Brief uit Berlijn.
Berlijn, 5 October 1904.
Theater- en concertseizoen zijn in vollen gang. De directies der verschillende theaters geven zich wederom veel moeite om het op uitgaan-tukke Berlijnsche publiek allerlei nieuwe stukken te laten genieten. Tot nog toe was er onder de menigte nouveautés niet veel dat bijzonder in den smaak viel van de schouwburgbezoekers. Steeds nieuwe toevoer en steeds volle zalen. Iedereen, die het eenigszins doen kan, kijkt 's Zondagsmorgens de comedie-rubriek na en zoekt uit, wat hem aantrekt. De recensie van menig stuk was wel slecht, doch zelf moet men oordeelen, denkt de Berlijner, en dan, een kriticus is ook een mensch als ieder ander, den eenen dag beter gedisponeerd dan den anderen, zoodat zijn bevinden menigmaal invloed uitoefent op zijn opinie. Zulks moest niet het geval zijn, doch de wereld veranderen dat gaat niet. Heyermans heeft het toch nog eens gewaagd bij het Deutsche Theater, om ‘Kettenglieder’ (Schakels) op het répertoire te krijgen. Veel succes viel het stuk niet ten deel; een veertien dagen werd het iederen avond gegeven en nu heeft het weer plaats moeten maken voor een andere nouveauté. ‘Schakels’ is te lang en niet genoeg doorwerkt; de noodige knaleffecten ontbreken niet, die het stuk zeer verzwakken. Heyermans kan niet gelijkgesteld worden met Hauptmann, die ook realistisch schrijft, doch die veel dieper in de toestanden doordringt en daardoor een afgewerkt geheel ten tooneele voert. Het is anders wel de geest van den tegenwoordigen tijd om alles vaag te laten; een bepaald slot behoeft een stuk niet te hebben. Bij het verlaten van het theater kan iedereen zijn gedachten den vrijen loop laten en zich in gissingen verdiepen, wat nu wel met haar of hem zou gebeuren? Er is zeer veel voor te zeggen, dat ieder individu zijn hersens laat werken en een eigen idee zich vormt van wat de schrijver zou gemeend hebben, doch de meening van den auteur zou menigeen gaarne leeren kennen. Heeft de
schrijver er zelf wel meer bij gedacht? Of waren het ook vage gedachten tot een quasi-geheel samengevoegd zonder verdere uitwerking van dit of dat tafereel? Voor raadsels staan wij dus telkens en wie zal ze oplossen??
Wil men zich echter een avond amuseeren, dan staan het Métropol-theater en het Apollo-theater met hunne revues voor het lachlustige publiek open. Dit zijn nu, in tegenstelling met de eersterangs-restaurants en café's, eersterangs-schouwburgen, waar wel dames zonder geleide worden toegelaten, doch waar fatsoenlijke dames niet alleen heengaan. Totaal het omgekeerde van het restaurantleven.
Het Métropol-theater heeft een kolossaal verlies geleden door den dood van den grooten komiek, Emil Thomas, die plotseling op het veld van eer is gesneuveld. In Berlijn een populair man, die met het kalmste gezicht der wereld, de geestigste moppen debiteerde. In deze revues komen vele plaatselijke aardigheden voor, die den gemoedelijken Berlijner doen schudden van het lachen, doch welke voor een vreemdeling niet te snappen zijn. En toch gaan er een massa vreemden heen, die meelachen, wanneer iedereen lacht (lachen is aanstekelijk), maar de aardigheden er niet van begrijpen. Het geheel trekt aan; het decoratief en de toiletten zijn steeds frisch en smaakvol en dan de balletten, de groote aantrekkingskracht voor het mannelijk deel der schouwburgbezoekers, maken het toppunt uit. Niettegenstaande Isadora Duncan nu reeds twee winters te Berlijn getracht heeft hare methode ingang te doen vinden, blijft de gewone springprinces met de uitstaande tarlatanrokjes nog steeds het meest geliefkoosde danseresje. Onlangs stond in de courant dat Duncan in dit seizoen Wagner zou dansen te Berlijn; haar ster is hier aan het tanen geraakt, het nieuwe is er van af en hier geldt de regel, evenals in iedere grossstadt, steeds wat nieuws, dat de zinnen prikkelt.
Ook het concertseizoen heeft een aanvang genomen. In de Singacademie, in de Beethoven- en Bechsteinzalen, in de Philharmonie en in de Oberlichtzaal van laastgenoemd gebouw, débiteeren en concerteeren alle avonden oude bekenden en nieuwe kunstenaressen en kunstenaars.
Berlijn is de muziekbeurs van Europa; heeft men hier een goede recensie verworven, dan is de naam gemaakt en kan men overal engagementen krijgen. Doch de kritikers zijn lastig, zelfs artisten van naam kijken wel eens schuin, wanneer de kritiek eenigszins afbrekend is. Het is echter voor een muziekbeoordeelaar ontzettend moeielijk om een goede, zuivere kritiek te geven. Deze individu's worden door hunne bladen afge-