ze de oorzaak weg moest nemen, als ze 't kwaad wilde bestrijden, en dat zij eene betere omgeving moest zoeken voor die stumpers, die den meesten tijd op straat rondzwierven, omdat 't thuis zoo naar was.
Eene eenvoudige, huiselijke omgeving, voldoende voeding, en vooral individueele behandeling van 't kind, daarvan verwachtte Jonkvrouwe Boddaert alle heil.
Haar Liefdehuis, haar kindertehuis stelde zij na den schooltijd open voor de armsten onder de armen, voor de jeugdige dieven, voor de zwervers in ons groot Amsterdam.
Met een onuitputtelijk geduld begon zij haar moeilijke taak, om 't vertrouwen te winnen van die stumpers, om hen te doen gelooven aan hare Liefde, aan haar Geloof in hen.
Zij slaagde buiten verwachting spoedig daarin en dat gaf haar moed om voort te gaan.
Het groote geheim van haar invloed was zeker in de eerste plaats haar vertrouwen, maar niet minder sterk werkte haar strenge rechtvaardigheid.
En in bijna hopelooze gevallen wist zij, door de schatten van Liefde, Vertrouwen en Geloof gesterkt, de verdwaalden op den goeden weg terug te brengen. En al week er zoo nu en dan wel weer eens een af van dien goeden weg, zij wanhoopte niet.
Zij wíst, dat de Liefde op het laatst overwinnen móét en zelfs daar, waar ieder twijfelde, gaf dat weten haar kracht om vol te houden.
En nu, na ruim anderhalf jaar, kan zij zeggen, dat ze geslaagd is, al is alles ook nog niet volmaakt.
Bij een bezoek aan haar Tehuis vraagt men zich werkelijk met verwondering af: Zijn dat nu die armsten onder de armen, jonge, verwaarloosde vagebonden?
We kùnnen 't ons niet voorstellen, dat daar onder die prettig in den tuin spelende kinderen gewezen jonge dieven zijn.
Hoe open is hun blik, hoe beleefd en vriendelijk begroeten zij ons en wat is er eene goede verhouding onderling bij 't spelen! Geen vuistslag in drift, geen ruw woord, geen woest weggrijpen van elkaars speelgoed.
En de blijdschap als ze ons hun schatten laten zien, die ze bij 't Fröbel- en Slöjdonderwijs gemaakt hebben, want ze worden 's avonds nuttig beziggehouden, krijgen lessen in verschillende vakken en leeren vooral te werken met lust.
Hoe lieten ze ons opgetogen hun plantjes zien, alle op eene rij geplaatst, van hunne namen voorzien!
En in den zomer gaan ze naar eenen tuin, waar ze zelf mogen werken en waar de liefde voor de natuur vanzelf ontwaakt. De omgeving is héél eenvoudig, zonder weeldedingen, maar wel hier en daar platen en kleine versieringen, door de kinderen zelf vervaardigd. Zij zelf dragen groote, bonte boezelaars met mouwen, om hun eigen kleeding te sparen en ook Jonkvrouwe Boddaert draagt zoo'n schort.
Zij wil in niets eene uitzondering maken, doet met alles mee en eet ook gelijk met de kinderen, die zelf zorgen, dat alles ordelijk gaat en die met opgewektheid om beurten die lichte huiselijke bezigheden verrichten, die niet te veel van hunne krachten vergen.
Aan tafel gedragen zij zich bedaard en net en smullen van 't voedzaam maal, dat zich na 't spelen goed laat smaken.
Wij zijn getroffen door de Liefde van eene vrouw, die dat alles tot stand heeft gebracht.
Maar 't meest treffend was de verhouding tusschen de freule en de kinderen.
Die hartelijkheid, dat naar-haar-toe-komen met die kleinigheden, die voor kinderen bergen lijken en 't groote vertrouwen, dat er bij háár hulp te vinden is! De innigheid, waarmede ze haar iets toeriepen, haar handen grepen! 't Was alles echt! Maar zij staat ook niet ongenaakbaar, zelfvoldaan en koud voor hen, als eene, die zich ver verheven voelt boven deze verwaarloosde kleinen.
Zij toont steeds belangstelling in 't kleinste en met toewijding en tact weet zij de moeilijkheden, die een werk als dit onvermijdelijk met zich brengt, te overwinnen.
Waar zóó'n vrouw, door haar geest allen en alles doordringt en bezielt, daar is 't niet te verwonderen, dat in zoo'n korten tijd zóóveel bereikt werd.
Maar één Tehuis is niet voldoende in een stad als Amsterdam en ook in andere steden moesten Tehuizen opgericht worden in denzelfden geest.
Het is daarom de innige wensch van Jonkvrouwe Boddaert dat vrije, onafhankelijke vrouwen zich willen wijden aan dit liefdewerk.
Bij haar kunnen zij zich practisch bekwamen voor die taak, door haar ondervinding geleid, worden gewezen op de bezwaren en moeilijkheden door haar ondervonden en... overwonnen.