wat de schrijver ons heeft willen aantoonen.
Tot het ronddragen van Cervantes' satyre heeft ook veel bijgebracht het uitgeven van geïllustreerde edities.
De eerste was van 1622. Eene dergelijke fransche prachtuitgave zag het licht in 1746. Eene Madridsche uitgave verscheen in 1780. Carnicero en Chodowiecki gaven er hun kunst aan ten beste. Gustave Doré was in 1863 de laatste illustrator, terwijl Schrodter hem omstreeks 1840 voor was.
Trouwens in 1879 telde de Iconograaf Lopez Fabra reeds zestig geïllustreerde uitgaven; een bewijs hoezeer Cervantes' creatie typen heeft voortgebracht, welke de phantasie van de kunstenaars voldoende prikkelden om ze in beeld te brengen; om de gestalten van Don Quichotte, en de hem omringende personen en gebeurtenissen, lichaam en gestalte te geven.
Ruw geteld zijn er 400 Spaansche uitgaven, en ongeveer 650 vertalingen of bewerkingen, waarvan 200 in het Engelsch, 170 in het Fransch, 100 in het Italiaansch, 70 in het Hoogduitsch, enz. enz.
We meenen niet tegen ‘Windmolens’ te vechten, indien we onze lezeressen opwekken om een gulden te offeren (adres M.G. Wildeman, 2e Sweelinckstraat Den Haag), opdat ook van ons land uit, aan den Spaanschen Koning een bewijs van instemming zal kunnen worden gezonden met het jubilé, dat men daar voorbereidt.
Jong of oud zijnde hebben we gelachen met de Don Quichotterieën. Laten we onzen dank daarvoor betalen in eene hulde aan Spanje's grootsten schrijver te brengen.