De Hollandsche Lelie. Jaargang 19(1905-1906)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 5] [p. 5] Vergankelijk leven. Dorre vochtgeur stijgt uit blaeren, die de tuinman komt vergaren. Langs de wegen van het woud samenrapend 't doode hout. Lichtgewemel op de wegen, waar de wind ze weg komt vegen, voetstappen, in 't zandig grint, dat ze niemand weder vindt. Vogelstem in hooge boomen kweelt er teer zijn minnedroomen, als de schaduwstille nacht 't leven heeft tot rust gebracht. Dorre blaeren! - - Doode wenschen! - - Sterven moeten ook wij, menschen. En slechts teekens blijven staan, waar veel menschen zijn gegaan. Tot de tijd ze komt vermeeren, en ze doet tot stof verteren. - - 't Is zoo treurig dit te weten Lief, - ik kàn het niet vergeten. 't Maakt mij eenmaal stervensmoe - - Lief, kus gij mijn oogen toe. Laat mij gelooven in mijn graf, dat je eeuwig mij je liefde gaf. JEANNE C. VAN LEYDEN. Vorige Volgende