Levensbeschouwing.
III.
Zoolang er menschen op aarde wonen, zoolang is de behoefte der ziel merkbaar geweest om te aanbidden een boven-natuurlijke kracht die alle intuïtief voelden dat bestaan moest.
Die hoogere logica, dat boven het zinnelijk-waarneembare gewaarworden, dàt hadden die oude en in onze oogen onbeschaafde menschen toch al in zich. Getuige hun behoefte aan aanbidding, getuige hun behoefte aan dankzegging, door offers. Aan die waarheid twijfelt niemand. Daarmee is erkend dat er in het bovenzinnelijke een hoogere en diepere wijsheid en waarheid ligt besloten, die wij menschenkinderen niet eerder zullen kunnen begrijpen, alvorens we er ons toe zetten òm die te willen en te leeren begrijpen. Wij moeten ons dus in contact willen stellen met het Hoogere om het te kùnnen leeren kennen.
In alle tijden en onder alle volkeren nu zijn er menschen geweest, die die bizondere behoefte markanter en dringender in zich voelden dan het gros der schare en het is duidelijk en volgens menschelijk inzicht alléén-al zelfs redelijk en begrijpelijk, dat dergelijke personen, zoo buitengewoon vervuld met het verlangen om méér te kennen van het bovenzinnelijke, ook meer gemeenschap met en inzicht kregen in de boven het gewone en natuurlijke liggende zaken.
Er is op dat gebied dan ook in den loop der eeuwen heel wat gepraesteerd en geen wonder is het, dat in onzen tijd, waarin het in kennis komen met àl het gedachte en gewetene zóó makkelijk is, de geesten verstrikt en verward raken door àl die zgn. ‘hoogere wijsheid.’
En toch, dàt is het niet wat wij allen behoeven, we kunnen 't ons moeilijk denken dat er alléén een godsdienst zijn zou voor enkele uitverkorenen naar den geest of naar het hart. God is over ons allen Vader, met evenveel recht mag de arme misdeelde-naar-geest-en-gemoed tot Hem gaan als de rijk-begaafde. Komen tot Hem, mogen we allen, zonder onderscheid, onze nooden Hèm toevertrouwen mogen alle menschenkinderen. Voor allen die verlangen en willen kennen Hem onzen Schepper, voor hen allen is er een oplossing, voor hen komt ‘de oplossing’. Om daartoe te geraken moet er dus noodwendig als eerste en hoofdfactor aanwezig zijn...............
De wil om te leeren kennen. Dàn moeten we op zijde zetten àl onze vooroordeelen en oude als 't ware in ons vast-geroest-zittende begrippen en inzichten. We hebben onzen geest dus niet alleen te zuiveren, maar eerst geheel leeg te maken, volkomen te ontdoen van allerlei eigen bedenkseltjes en er zorgvuldig uit op te ruimen met vaste hand àl de stokpaardtjes. En dan zóó geheel ontledigd, in dien ledigen staat moeten we bidden, d.i. dringend smeeken om voorlichting, aanhoudend vragen en stil en oplettend afwachten dan. Stil zijn! O, het is niet makkelijk in deze drukke en druk-doende maatschappij om stil te zijn, maar wees dan alleen stil voor uzelve, stil in uzelve. Houd verre allen invloed, wacht en bid totdat er licht en begrijpen komt.
En dàn zult ge 't hooren hoè God tot U komt en troost en bemoediging en licht geeft en ge zult dan hooren: ‘mijn kind, is het dan zóó zwaar om te gelooven alles wat ik zóó duidelijk èn eerst door de profeten voorzegd en in Christus volbracht heb? Is het dan zóó zwaar om dàt te gelooven waarvoor de meeste waarborgen zijn zelfs uit menschelijk oogpunt beschouwd?
Welke geschiedenis verdient meerder geloof dan het oude testament? Welk ‘wonder van Liefde’ is méér door bewijzen gestaafd dan het offer van het Goddelijk Lam, waarvan de profeten gewaagden? Doordring U eerst van deze Waarheid en geloof ze als een volgzaam en willig kind, laat u eens leiden door mij en ge zult eens zien hoè een ànder leven ge in u voelen zult. Houd eens jaren voet bij stuk en laat U eens door niets hiervan afbrengen, houd eens vast aan uw gelooven van nú en toets eens ernstig alle andere wijsheid hieraan. Wees stil en bid zoodra het oude ongeloof komt opzetten, wees stil en bid zoodra al het oude weer in verzet wil komen. Blijf u overgeven en blijf bidden, ge hebt het ervaren, dat het nergens was waar de menschen en gij-zelve