De Hollandsche Lelie. Jaargang 18(1904-1905)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Kerstnacht-legende. In den Heiligen nacht vlogen hand aan hand Drie Engelen saam naar het Joodsche land. Ze wilden de zaligste aller vrouwen En het Godlijke kind in de kribbe aanschouwen. Bethlehem's ster stond daar schittrend en pal Die wees hun den weg naar den needrigen stal. Ze zochten den ingang nu moedig en fier - Eerst gluurden ze beurtlings door reten en kier. Ze riepen, ze baden, ze klopten steeds aan, Tot Jozef behoedzaam had opengedaan. Ze waren gekomen op vleugelen van wind, En zagen den Heiland - een sluimerend kind! De een hief een lichtende lamp toen omhoog Maar spreidde de vleugels als schaduw voor 't oog. De tweede schoof zacht in de kinderhand Een ster die hij vond aan den hemelrand. De derde, geknield voor de kribbe van Hem Zong zachtkens een lied met een lieflijke stem. Toen kwam er een lachje zoo godlijk en licht Op 't hemelsche reine kindergezicht. En daarmee is toen voor de toekomst gewijd De vreugd van den heiligen Kerstmistijd. De boom en het licht en de ster wat al meer, Het kerstlied, 't is al voor de eer van den Heer! Vrij naar het Duitsch door B. DE GRAAFF-VAN CAPPELLE. Vorige Volgende