III. Aan Studium over De dubbele roeping der Vrouw.
Wellicht zult U en ook anderen minder aan mijn opinie hechten, omdat ik nog niet het bewijs heb kunnen leveren, dat mijn theorie opgaat ten opzichte van mijzelve; maar toch meen ik wel te mogen spreken van een beetje ondervinding, ten opzichte van anderen.
Van jongs af aan, wisten wij, twee zusters van mij en ik, dat we later op onszelven moesten staan. Fortuin was er niet en het huishouden was groot en onze vader jong gestorven -; dus moest ieder z'n eigen kost verdienen. Op ons 12e jaar gingen we naar een Jongens H.B.S. - ook al met het doel meer geestelijke ontwikkeling te krijgen, dan meisjesscholen gewoonlijk geven. Maar niettegenstaande er 's avonds veel schoolwerk was, stond onze moeder er toch op, dat wij handwerklessen namen - omdat handwerken, stoppen, verstellen etc. toch een van de eerste vereischten in een meisje zijn; hetzij ze later trouwt - ja of neen.
Nu ben ik volkomen met U eens, dat er bij drukke studie bepaald van huishoudelijke bezigheden niet veel komt. Alle drie hebben wij een vak geleerd - de een boekhouden - de ander Postbeambte - en ik zelf Apoth-assistente.
We zijn in betrekking gegaan; dus hebben verder geen huishoudelijk werken geleerd.
Maar nu ben ik van meening, dat dit ook niet direct noodzaak is.
In betrekking zijnde, in welk vak ook, leer je werken, leer je onderdanig zijn, leer je je plicht kennen en je eigen willen en wenschen heelemaal op zij zetten. Je leert omgaan met menschen, die boven je staan en die beneden je staan, je leert de waarde van het geld kennen, je leert zwijgen, waar je in eigen omgeving zou spreken - kortom je leert zooveel, dat je later als hoofd van een huisgezin uitstekend te pas kan komen.
Je leert zooveel, dat je nooit kan leeren in je eigen thuis - zelfs bij een voortreffelijke moeder niet.
Ondervinding - menschenkennis, levenswijsheid en bovenal het zelfstandig kunnen zijn - vindt men niet of zeldzaam bij meisjes, die altijd thuis geweest zijn of wellicht op kosten van de ouders naar den vreemde werden gestuurd - tijdelijk. Zij mogen dan goed doorkneed zijn in huishoudelijke bekwaamheden, maar dat alleen maakt je nog niet tot een voortreffelijke echtgenoote, die haar man aan huis weet te binden en tot een goed opofferend moedertje, dat haar kinderen begrijpt en leiden kan.
Hoe dikwijls blijft menige vrouw kindvrouwtje - verre van veel dingen in de wereld waarvoor ze haar kinderen niet waarschuwen kan, omdat zij ze zelve nooit kende of begreep.
Als goede opvoedster voor een kind prefereer ik een meisje met het waarachtig natuurlijk moederlijk gevoel, dat in de werkelijke werkwereld is geweest, een meisje dat van nabij moeders en moeders heeft leeren kennen - moeders met veel tekortkomingen - maar ook moeders vol liefde en toewijding.
De kennis aangaande opvoedkunde en kinderverzorging, noodig geoordeeld voor jonge vrouwen, vind ik vrijwel onnoodig.
Voor het waarachtig moeder-zijn, zijn geen boeken noodig, maar een zuiver natuurlijk gevoel -, een goed ontwikkeld verstand en een hooge levensopvatting. Onverschillige, gevoellooze, vrouwen zullen niet tot haar natuurlijken plicht gebracht worden - zij hebben geen behoefte om gelukkig te maken, alleen maar om gelukkig te zijn. En ik ben van meening, ik zou uit eigen omgeving voorbeelden kunnen noemen, dat dat altijd in hetzelfde kringetje van kennissen ronddraaien, dat altijd thuis zijn, dat altijd zoo kinderachtig meisje zijn - iemand kleingeestig, kletserig, levensmoe en onbeduidend maken.
Ik ben geen moeder, ik werk nog voor mijn eigen brood, maar ik weet wel dat ik bepaald houd van vrouwelijke bezigheden, omdat ik vrouw ben en alle mogelijke verloocheningen onuitstaanbaar en aanstellerig vind. Mijn werkdag is 9 uren dus altijd heb ik genoeg tijd over om andere dingen te doen, 't zij naaien of in het huishouden helpen.
Een zuster van mij, ook van haar 18e jaar in betrekking, is nu geëngageerd; zij legt er zich met ijver op toe later een goede huisvrouw te worden en ik geloof ook, dat dat heel goed kan.
Als je waarachtig liefhebt, is het voor de vrouw een zoete plicht te trachten voor haar man te worden die zorg en steun, die hij zich voorstelt.
En waar in de wereld plichten betaald werden met geld en helaas dikwijls met ondank, krijgen ze in het huwelijk een veel hoogere belooning - de standvastige liefde, dankbaarheid en achting van man en kinderen.
Ik ken vrouwen - voor hun trouwen nooit van huis geweest, die goed kunnen koken etc., uitstekende huishoudsters - maar tegenover haar minderen en voorn. haar personeel, dat despootachtige, dat minachtende - dat echte - jij staat onder mij - ik zal je commandeeren.
Ik ben er van overtuigd, dat een vrouw, die zelf in betrekking is geweest, nooit zóó zal zijn voor haar dienstboden. Zoo'n vrouw zal een dienstbode behandelen als een huisgenoote, ze zal zich verantwoordelijk rekenen voor het geluk en de tevredenheid van haar dienstbode, zoolang ze in haar huis is. Als zij met haar huishouden iets extra's gebruikt buiten het gewone etc. zal ze het haar dienstbode ook geven - maar haar niet zooals veel Mevrouwen doen, b.v. de taartenschoteltjes om laten wasschen - zonder haar iets te geven.