des lands hun daarvoor de drie, reeds vroeger opgeheven kloosters, af te staan, opdat hunne ongehuwde dochters daar op lateren leeftijd een toevluchtsoord zouden vinden. -
Dit werd hun toegestaan, op schrift gebracht en bezegeld en sedert hebben de, uit dien tijd stammende Mecklenburgsche families, alsmede eenige uit de naburige provinciën, die met hen verwant zijn, het recht op die kloosterplaatsen en wel in dier voege, dat de oudste dochter steeds in Dobbertin wordt ingeschreven, de tweede in Malchow, de derde in Ribnitz, de vierde weder in Dobbertin, de vijfde in Malchow en zoo in het oneindige, zoolang er dochters aanwezig zijn.
De gouverneur (‘Klosterhauptmann’) heeft het recht op een kloosterplaats en vier plaatsen zijn het eigendom der burgemeestersdochters van de vier grootste steden van Mecklenburg; dit laatste geldt voor Dobbertin; of Malchow en Ribnitz zich even voorkomend tegenover de steden gedragen, weet ik niet, maar daar zij een geringer aantal plaatsen bezitten, zou ik het betwijfelen.
Om deze plaatsen te verkrijgen moeten de ouders der aspiranten hunne voorzorgen nemen. Elke jonkvrouw moet worden ingeschreven, waarvoor de som van honderd thaler wordt betaald. Hoe vroeger deze inschrijving geschiedt, des te voordeeliger voor de betrokkene, want alles gaat volgens ancienniteit. Zoo is langzamerhand de gewoonte ontstaan, om de dochters dadelijk na de geboorte te laten inschrijven.
Is de geboorte van een kind aanstaande, dan wordt een vertrouwd persoon, gewoonlijk de tuinman of de jager, gelast zich gereed te houden. Een paard staat in den stal reeds gezadeld en zoodra men de zekerheid heeft, dat de ouders zijn verblijd door de geboorte van een dochtertje, wordt dadelijk aan den bode het briefje met den te voren bepaalden naam toevertrouwd, de benoodigde som gelds er bij en.... voort gaat het, zoo snel het paard loopen kan.
En tot een waren wedren komt het, wanneer onderweg toevallig meer boden elkander aantreffen, want natuurlijk wil ieder van hen de eerstaangekomene zijn, terwijl het vooruitzicht op eene flinke belooning, waarvan hij in dat geval verzekerd is, hem nog tot meerderen spoed aandrijft.
Het moet eens gebeurd zijn, dat vier boden bijna gelijktijdig in hetzelfde klooster aankwamen, met een verschil van slechts weinige minuten en toch veroorzaakten die enkele minuten een verschil van twaalf jaren, zooveel vroeger kwam de eerst-ingeschrevene ‘Conventualin’ in het bezit harer inkomsten dan de laatste.
Elk klooster heeft een bepaald aantal plaatsen.
Dobbertin, het grootste en rijkste, telt er zes en twintig, Malchow twintig, Ribnitz slechts twaalf.
Komt er eene plaats vrij door het overlijden van eene der dames, dan schuift de volgende op en slechts wanneer deze van hare rechten afstand doet, wordt de opengevallen plaats aan de daarop volgende aangeboden.
De sterfte in het klooster is gering, want het rustige en zorgelooze leven is bevorderlijk voor het bereiken van eenen hoogen ouderdom; daarom zou er zelden opschuiving zijn, als niet het meerendeel der toekomstige kloosterdames door huwelijk afvallig werd.
Zoo spoedig er in de adelijke kringen van Mecklenburg eene verloving plaats heeft, klinkt dan ook de vraag door het land: Is zij Dobbertinerin, Malchowerin of Ribnitzerin? En een gevoel van oprechte blijdschap - zooals anders helaas bij verlovingen weinig voorkomt, - gaat door de rijen der kloosterjuffers in spe, daar zij nu eene concurente minder te duchten hebben.
Dikwijls komen zij reeds op zeer jeugdigen leeftijd in het aangenaam bezit harer ‘Hebung’, die met eene ‘Viertelhebung’ van 52 Mark per kwartaal begint. Met eene, niet te beschrijven, gewaarwording wordt de eerste maal deze som in ontvangst genomen, die geheel volgens de wenschen der eigenares mag worden besteed en die het aangename vooruitzicht op herhaling en verhooging in zich sluit.
Bij voldoende plaats, door sterfte of wanneer eene huwelijksepidemie uitbreekt en de rijen der aspiranten worden gedund, schuift men op tot ‘halbe Hebung’, totdat eindelijk in het klooster zelf de plaats is vrij geworden en daarmede, behalve het geheele inkomen, ook nog eene woning en eigen huishouding het eigendom der gelukkige bezitster wordt.
Zij, die niet in het klooster wenschen te wonen - viermaal moet dit elke ‘conventualin’ worden aangeboden - verliest het recht op woning en levering in natura en krijgt dan alleen het geldelijk inkomen.
De inrichting der drie kloosters, zoowel als de inkomsten en voorrechten, waarop de