Door het groote vreemdelingenverkeer is het een uiterst cosmopolitische stad en treft men er, behalve de vele Duitschers en de Engelsche colonie, die er vooral sterk vertegenwoordigd is, ongeveer alle Europeesche naties aan.
Als middelpunt van de stad zou men kunnen beschouwen de Place St. François, een groot plein, samenkomst van alle tramlijnen, met de St. François-kerk in het midden en omgeven door talrijke groote gebouwen als de ‘Grande Poste’ en de Banque Cantonale Vaudoise.’
Van af de Place St. Francois voert de ‘Grand Pont’, een groote brug over het lagere gedeelte van de stad naar de nieuwere wijken, die vooral bij de vreemdelingen door de moderne inrichting der huizen zeer in trek zijn.
Van het overige gedeelte van de stad valt weinig te zeggen; het zijn meerendeels zeer nauwe, veelal steile straten, met dicht op elkaar staande huizen, waaronder enkele fraaie winkels en confortabel ingerichte magazijnen. Lausanne maakt min of meer den indruk van eene ‘groote’ stad, bekoorlijk door zijne prachtige omgeving en de schilderachtige vergezichten die men van bijna ieder gedeelte der stad heeft op het meer en de omliggende bergen.
.....Het was een bijzonder heete dag. Reeds van af den beginne had het mij getroffen, dat vele der villa's onbewoond waren en men in de verschillende straten van Lausanne slechts weinig ingezetenen ontmoette. Al spoedig werd mij dan ook de aanleiding hiervan duidelijk. Gedurende de maanden Juli, Augustus en September is over het algemeen de temperatuur in de vlakte zoo hoog, dat ieder, die er gelegenheid voor kan vinden, zijne woning verlaat en voor eenige maanden een verblijf zoekt in de bergen om volkomen gevrijwaard te zijn tegen de in de stad veelal heerschende enorme hitte. Daar mijne bezigheden het mij, evenals zoo vele anderen, niet veroorloofden in de bergen eene tijdelijke schuilplaats te zoeken, bracht ik den geheelen dag in de stad door, hetgeen waarlijk eene kwelling is voor ieder, die niet bijzonder op hitte is gesteld.
Maar als dan 's avonds tegen zeven uur