wonderde mij dit nieuws niet bijzonder.) Nog een andere dame beantwoordde mijn vraag, door mee te deelen dat je ‘de veredeling eerst
in later eeuwen zult bemerken’, daar de bruut-man niet gauw is klein te krijgen. Nu, Ciel-lief, dan zijn jij en ik er allang niet meer. Dus wij-beiden zullen 't voor lief moeten nemen met een exemplaar van het hedendaagsche soort, (altijd als we een krijgen!) Summa summarum, gedaan heeft de vereeniging dus niets anders... dan geld uitgegeven voor het drukken van verslagen, aankoopen van papier, innen van contributiën, enz. Nu, ik vind dat niet heel erg, omdat de meeste leden vermogende dames zijn; dus, als ze op die wijze met hun geld willen spelen, is dat niet erger dan elke andere geldverkwisting door rijkelui. Mijne voormalige pension-genoote hield daarop een zeer toegejuichte voordracht, waarin zij met zeer schoone kleuren schilderde ‘de roeping der hedendaagsche vrouw om het gezin en de omgeving te veredelen’, zoodat men zich moeilijk kon voorstellen hoe zij ondertusschen het leven van haar ongelukkige pensionhoudster vergiftigt met boosaardige uitvallen, en haar arme moeder alleen laat tobben in een provinciestad, met weinig geld en veel zorgen. -
Ondertusschen beredderde ik het theezetten en kopjes-schikken, en had er pleizier in hoe de aanwezige dames, bij al hun geëmanipeerdheid, toch hun vrouwen-aard niet konden verloochenen. Daar werd heel wat gefluisterd tusschen-in over ‘'n Beeldige hoed heb jij op!’ - ‘Waar heb je die japon laten maken?’ etc.... Er was ook een reform-dame, die zedigjes bekende, hoe ze zich hoe langer hoe ongelukkiger ging voelen in haar ‘zak’, nu niemand het meer draagt, en een straatjongen haar, terwijl zij in Scheveningen voorbij de rotonde ging, ten aanhoore van iedereen had nageroepen: Zeg juffie, je hebt je nachtpon nog an bij vergissing. - Na de sluiting van de vergadering wendde ze zich tot Clo, om het adres van Mad: Derwel, en die heeft haar toen meteen platen laten zien uit een Duitsch tijdschrift, dat vroeger ook offerde aan reform, en nu allerlei overgangsmodellen geeft, om, zonder op te vallen, tot de vroegere corset-mode terug te keeren. -
Clo is tegenwoordig veel ‘menschelijker’, zooals ik het noem, dan een tijdje geleden. Ze is nog wel ‘nuttig’ en ‘vergadert’ enz., maar 't is alsof het nieuwtje er af is, alsof ze inziet hoe ze zich vergiste, en het ons niet durft bekennen. Daardoor is ze echter tegen ons zachter en vriendelijker gestemd, gaat méér uit, interesseert zich soms voor ‘kleinigheden’, die vroeger beneden haar aandacht waren. - We zijn allemaal samen naar Haarlem geweest, naar het nieuwe stuk van Riemsdijk en Buijsse, allebei Hagenaars, maar Buijsse is een Vlaming, getrouwd met een inwoonster van den Haag, zomers woont hij in zijn eigen vaderland, en 's winters in onze residentie. - Ik vond het alles leuk om te zien, omdat Riemsdijk op het tooneel is geroepen, en omdat er zoo werd handgeklapt, enz. enz. Het stuk vond ik niet zoo bijzonder-mooi of aangrijpend, maar 't spel heel mooi. -
Wat den verjaardag van de Koningin betreft, och ja, zoo'n nationale feestdag vier je, als je in den Haag woont, en je steekt een vlag uit, en je spreekt van ons ‘Oranjehuis’, en van al de deugden van H.M. Wilhelmina. Maar ondertusschen, zoolang ‘dat’ er niet is, ‘dat’ waarop we allemaal zoo vurig hopen, ontbreekt er toch wat aan, voel je dat er een gedruktheid ligt over de feeststemming, en mij dunkt Zij-zelve, Onze Koningin, zal ook wel met gemengde aandoeningen dezer dagen dat kindje hebben ten doop gehouden Harer ex-Hofdame. Lief van Haar het te willen doen. En dan voor zoo'n kindje later wel leuk!
Over de modes wou je wat weten? Nu dat dan maar in een volgenden, want ik ga nu uit met Jetteke; gelukkig begint die wat meer op te fleuren den laatsten tijd. Dat kan ik je al vast zeggen: Het is maar goed dat je niet zoo'n lange sleepjas van wit linnen kocht, als je van den zomer zin hadt te nemen. Niets voor jou, stemmige kleuter! Ik zag ze op reis meest alleen dragen door demi-mondaines, of françaises van dat slag niet te onderscheiden; van dat zelfde soort, dat óók draagt die gemeen-staande scheef-platte hoedjes, die zelfs een knap gezichtje iets vulgairs geven.
Je weet, we waren nog al een tijdje in het wereldsche Baden-Baden, maar de wezenlijk gedistingueerde menschen hebben die witlinnen soepjas-mode bepaald niet aangenomen; je zag veel lichte, luchte toiletjes, neteldoek, en mousseline, met veel kant, en beeldige tailleur-costuums, vooral van Amerikanen en Engelschen. -
Jetteke roept om me. - - - Ik eindig. Dag!
Je LOUT.