Moeders uit de hoogere standen laten in den regel de zorg en opvoeding hunner kinderen aan anderen over. In de eerste levensjaren worden de kleintjes voor een groot deel aan kindermeisjes toevertrouwd. Later geven zelfs de moeders, die hun kroost in de eerste jaren verzorgden, ze in vreemde handen en in veel gezinnen houdt de moederlijke leiding feitelijk op wanneer het kind naar de openbare school gaat.
't Is zeker gewenscht, dat verschillende specialiteiten zoowel voor 't lichamelijk als voor 't geestelijk heil van het kind helpen zorgen, maar laat de moeder nooit vergeten dat, al legt ze een deel van haar taak op de schouders van anderen, de eigenlijke vorming van haar kinderen háár werk blijft, uitsluitend het hare. 't Is haar plicht om één middelpunt te groepeeren het onderwijs der verschillende specialiteiten, dit samenhang te geven, het kind langzamerhand het begrip bij te brengen, dat er eenheid van doel is in zijn werk.
Het groote belang van de opvoeding in huis springt duidelijk in het oog als het kind een meisje is, want voor de vraagstukken en werkzaamheden die het vrouwenleven in 't bizonder raken, is geen plaats op het programma der openbare school; ja zelfs op onze beste particuliere scholen en de meeste opleidingsinstituten voor vrouwen, wordt volstrekt geen rekening gehouden met een opleiding, die het meisje geschikt maakt voor haar waarschijnlijke toekomst.
Dat de meeste meisjes toch eenmaal vrouw en moeder zullen worden, wordt niet algemeen erkend. We leiden onze dochters vóór alles op voor een beroep, zoodat ze de jaren die aan een huwelijk voorafgaan zichzelf kunnen onderhouden en geven hen gelegenheid tot ruimer ontwikkeling, om hen beter van het leven te doen genieten. Zoekt men echter een meisje dat voor haar waarschijnlijke bestemming ‘het moederschap’ opgeleid is, dan zult ge haar slechts bij groote uitzondering vinden.
Over 't algemeen laten wij Amerikanen onze kinderen veel te veel buiten de groote waarheden, die toch van 't grootste belang voor hen zijn. Voor den jongen man brengt dit gebrek aan onderricht dikwijls groote zedelijke en lichamelijke gevaren mee, terwijl de ernstige vrouw haar geheele leven door deze leemte in haar opvoeding pijnlijk voelt. Dagelijks komt ze voor moeilijkheden te staan, die ze niet weet op te lossen en die ze pas leert doorzien, als de tijd om haar kennis te gebruiken voorbij is.
De jonge vrouw, die niet als toekomstige moeder is opgevoed, treft soms het onbillijk verwijt dat ze tegen het kinderen krijgen opziet; de jonge moeder wordt verantwoordelijk gesteld voor fouten in de behandeling van haar baby, fouten die zeker niet voortkomen uit gebrek aan liefde, maar eerder uit grove onwetendheid, het gevolg van gebrekkig onderricht in de meisjesjaren. De vrouw krijgt eenige kennis van de wetten der erfelijkheid en ontdekt dat ze door een overijld, ondoordacht huwelijk, niet alleen haarzelf, maar ook haar kinderen benadeeld heeft. De moeder leert pas na de geboorte van haar kind, wat verstandige zorg vóór de geboorte kon hebben uitgericht; wanneer haar zoontje tot man opgroeit, begint ze te beseffen wat de huiselijke omgeving in zijn jongensjaren voor hem had kunnen doen.
Onze hedendaagsche moeders erkennen de behoefte aan een speciale opleiding voor de vrouw, door cursussen en voordrachten te volgen over opvoeding en verzorging van het kind, meestal hun studie aanvangende met de eenvoudigste begrippen. Zal de poging, om het hiaat in de vrouwelijke opvoeding aan te vullen, hiermee ophouden? Zullen wij onze dochters laten kampen met dezelfde moeilijkheden die wij op ons pad gevonden hebben, of zullen wij hen door een betere huiselijke opleiding trachten voor te bereiden tot een gelukkiger, heiliger, verstandiger moederschap dan de meesten van ons gekend hebben?
Zullen de toekomstige jonge moeders hun roeping vreezen en verkeerd begrijpen als zoovelen in onze dagen, of zullen zij met blijdschap de verantwoordelijke taak op zich nemen, in het volle bewustzijn van de uitgestrektheid en den heerlijken rijkdom van hun arbeidsveld?
Wat wordt het moederschap tegenwoordig dikwijls verkeerd opgevat! Onder mijn kennissen heb ik een gehuwde vrouw, die als meisje niets liever wenschte dan een flinke betrekking te bekleeden, welke haar een onafhankelijk bestaan zou verschaffen. Na veel teleurstelling en tegenspoed in allerlei richting trouwde ze ‘omdat ze zich een overbodig schepsel achtte, ongeschikt tot nuttiger levenstaak.’
Schande over ons moeders, dat wij onze schoone roeping zoo weinig aantrekkelijk weten te maken; schande over ons, dat