en een goede moeder, heeft meer dan iemand anders recht op onzen eerbied; zij heeft hier echter recht op omdat en zoolang zij het waard is.
Inspanning en zelfopoffering zijn de wet, die het leven waarde geeft zoowel voor den man als voor de vrouw, ofschoon noch de moeite, noch de zelfopoffering hetzelfde kunnen zijn voor den een als voor de ander.
Ik geloof in het minst niet aan het geduldige Griselda type, aan de vrouw, die zich onderwerpt aan een aanhoudende slechte behandeling, evenmin als aan den man, die zich laat beleedigen.
Geen beleediging is zoo afschuwelijk als de beleediging van een man jegens zijn vrouw en kinderen, die teedere gevoelens bij hem moet wakker roepen.
Zelfzucht jegens hen, gemis aan hartelijkheid, gemis aan belangstelling, maar bovenal ruwheid in eenigen vorm jegens hen, zou in elke rechtschapen ziel den meest krachtigen hoon en verontwaardiging aanwakkeren.
Ik geloof zoowel aan het bewaren van het zelfrespect van de vrouw als aan dat van den man, ik geloof evengoed aan haar rechten als aan die van den man, ja zelfs meer en ik beschouw het huwelijk als een vennootschap, waarin beide partijen in eere verplicht zijn te denken aan de rechten van den ander, zoowel van hem als van haar.
Ik vind echter de plichten bijna nog belangrijker dan de rechten, en ik geloof, dat op den duur de belooning voor goed gedanen plicht rijker en grooter is, dan voor het blijven staan op persoonlijke rechten, hoe noodzakelijk die ook dikwijls moet zijn.
Uw plicht is zwaar en uw verantwoordelijkheid groot, maar het grootst van al is uw belooning. Ik heb in het minst geen medelijden met u, integendeel, ik eerbiedig en bewonder u.
De bestemming van het nageslacht ligt in de hand van de vrouw.
Moeders, met het opvoeden van uw kinderen moet gij er aan denken, dat terwijl het een hoofdzaak is lief en teeder voor hen te zijn, het niet minder een hoofdzaak is, verstandig en flink te wezen. Dwaasheid en toegevendheid moeten niet als afwisselende uitingen beschouwd worden, en behalve uw zoons en dochters te wijzen op de zachter en toegevender deugden, moet gij trachten hun die ernstige en sterke hoedanigheden te geven, die zij in hun later leven zeker noodig zullen hebben.
Sommige kinderen gaan den slechten weg op ondanks de goede opvoeding en sommigen, wier omgeving heel ongelukkig is, worden brave menschen, niettemin oefent de huiselijke kring den grootsten invloed uit.
Als moeders door zwakheid hun zoons stijven in hun zelfzucht en hun steeds aan zichzelf doen denken, zijn zij verantwoordelijk voor het verdriet van de vrouwen, die later hun echtgenooten zullen zijn.
Als gij uw dochters lui grootbrengt, misschien onder den verkeerden indruk, dat als gij zelf hard hebt moeten werken zij alleen vreugde zullen kennen, bereidt gij haar voor nutteloos jegens anderen te zijn en een last voor haar zelf.
Leer jongens en meisjes zóo, dat zij hun leven niet besteden aan het vermijden van moeilijkheden, maar aan het te boven komen er van.
Leer hun, dat het geen vloek, maar een zegen is, te werken, zoowel voor hen zelf als voor anderen; tracht hen gelukkig te maken door ze vreugde te laten scheppen in het leven, maar leer hun ook, dat ze tegenover het leven staan met de vaste overtuiging, dat zij hun geluk danken aan den arbeid; en laten zij hun plicht doen tegenover God en de menschen.
Zeker is zij, die dusdanig haar kinderen opvoedt drievoudig gelukkig onder de vrouwen.
Er zijn veel goede menschen aan wie de zegen van kinderen ontzegd is en voor hen hebben wij den eerbied en sympathie, die men steeds verschuldigd is aan degenen, die zonder eigen schuld een van de grootste zegeningen des levens moeten missen.
Maar de man of vrouw, die met voorbedachten rade deze zegeningen verbeurt, òf door slechtheid, koudheid, harteloosheid of eigenliefde, wel, zulk een schepsel verdient verachting, evengoed als de soldaat, die voor het gevecht terugdeinst, of als de man die weigert te werken voor het onderhoud van degenen, die van hem afhankelijk zijn en die hoewel lichamelijk sterk, zich vergenoegt in ledigheid het brood te eten, dat anderen verdienen.
Het bestaan van dit soort van vrouwen vormt een van de onaangenaamste en ongezondste dingen van het moderne leven. Degeen, die zoo kortzichtig is van niet te