De Hollandsche Lelie. Jaargang 19
(1905-1906)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdBrief uit Londen.Tis aardig zooals Dickens en Thackeray blijven leven in het Engelsche hart! Nieuwe uitgaven van hunne werken blijven steeds op het programma, ja de werken van Dickens worden nu zelfs allergeestigst in beeld gebracht. De prentbriefkaarten van David Copperfield zijn reeds eenige maanden de wereld in, en ze zijn meesterlijk van uitvoering. Het plan bestaat alle boeken van Charles Dickens zoo te vereeuwigen. ‘Dickens Country’, ‘Thackeray Country’ zijn ook nieuwe uitgaven, die in dien tijd verplaatsen. Onlangs las ik nog in een alleramusants boek over ‘London's Historic Stones’ dat Dickens en Thackeray en Dr. Johnson er het meest toe hadden bij gedragen om Londen voor het nageslacht als zoodanig te doen leven. Op de huizen b.v. waarin zij woonden hebben ze een onsterfelijk stempel gedrukt. ‘Harry Warrington enjoying the May Sun from his pleasant window in Bondstreet; Old Colonel Newcome kneeling among the ‘Grey Friars’ of Charterhouse; little David Copperfield at the waterside blacking warehouse; poor weeping Nancy on the steps of Surrey Pier, by London Bridge;! Deze bekende figuren en hun verdriet zijn meer réeel voor ons, dan de korte ‘glories of Lady Jane Grey’ - En Dr. Johnson! Voor hem was ‘the roaring of the everlasting noise’ altijd weer vol bedoeling. Hij placht te zeggen - ‘wie moe is van Londen - is zijn leven moe -’ en dat gezegde: ‘I think the full tide of existence is at Charing Cross’ wordt ook nu nog bewaarheid. De oude dokter had een groote voorliefde voor Fleetstreet waar hij altijd om en bij the second-hand bookshops te vinden was - zoodat men nu schrijft: ‘de oude man is daar nog in zijn bruine jas met metalen knoopen’. Wie kent niet de beroemde ‘taverns’ waar Johnson zich liet zien? ‘Cheshire Cheese’ in Fleetstreet met zijn literaire club, is nog beroemd en zeer weinig veranderd sinds Johnson's en Goldsmith's. Er zijn weinig straten in Londen die zoo zichzelf gelijk zijn gebleven als Fleetstreet. Schilderachtig is Fleetstreet nog altijd, met zijn onregelmatige huizen, hier en daar door een bijstraat een kijkje verrassend, op the river, maar in Dr. Johnson's tijd toen de uithangborden nog veelkleurig de gevels versierden, en de dames en heeren in hunne eigenaardige kleeding er door heen liepen, de tijd van knieband en kuitbroek, van satijn en kleurige zij en ruffles - moet Fleetstreet imponeerender zijn geweest. Dr. Johnson zelf echter zegt Boswell ‘liep er sjoveltjes tusschen door.’ Hij woonde achtereenvolgens in 16 huizen. Zijn Gough Squate House bestaat alleen nog. Hier heeft hij een groot gedeelte van zijn ‘Dictionary’ geschreven, hier stierf zijn vrouw. In de laatste jaren van zijn leven toen hij in Balt Court woonde had hij die eigenaardige pensioners om zich heen verzameld: Een philantropische scholar als Johnson was! Die kijvende dames, die hij zelf zoo geestig heeft beschreven in een brief aan Mr.-Mrs. Thrale: Williams hates every body; ‘Levett hates Desmoulins, and does not love Williams; Desmoulins hates them both; Poll loves none of them.’ Zeker heeft de minder vreedzame geest in zijn woning hem meer en meer naar ‘Cheshire Cheese’ gedreven. -
Charles Dickens was even als Charles Lamb een groot vereerder van the Inns of Court. Hoeveel beroemde mannen hebben er niet geleefd? Hoe ernstig en intens is de vrede die er hangt over die schilderachtige vierhoekige pleinen en gebouwen, die gelukkig wonderbaarlijk gespaard bleven na den brand van '66! Inner Temple en Middle Temple, van elkaar gescheiden door Middle-Temple-Lane is het merkwaardigste gedeelte van de Inns. Hier woonden de Tempelieren, hier was de ‘boetecel’ die zoo van afmeting was gemaakt, dat de arme boeteling er niet in liggen of staan kon. De emblemen van die orde, die zich zelf groote armoede oplegde zijn nog boven verscheidene poorten te vin- | |
[pagina 25]
| |
den. ‘Het lam’ als teeken van onschuld, en het ‘paard met de vleugels’ en het roode kruis. Het paard heeft oorspronkelijk geen vleugels gehad, maar 2 berijders als teeken van armoede. De tijd echter maakte de mansfiguren zoo onduidelijk, dat de ‘restorer’ ze voor ‘vleugels’ hield. Zeer beroemd is de Temple-church in ronde bouwvorm, in navolging van de kerk van het heilig ‘Sépulcre’ te Jeruzalem, en daardoor zeer bekend. De woningen en kantoren van de advocaten schijnen altijd even vervallen geweest te zijn, als ze nu lijken. Afgetreden trappen en nauwe ingangen, ‘laundresses (de portiersters, zoogenoemd misschien omdat ze zich weinig wasschen’, las ik eens) lijken in die historische omgeving