‘En dan moet U nog eens verder luisteren,’ ging de blonde achtjarige voort, ‘zoo acht dagen voor Kerstmis ziet U wagens hoog beladen met sparreboomen door de stad rijden. Deze boomen komen uit de bosschen, veel uit het Schwarzwald, er zijn exemplaren, die toch gedund moesten worden en die worden nu hier op daartoe aangeduide markten verkocht. De koopers nemen hun boomen mede en beginnen hun werk om vele gedeelten der stad in sparrenlanen te herschapen. Weet U hoe zij dat doen? Zij snijden de touwen van de boomen los, zoodat de takken zich ruim kunnen uitspreiden, timmeren twee plankjes van ongeveer 20 cm. lang op elkaar in den vorm van een gelijkbeenig kruis en boven in het midden een gat, waardoor de stam van den spar wordt gezet. Vindt U dat niet doodeenvoudig? En o, het ruikt zoo lekker dan in de straten en op de pleinen, waar die sparren staan! Wat zou het toch treurig zijn als wij geen boom kregen!’
Ik kon na dit gezegde niet nalaten, mijn aardige vertelster er even attent op te maken, dat er helaas! te Berlijn zooveel kinderen rondloopen, die nooit een kerstboom in huis zagen. Wanneer men 's middags tusschen 5 en 7 uur door de drukste winkelstraten van het Westen, Leipziger- en Friedrichstrasse loopt, ontmoet men om de twee of drie huizen, een jongentje of meisje met Hampelmänner, boekjes te koop, rookende moordjes, alles voor 10 pfenning. Ik betwijfel of deze arme kinderen met zooveel ongeduld den 24 December afwachten als mijn vriendinnetjes. En deze kleine verkoopers wonen in het Noorden en Oosten, trekken dagelijks met hun koopwaren uit en verdienen menigmaal meer dan 3 mark per dag. Het weer is een groote factor bij deze venterij; helder winterweer is hoofdvereischte en wie weet of van al die verdiende marken niet een nuttiger gebruik wordt gemaakt, ofschoon de Kerstboom het glanspunt van het geheele jaar voor de Duitschers is. In het Noorden, Oosten en Zuiden van Berlijn staan ongeveer 14 dagen voor Kerstmis op verschillende pleinen kraampjes opgeslagen met allerhande honingkoeken, marsepijn, speelgoederen te koop enz.: Van deze Kerstmismarkten wordt druk gebruik gemaakt.
‘Toe tante, luister nog even. Moesje heeft ons beloofd met ons te gaan naar het Berliner Theater waar een nieuw Kerstmissprookje wordt opgevoerd. Heerlijk hé! die voorstellingen zijn zoo aardig en alle jaren een ander; wij zagen er al een stuk of vijf, gaat U ook mee?’
Met de belofte om ook van de partij te zijn, nam ik afscheid. De gedachte al die vroolijke, gelukkige kindergezichten te zien, bracht mij reeds in de Kerstmisstemming, die stellig nog verhoogd zal worden, wanneer ik op 24 December 's avonds den helder verlichten boom zie. Ja Kerstmis is in den volsten zin een feest, dat een nieuw leven wekt!
7 Dec. '05.
MEA.