Israël Zangwill, als dramaturg.
Met de taaie volharding, met den duldenden moed van het Semitisch ras, heeft de romanschrijver, Israël Zangwill, auteur van het veel-gelezen en veel-bewonderd werk: ‘Children of the Ghetto’ zich niet laten ontmoedigen, toen zijn eerste dramatische arbeid: ‘Merely Mary Ann’, na de eerste opvoering in een klein plaatsje nabij London, weer voor een heelen tijd van 't programma verdween. De kritiek plukte en rukte aan ‘Merely Mary Ann’ tot er niet veel van over bleef. Zangwill erkende fouten in de compositie. Hij ging aan 't omwerken, deed concessies. Hij wijzigde het slot. Die wijziging kostte hem ontzettend veel moeite. Zangwill maakte op algemeen verlangen aan ‘Merely Mary Ann’ een bevredigend slot.
- O! dat bevredigend slot! Ja, ja! ik ben er toe overgegaan, om het publiek en de directie te bevredigen, en een concessie te doen aan de kritiek, maar.... mijn kunstenaarsgeweten laat mij geen rust.
‘Ik voel het zoo héél pijnlijk dat het vurig begeerd slot, misschien oorzaak is van het uitbundig succes, waarin mijn tooneelwerk zich nu mag verheugen. Ook ben ik véél, - zoo niet alles aan Mejuffrouw Robson's interpretatie van Mary Ann verschuldigd.
‘Waarom moesten Lancelot en Mary Ann per se trouwen? Wáárom kon het publiek die verbintenis niet blijven hopen en verwachten? Néén! zij moesten in 't huwelijk treden. Men liet mij geen rust. Goed. Ik heb aan mijn stuk “een gelukkig eind” gegeven, ik liet Lancelot met Mary Ann trouwen. Want, onder “gelukkig eind” verstaat men op 't tooneel meestal het huwelijk. En, - is het huwelijk in veel gevallen niet een ongelukkig begin, in plaats van een gelukkig eind?’ - Mejuffrouw Robson, de ideale Mary Ann, is een van die in Londen zoogevierde ‘Transatlantic girls’: eene Amerikaansche, mooi, sierlijk, scherpzinnig en talentvol. De gezaghebbende Engelsche kritikus Edward Russell, noemt haar, wat dramatisch uitbeeldingsvermogen aangaat, een vrouwelijke Jefferson. Mejuffrouw Robson is eene van die Amerikaansche prachtvrouwen waarover Max O'Rell (schuilnaam van den Eranschman Paul Blouet) onuitputtelijk in lof was. Voor den gewaardeerden romanschrijver Zangwill, die zich als dramaturg nog naam moest maken, was de actrice Robson van onschatbare waarde. Israël Zangwill is de eerste om dit te verklaren. Hij leidt nu te New-York de repetities van zijn stuk ‘The serio-comic governess’. De heldin is een meisje, dat overdag onderwijs geeft en 's avonds danst en zingt in een musichall. Merkwaardige combinatie! Aan den Amerikaanschen interviewer, zegt Zangwill het volgende: ‘Een dramaturg moet al de repetities van zijn werk persoonlijk bijwonen. Dán eerst komt hij achter zijn fouten in den bouw van 't stuk, onjuistheden in de uitbeelding der karakters, haperingen in den dialoog. Ik heb mijn serio-comic governess moeten omwerken.’
‘Haar karakter is zóó complex; de psychologie van haar wezen is zoo diep en zóó ingewikkeld, dat ik véél te hooge eischen stel aan het publiek, om zulk een persoontje te begrijpen,.... niet, dat ik twijfel aan de intelligentie der toeschouwers, maar tóch...’
‘Men moet als dramaturg met grove effecten en schelle tinten werken. Die alleen gaan over 't voetlicht. Het fijne, het zacht-genuanceerde komt niet tot zijn recht.’ -
Te oordeelen naar het succes door Jhr. van Riemsdijk met zijn ‘Mea Culpa’ behaald, zou men aan de juistheid van Zangwill's tooneel-diagnose niet twijfelen.
Zangwill neemt een loopje met de overdreven belangstelling die hij in Amerika ondervindt voor zijn persoon. Hij vindt de tallooze verzoeken om zijn handteekening, kinderachtig en belachelijk. ‘Wat gaat mijn persoonlijkheid hen aan? Van de honderd menschen, die mij vragen om mijn handteekening, is er hóógstens één, die iets ‘van mijn werken gelezen heeft.’
Het schrijven van een kleine ‘novelle’, een knap, goed-omlijnd volledig geheel, acht Zangwill evenals een goed tooneelwerk een merkwaardige concentratie van artistiek vermogen, maar, voegt hij er bij: een bundel van de fijnste, de geestigste novellen is géén handelsartikel, en een onbeduidende roman is dit wél. De met nerveuse haastigheid sprekende en gesticuleerende auteur van ‘Children of the Ghetto’, is van oordeel dat het publiek te lui is, om een bundel novellen te waardeeren. De lezer vindt het véél te lastig, telkens weer, tegenover nieuwe personen, nieuwe gevoelens en nieuwe toestanden geplaatst te worden. Binnenkort zal van Zangwill verschijnen een bundel philosophische essays. De plaats der