bedden afgehaald, de fonteintjes (gewoonlijk is er één tusschen 2 slaapkamers in) schoongemaakt en ga ik ontbijten, en, al gauw kondigt een luid geklop op de achterdeur de komst aan van den groente-Chinees.
Na zijn opgewekt: ‘morning, Ma'am,’ ontpakt hij zijn manden, die hij aan een' buigzamen stok op de schouders torscht, op een sukkeldrafje loopend. Veel Amerikanen zijn er tegen, een Chinees te bevoordeelen, in plaats van een ‘white man’, maar iemand, die op eigenbelang bedacht is, weet, dat hij iederen dag versche groenten en, niet te vergeten, vruchten heeft tegen mischien iets hooger prijzen. De groenten hebben in hoofdzaak veel van de onze: witte en gele knollen, wortels, de prachtigste kropsla, (het geheele jaar door) uien, spinasie, tomaten, sweet potatoes, die men in den oven gaar laat worden, squash, sweet corn, veel gelijkende op onze turksche weit, slaboonen, artisjokken, enz.; aardbeien zijn er van April-November, voor 6 kleine bakjes, elk genoeg voor twee personen, betaalt men nu 30, in den vollen tijd 20 ct.; frambozen zijn er nu ook nog; de heerlijkste perziken (free- en clingstones) en abrikozen in Juni en Juli; trosen aalbessen. De loganberries, het midden houdende tusschen frambozen en moerbeien, met den geur der eersten; zij zijn zóó zuur, dat ze alleen gestoofd of ingemaakt worden gegeten. Wat later komen de sappige en geurige bartlett-pears en de appels, welke laatste in koeler streken groeien. In September de druiven, witte en blauwe; de laatste jaren legt men er zich op toe ‘seedless’ grapes te telen, welke veel kleiner zijn dan die met pitten. Bananen zijn altijd te krijgen; ze komen uit het Zuiden, Honolulu en de ‘Islands’. Deze maand worden de overheerlijke ‘navel-oranges’ rijp, zoet zonder pitten, citroenen heeft men altijd. Ik vergat nog te vermelden de kolossale watermeloenen van half Juli-September; deze wegen van 40-50 pond, dikwijls nog meer. Hier betaalt men 25 á 30 ct. het stuk, omdat het vervoer zoo kostbaar is; in streken, waar zij groeien, koopt men een vrij grooten voor 10 ct. De canteloup of ‘nutweg’ is
hier bijzonder geurig en kost 5 ct. per stuk. Het vreemde is, dat men, hier komende, alleen houdt van de ons bekende vruchten, langzamerhand leert men evenwel de nieuwe soorten eten en eindigt met er dol van te houden. Ieder eet hier dagelijks vruchten, heeft die noodig en zij zijn goedkoop. Er is hier geen vrouw, die niet haar voorraad ingemaakte vruchten voor den winter heeft; 1o. is de suiker goedkoop: 5 ct. het pond (4½ ons van ons gewicht); 2o. staat aan het ontbijt al de jam op tafel; de schoolkinderen krijgen sandwiches met marmalade meê. Het is een smakelijk gezicht de planken in de provisiekamer te zien, bezet met blikken bussen, inhoudende vruchten op eigen sap, verder glazen en stopflesschen met jellies en marmalade. De laatste sluit men van de lucht af, door er een laag gesmolten parafine (was) op te gieten, die daarna nog eenige malen kan gebruikt worden en waarnaar men niet meer behoeft om te zien, zoodoende tijd, moeite en kosten besparende. De bussen worden dichtgemaakt met ‘sealing-wax’.
De Chinees heeft Vrijdag versche visch, zalm, tong en verscheidene soorten andere witte visch, gemiddeld 12½ ct. het pond. Alles is keurig verpakt in afzonderlijke manden tusschen blâren en wordt schoongemaakt verkocht.
Onze groenteman sjokt verder en ik ga naar de keuken terug met mijn inkoopen.
Ik heb het druk, want het is waschdag.
De kachel, die ik vóór het ontbijt heb aangelegd, brandt als een lier. Door pijpen in het fornuis, correspondeerende met den boiler er achter, wordt het water daarin heet gemaakt en in anderhalf uur heb ik het op de vereischte temperatuur.
Op de badkamer (geen huis is kompleet zonder bad, als zijnde dat hoog noodig voor de gezondheid) zijn er kranen voor koud en warm water voor bad en marmeren fonteintje; ook boven de waschbakken en den gootsteen. Stookt men den kachel den geheelen dag, wat de Amerikanen doen voor hun 3 ‘substantial meals,’ dan heeft men altijd plenty water.
Ik heb een waschmachine, waarvan ik het rad vroeger zelf draaide. Dit evenwel betrekkelijk zwaar werk zijnde, word ik nu geholpen.
Door het gebruiken van zeeppoeder, ongeveer 5 c., krijgt men al gauw een goed sop, en in een half uur is de wasch schoon, geblauwd en uitgewrongen door den aan de machine bevestigden wringer. Bijzonder vuile stukken worden op het bord gewasschen. Het vuile water gooit men uit de machine in een afvoerbuis (hopper) bij de waschbakken. Gebruikt men geen machine, dan wascht men in de bakken, vanwaar het vuile water van zelf in de hopper loopt.