al even antique. Charles Lamb is in de Temple geboren, hij groeide in die eigenaardige atmosfeer op en vergat nooit weer die indrukken. Dickens heeft ‘the fountain’ op een der pleinen onsterfelijk gemaakt, door zijn beschrijvingen van de ontmoeting aldaar van Ruth Pinck en haar broeder. Dr. Johnson woonde er, en een groep gebouwen is naar hem genoemd. Cromwell's secretaris had zijn kantoor in Lincolns Inn en zag meermalen zijn hooge heer bij hem daar binnentreden, eens zelfs, om een komplot te smeden tegen de jonge zonen van Karel I, wat uitlekte door de aanwezigheid van een schijnbaar slapenden klerk. Honderde historische momenten zijn hier afgespeeld - beroemde mannen woonden hier - the Inns of Court hebben een geheel afzonderlijke rol te spelen in het drukke Londen. In Middle Temple Hall reeds in den Tudor tijd beroemd, werd in 1601, the Twelfth Night van Shakespeare opgevoerd voor de koningin en haar schitterende hofhouding. Gray's Inn's gardens waren indertijd het meest gewild. Het was bepaald fashion er te wandelen, the Tatler en the Spectator bevestigen dit. - Nu zijn ze verdwenen - tenminste als zoodanig - zooals veel in Londen. Bacon plante hier de ‘elm-trees, en er bestaat nog een Bacon Mount. Charles Lamb schreef: ‘Bacon has left the impress of his foot upon their gravel walks.’ Onlangs had ik het voorrecht nog eens ‘de Temple’ te zien, door een advocaat die er woont, rondgeleid. Alles wat ik zag deed weer denken aan Thackeray's Arthur Pendennis, en als men eindelijk de zooveelste trap is opgeklauterd en aanbelt, meen je Arthur zelf voor zijn tafel te zien zitten, bezig z'n vernietigende critieken te schrijven! 't Is grappig, die conservatieve geest der Engelschen! Die barristers met hun pruiken op! Die verplichte diners, die in de Temple dininghall door de leden gegeven moeten worden, en al die andere oude gebruiken in de wetgeving. Een geschreven recht zooals ‘le Code Napoléon’ schijnt hier niet te zijn - de jury beslist meestal naar vorige uitspraken in soortgelijke gevallen afgaande. Een enorm geheugen wordt er geeischt van den advocaat, en een der meest beroemdsten ‘Sir Edward Clark’, die voor de moeielijkste questies meestal optreedt, heeft mede hieraan, naar ik hoorde, zijn grooten naam te danken. ‘The Temple Gardens’ waarin Arthur Pendennis op Zondagavonden zijn vriendinnetje ontmoette, en beroemd om hunne bloemenschat, waar volgens Shakespeare eens groeiden de roode en witte roos van de huizen van L. en York, zijn niet meer open voor 't publiek, alleen wordt er eens per jaar een beroemde bloemen-tentoonstelling gehouden. De bibliotheek van de Temple is prachtig, en schijnt zeer volledig. Van ieder nieuw lid, wordt als entrée £25 dus f 300 gevraagd, dan is hij voor altijd vrij van contributie. Door deze entréegelden kan de verzameling boeken en tijdschriften zeer royaal worden uitgebreid. Want er bestaat toch altijd eenige rivaliteit tusschen de universiteitssteden, zoowel als tusschen de Temple instellingen. 't Is ook eigenaardig zooals Londen zich verdeelt naar beroep en werk. Niet hier en daar door het enorme Londen zijn de advocaten verspreid, neen, het centre, het middelpunt van de rechtswereld, the Law Courts en Courts of Justice hebben die om zich heen gegroepeerd. Dáár is het terrein der advocaten. In en om The Temple zijn hun kantoren. Zooals om the Bank of England heen, de effectenhandelaars des daags wonen - in Fleetstreet, de voornaamste dagbladbureaux zijn, de Theatres om en bij Haymarket, de enorme Warehouses of pakhuizen bij de Docken. Vandaar dat er minder tijd verspeeld wordt met onvermijdelijk heen en weer loopen. | |
[pagina 26]
| |
Practisch is Londen gebouwd, en steeds valt dit den vreemdelingen op, die Londen voor 't eerst zien. Ze hebben van dat enorme Londen, die huizenzee, alleen maar een vage voorstelling van doolhof-zijn en een-erinverdwalen. Het is geheel onjuist. In weinig steden leert men zoo gemakkelijk den weg dan juist hier. Nergens wijst men u zoo duidelijk aan met zoo weinig woorden hoe ge loopen moet: ‘first to the left, second to the right’ is het korte maar juiste antwoord van den voorbijganger. En ge weet, dat ge na de eerste straat links ingeslagen te hebben, de tweede aan uw rechterhand moet nemen. We hebben er altijd plezier in, om den weg in Holland aan een tramconducteur b.v. te vragen. Hoe rustig neemt de man den tijd om u met veel omhaal van woorden zoo wat aan te duiden in welke richting ge moet gaan. Heel beleefd - zonder twijfel, maar te beleefd, niet businesslike. Misschien is hier te veel business, maar in 't gewone leven is die correctheid in zaken toch wel erg doelmatig.
