oprechtheid? Jawel Mevrouw, als alle kinderen heetten...., dan zou ik allen een 10 geven. Dit kind is zooals het is: eerlijk en oprecht. Maar vele anderen??
Ik krijg de nieuwe leerlingen medio Aug: en sta ze na ongeveer 10 maanden onderwijs af aan een hoogere klasse. In die 10 maanden moet dan een onderwijzer doordringen in het zieleleven van zijn leerlingen. Zou 't mogelijk zijn? Ook bij deze kleine wezentjes is het streven reeds zich “mooi” voor te doen. Ze willen zoo graag “aardig” en “lief” zijn! Is dat eerlijkheid? Moet de onderwijzer die eerlijkheid in cijfers uitdrukken? Nu stem ik éen ding toe: een onderwijzer, die steeds goed acht geeft op zijn leerlingen, zal 't karakter wel blootleggen, doch in mijn klasse zitten nog vele “verborgenheden,” zielen, waarin ik nog niet ben doorgedrongen en waarin ik misschien niet zal doordringen. Moet een onderwijzer op den schijn dan afgaan? Neen toch! Wel kan ik u mijn stelregel meedeel en: bij 't begin van den cursus zeg ik direct, allen te vertrouwen, omdat ik niemand ken. Doch ze moeten zich wel hoeden, me niet te beschamen, want dan is 't met mijn vertrouwen uit. Spoedig vergeet er een zich zelf. Welnu, een voorbeeld voor de anderen. Zoodra de afgevallene 't vertrouwen weer waardig blijkt, zijn we weer op den ouden voet.
Nogmaals, Mevrouw, ik acht me onbevoegd, eerlijkheid in cijfers uit te drukken, Maar bovendien: nooit zou ik er me toe leenen! Waar ik het stelsel van cijfers (vooral voor vlijt) reeds verfoei, omdat men zich zoo licht kan vergissen, zou ik het me zelf nooit kunnen vergeven, als ik een kind een te laag cijfer gaf voor oprechtheid.’
Ziehier een gedeelte uit des onderwijzers antwoord.
Als alle leeraren en leeraressen zóo waren als deze, welk een zegen ware dit! Hier is blijkbaar een man aan het woord die aan ernstig overwegen en nadenken paart een voortreffelijk gemoed. Een man van overtuiging en karakter, een man met een hart, die onbewimpeld zijn meening uitspreekt.
't Kan niet anders of zulk een antwoord zal de vraagster tot denken hebben geprikkeld.
Aan welke zijde zullen wij ons scharen?
Me dunkt we staan niet voor een moeilijke keuze. Zonder aarzelen zijn we het eens met den onderwijzer en bestrijden wij de opvatting dier moeder. Zoo het althans nog behoeft, want 'k houd het er voor dat zij haar inzicht nu al zelve veroordeelt. O dat stelsel van cijfers op de scholen! Men meent het zoo goed en toch voelen we dat het niet deugt, niet goedgekeurd en verdedigd kan worden. Cijfers, b.v. van 1-10 en daartusschen nog deelen (halven, ja zelfs kwarten desnoods) van getallen.
Is het mogelijk op die wijze juist weer te geven een indruk omtrent vlijt en vorderingen en gedrag? Men moet het precies kunnen doen of het nalaten, om te voorkomen den geringsten schijn van partijdigheid en onrechtvaardigheid en deze worde vóor en boven alles vermeden, opdat niet in een kinderhart wantrouwen jegens zijn leeraar worde gezaaid.
Een kind wil vertrouwen, onvoorwaardelijk en onbepaald. Vreeselijk als dit wordt geschokt en niets haat een kind méer dan onrechtvaardigheid. Gelukkig! Deze haat is een stille hulde aan de deugd der deugden.
Cijfers voor vlijt!
Me dunkt, de persoon die ze moet geven, zal wel vaak deerlijk verlegen staan. Waaruit moet die vlijt blijken? Uit het huiswerk? Maar als nu het werk van den eenen leerling véel beter is dan van d' ander? Dan moet worden onderzocht of aan het huiswerk al of niet geholpen is, en ook of diegeen - wiens vlijt geringer schijnt - misschien niet nog méer zijn best deed dan de ander wien het minder moeite kost zijn werk te maken? 't Komt niet slechts aan op de resultaten, maar meer nog op de wijze waarop en den weg waarlangs deze verkregen zijn.
Hoe gevaarlijk is het een mooi cijfer te geven aan den leerling met vlugge geestvermogens, hoe bedenkelijk en ontmoedigend een laag cijfer voor vlijt aan een die al zijn best doet, maar wiens gaven zooveel minder zijn!
Cijfers voor vorderingen!
Dit kan, want nu wordt alléen gevraagd naar de hoogte waarop leerlingen staan, niet hoe zij tot deze gekomen zijn. Nu heeft men vaste gegevens. Den ontwikkelde moet men misschien toevoegen: uw cijfer had, bij meerder lust en inspanning, hooger kunnen wezen; den minder geestelijk bevoorrechte maar die zijn best deed, kan men opwekken en zeggen: laat u niet ontmoedigen, het zal wel anders worden. Den eerste wijst men op zijn plicht, den laatste wekt men op en wat vermag niet een bemoedigend woordje!
Cijfers voor gedrag!
Moeilijk geval! Zeker... dikwerf is het gemakkelijk zulk een taxatie. Er zijn er wier