De Hollandsche Lelie. Jaargang 19
(1905-1906)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdEen merkwaardig Boek.
| |
[pagina 149]
| |
tegenwerkte, en het huwelijk met Draga, om dezelfde reden, aanmoedigde en mogelijk maakte door zijn machtige bescherming, waar dat anders eenvoudig onmogelijk ware geweest; met de geheime bijbedoeling Alexander daardoor bij zijn volk de populariteit te doen verliezen, en hem tegelijkertijd uit te sluiten van den omgang met elk Europeesch Hof. Met deze, door het machtige Rusland gespannen intrigues tegen het kleine, van Rusland en Oostenrijk gansch en al afhankelijke Servië, houdt de ex-minister-president zich uitvoerig bezig in zijn 615 blz: tellend boek, dat uitvoerig handelt over de binnenlandsche en buitenlandsche politiek van zijn ministerie van 1897-1900. - In 1897, uit Carlsbad naar Weenen geroepen door Koning Alexander, die zich daar tijdelijk bevond met zijn vader, ex-Koning Milan, nam Dr. Vladan Georgevitch de hem aangeboden taak op zich een nieuw ministerie te vormen, dat ‘boven de partijen zou staan’, en als devies koos: Servië boven alles. De ex-Koning Milan, van wien Dr: V. Georgevitch, de lijfarts, de vertrouwde, de vriend is geweest in voor- en tegenspoed, in de dagen van zijn Koningschap, zoowel als bij zijn uiteinde van vergeten, in Weenen levend burger, die door zijn eigen zoon werd verloochend en uitgestooten, ging mede naar Belgrado, eerst zonder bepaalden rang, weldra als opperhoofd van het leger, ondanks zijn bij den troon-afstand gedane belofte, dat hij zich niet meer, op Servisch grondgebied zou ophouden. Voor Rusland was dat medegaan een reden te meer om hem, ex-Koning Milan, te haten, en van die gevoelens van antipathie openlijk blijk te geven door de geringschattende houding van den Russischen gezant in Belgrado, enz. Zelfs gaat Dr: Georgevitch zóó ver van den moordaanslag, die in 1899 in Belgrado plaats had op den Vader van Koning Alexander, op den ex-Koning Milan, openlijk toe te schrijven aan Russische invloeden en Russische omkooperij, wel te verstaan, en dit maakt de medegedeelde feiten zoo tragisch, met medeweten van Alexander-zelf, die, altijd volgens Dr: Georgevitch, reeds toen niets liever wenschte dan zich te ontslaan van een vader, wiens tegenwoordigheid hem belette zijn in stilte voorbereid huwelijk met de hem in haar macht hebbende Draga door te zetten. Het zou mij te ver voeren gansch deze verwikkelde geschiedenis, die als een draad heenloopt door het lijvige werk, hier uitvoerig weer te geven. Ik moet mij ertoe bepalen de woorden te herhalen, waarin de ex-Koning Milan de beschuldiging resumeert, in een onderhoud te Weenen met den ex-minister-president, in 1900, nadat het huwelijk met Draga was voltrokken, en beiden de oogen had geopend voor de houding van Alexander achter hun rug, terwijl zij méénden zijn vertrouwen en vriendschap te bezitten: ‘Als de maîtresse ophitste en mijn zoon mij dan ten slotte wegjoeg, dan had men immers zijn zin gehad! En waarom dan nog een moord? Maar... hem, mijn zoon, ontbrak daartoe de moed, en al verdroeg hij mijn tegenwoordigheid tandenknarsend, toch durfde hij zich niet openlijk aan mij bloot geven in zijn ware gedaante. En de zaak werd hoe langer hoe lastiger. Gij hadt succes met uw politiek, en ik als leger-opperhoofd... hoe kon hij dan plotseling, zonder een storm op te wekken, voor het volk treden en zeggen: mijn vader moet opnieuw heengaan. En hoor nu dokter, het beste bewijs dat onze arbeid het land ten zegen strekte is immers, dat Rusland onder die omstandigheden aan een moord op mij begon te denken, want hieruit volgt hoe men in Rusland bij zichzelf dacht: Servië komt, dank zij die beide mannen, (ex-Koning Milan en Dr: Vladan Georgevitch), er weer bovenop, en hoe langer dat zoo voortgaat, hoe onmogelijker het wordt voor Koning Alexander om zijn vader weg te jagen... en zoo werd men ongeduldig, en de gedachte aan den moord begon te ontkiemen’.... (blz. 604). En Dr: Vladan Georgevitch, die, volgens zijn getuigenis, de brieven, gewisseld tusschen Draga en een Russisch tusschenpersoon in handen zag van den ex-Koning, en die beweert, gedurende gansch het proces tegen den moordenaar, (waarvan de bijzonderheden een groot deel van het boek vullen), in de gelegenheid te zijn geweest de rol gade te slaan, welke Russische handlangers gespeeld hebben in het geval, neemt als het ware de verantwoording over van die vreeselijke beschuldiging van den Vader tegen zijn eigen zoon, waar hij spreekt van, doelend op de bovenaangehaalde en nog verder volgende woorden van Milan: ‘Een zoo logische redeneering - dat er aan de bewijsvoering geen enkele schakel ontbreekt...’ Veel sterker echter nog legt hij den nadruk op de schuld van Alexander-zelf, waar hij in een in 1903 in ‘Der Zukunft’ verschenen artikel: Der letzte Obrenovitch, uitroept: ‘Ik ben zijn (Alexanders) Minister-president | |
[pagina 150]
| |
geweest, en ik, Vladan Georgevitch, die het einde van het leven reeds nader, ik durf hier openlijk verklaren voor gansch Europa, dat Koning Alexander een moordenaar heeft omgekocht om zijn vader Koning Milan te dooden. Ja hoort toe, Majesteiten, hoort toe beschaafde volken, die thans het zichzelf helpen, waartoe een ongelukkig volk zijn toevlucht moest nemenGa naar voetnoot*), wilt beschouwen als een overmaat van niet-Europeesche barbaarschheid: Koning Alexander en zijn toenmalige maîtresse en latere Vrouw: Draga, hebben den moordenaar Knezewitsch omgekocht, om den eigen vader van den Koning, den grondvester van het nieuwe Servische Koningrijk, den eersten Servischen Koning, na den ondergang van het Keizerrijk van wel-eer, lafhartig en ruggelings dood te schieten...’
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN. (Wordt vervolgd). |
|