De season is aangebroken. Dat zegt wat, voor de Londenaars, De groote huizen in 't West End worden nu weer bewoond, de zuiderstreken zijn vaarwel gezegd, nu is Londen het geliefde oord. Koetsiers en palfreniers, nieuw geéquipeerd, hebben hun deel in 't genoegen. De motor, in de meest elegante vorm, suist onhoorbaar door Hydepark. De danszalen worden bedanst, de kaarten voor de: ‘at homes’ met: ‘music-dancing’ er bij gevoegd, gaan onvermoeid rond. De middagen in ‘Ratten Row’, de avonden op eenige ‘at homes’, want men verdeelt zijn gunsten graag - een Seasoner heeft het druk, heel druk. Daarbij niet te vergeten de vele concerten die gehoord moeten worden, want 't is nu de tijd voor de meest uitheemsche celebriteiten. Hoe vreemder van naam, hoe jonger van jaren - des te meer succes. Het vorige jaar was ‘Marie Hall’ een ster, niet alleen om haar groote musicale gaven, maar ook om de romantische wijze, waarop zij ontdekt was, zij een kind dat langs de huizen liep, spelende - ontdekt door een groot musicus, en zóó tot de hoogte geklommen waarop ze nu staat. - Wie nu dit jaar de grootste attractie zal zijn? Samathini een Hollander heeft succes gehad. Hij geeft nu weldra zijn afscheidsconcert, nogmaal door het uitnemende orchest van Queens Hall met Mr. Wood als dirigent, tot begeleiding. 't Is de tijd van de opera nu, die Wagner uitvoeringen geeft; en van de Royal AcademyGa naar voetnoot*), waar de rytuigenfile voor groeit met de seconde. 't Is alles fashion. Men gaat naar die dingen toe -. Tentoonstellingen zijn open - overal. Schilders exposeeren nu hunnen arbeid. Onze Hollander Brückmann exposeert. Talentvol wordt zijn werk gevonden. Earlscourt exposeert en de Horse Shows zijn in vollen gang. Op 't water, op de mooie schilderachtige Theems schieten de met bloemen getooide roeibooten elkaar rusteloos voorbij, lampions in 't zeil, zoo zeilen de keurige scheepjes er tusschen door. Bij Ken en Hampton Court is de rivier zoo breed en zoo mooi van oever! Genot er op te varen bij ondergaande zon -. Ja, wat biedt Londen niet aan in deze verrukkelijke maanden, Londen zóó weelderig van parken en bloemen bedeeld, met een rivier als de kronkelende Theems, met een op uitgaan belust volkje bevolkt, dat niets vergeet uit te denken om zich te vermaken! Klinkt het niet dwaas, dat na de Seasonvermakelijkheden de Londensche dames een ‘change’ hoog noodig hebben, om het afgedauste en afgewandelde, moegewerkte lichaam door de zeelucht weer te doen herkrijgen het evenwicht. Maar hoeveel ritten moesten er ook gemaakt worden, hoeveel ‘dances’ bezocht, hoeveel concerten aangehoord.... Zou je niet geneigd zijn te zeggen, met een zekeren huisheer, die ofschoon hij met zijn huurder op den meest vriendschappelijken voet stond - na een bespreking over mogelijke verbetering in 't huis, zei: We are friends: but after all: 't is only business between us’. Voor deze dames: 't is after all only business. Hoe ze daarna genieten op hunne country houses in Kent en Herts, bij 't verrukkelijke Windsor en 't heuvelachtige Funbridge Wills, of op de Shootings in Schotland! Dan zijn ze vrij, en weer natuur-menschen -.
H. BAART DE LA FAILLE. |
|