om de anderen het groote nieuws te kunnen vertellen. Wat een zalig feest was het gisteren voor haar geweest! Hier werd haar gedachtenloop gestoord door het binnenkomen van Nettie, een klein pittig ding van even twintig.
‘Wat is het hier weer in-gezellig, Hildy’, en ze liet zich in de gemakkelijkste stoel vallen, die ze kon vinden. ‘Je bent toch maar een verwend eenig dochtertje,’ en hare oogen dwaalden over al de pracht en weelde, die er in het kleine vertrek heerschten.
‘Dag Hilda, dag Net,’ klonken twee vroolijke stemmen aan de deur en Ella van Hove met hare intiemste vriendin Lilly Rendal traden binnen. Ella wras ontegenzeggelijk de eenige bepaald mooie van de vier jonge meisjes. Ze was lang en slank en er lag een groote distinctie over haar geheele persoonlijkheid.
Het prachtige goudblonde haar was in een zware wrong achter op het hoofd gelegd en enkele kleine krulletjes omlijstten haar fijn gezichtje.
Ella zag er innig gelukkig uit; de anderen babbelden en lachten over het feest van den vorigen avond, maar Ella hoorde niet, hare gedachten waren ver, ver weg. O, ze voelde zich onuitsprekelijk gelukkig, eindelijk was er dan een einde gekomen aan haar vreeselijken twijfel. Ze wist het heel zeker nu, dat van Reelen haar liefhad, en dat zij en niemand anders zijn vrouwtje zou worden. God, ze verachtte zich nu, dat ze niettegenstaande haar groote liefde zoo weinig in hem had kunnen gelooven.
Ze zag hem weer voor zich den eersten keer dat Frits haar lievelingsbroer hem had meegebracht. Al zoo dikwijls had Frits gezegd: ‘Elly, Hugo van Reelen is juist iemand, die in je smaak zal vallen, hij is zoo geheel anders dan de jongelui, die je tot nu toe hebt ontmoet,’ want Frits wist wel dat zijn zusje heel moeilijk te voldoen was, trouwens hij zelf eischte het allerhoogste voor haar, want zij was voor hem het ideaal van ‘de vrouw.’
Al dadelijk had ze toen groote sympathie voor hem gevoeld, en dit scheen wederkeerig te zijn, want vaker dan noodig was, had hij de van Hove's bezocht, en langzaam was het over haar gekomen en had ze gevoeld dat dit nu de liefde was, waarvan ze in boeken gelezen had, maar die ze voor zichzelf onbereikbaar had gewaand.
Na eenige weken was hij in hun tennisclubje geïntroduceerd, dat was het begin geweest van al haar twijfelen. Al spoedig bemerkte ze, dat Hilda van Masten, het eenig kind van schatrijke ouders, alle mogelijke moeite deed, Hugo's aandacht tot zich te trekken, maar eerst gelukte het in 't geheel niet; steeds bleef hij Ella uitverkiezen boven alle anderen. Eigenlijk behoorde Hilda niet tot hun kringetje, maar na veel moeite was 't haar gelukt zich in de tennisclub te doen vragen, maar haar eerzucht was nog niet bevredigd, een huwelijk met Jhr. v. Reelen, was het einddoel van al haar streven.
Belachelijk had Ella het gevonden, en kalm had ze voortgeleefd, volkomen zeker van haar zaak. Toen, in eens ging een van de grootste bankiershuizen fout, Frits kwam thuis en vertelde dat de van Reelen's er voor het grootste deel van hun vermogen in betrokken waren.
Toen was voor het eerst het denkbeeld bij Hugo opgekomen zijn ouden adelijken naam te redden met Hilda's fortuin.
Wat was adel zonder geld? Vergulde armoede, niets meer. Zijn strijd was een marteling, en Ella, met haar fijn gevoel van liefhebbende vrouw, leed in stilte mee, voelde al zijn stemmingen, dan eens prikkelbaar, en onheusch, dan weer de oude Hugo van vroeger. En soms voelde ze het, haar geluk ging haar ontglippen. Maar nu.... neen na gisteren avond was er geen twijfel meer mogelijk, zoo wreed kon Hugo niet zijn. Hij had haar zoo duidelijk getoond dat hij haar lief had, en ze had zich zoo zalig gevoeld....
‘Maar Ella, je zit maar te peinzen, en je luistert in het geheel niet, Hilda heeft ons een nieuwtje te vertellen.’
‘Nu dan meisjes,’ zei Hilda, ‘ik wil jullie niet langer op de proef stellen,’ en triomfantelijk rustte haar blik op Ella: ‘Gisteravond heb ik mij verloofd met Jhr. v. Reelen.’
Een oogenblik was 't doodelijk stil, Lilly keek angstig naar Ella, Goddank zij vermande zich en sprak zelfs het eerst: ‘Wel Hilda, van harte gefeliciteerd!’ Even sprak er verwondering uit Hilda's koude oogen, zou ze zich toch hebben vergist.
Spoedig had Lilly een voorwendsel bedacht om naar huis te kunnen gaan, en vroeg Ella mee te gaan.
Geen woord werd er gesproken door de beide vriendinnen, alleen een stevige handdruk toen Ella thuis aanbelde. Langzaam ging ze naar binnen, met loome schreden klom ze de trap op naar haar slaapkamer,