den mensch vinden, dat hij in de kazerne gedrild wordt door superieuren van wier willekeur hij totaal afhankelijk is, in zijn positie van recruut, einjähriger, enz. die, in één woord, op grond van de inderdaad allesbehalve verkwikkelijke geschiedenissen welke in het militaire leven voorvallen, zich met nadruk, en in overeenstemming met de socialisten, verklaren tegen dienstplicht, en wat dies meer zij! Men behoeft het orgaan van de Fransche socialisten en democraten L'Action (waarvan de geschiedenis mij de stof zal leveren tot mijn slot-artikel, uit de werkelijkheid) slechts open te doen, om van dag tot dag te stuiten op een rubriek ‘A bas la justice militaire’, welke gevuld is met meer of minder goedgestááfde beweringen over de verdrukkingen, onrechtvaardigheden, gemeene knoeierijen en geweldenarijen, waaraan de Fransche soldaat blootstaat van de zijde zijner meerderen. Niettegenstaande de minister van oorlog André, evenals 't geheele ministerie, kruipt voor de linkerzijde, waaraan hij zijn bestaan dankt, moet hij toch dagelijks, bij monde van L'Action, vernemen hoe verrot de legertoestanden zijn ook onder zijn bewind, hoe de meerdere den mindere verdrukt, blootstelt aan te lange marschen, moedwillig in het typhusgevaar stort, dikwijls opzettelijk hem mishandelt, enz. enz.! Schering en inslag van al die betoogen is natuurlijk, dat L'Action en de socialisten heel anders, en rechtvaardiger zouden handelen!
Maar dáárover straks.
Het boek van luitenant Bilse geeft van die bovenvermelde mis-standen in het Fransche leger een Duitsch relaas van Duitsche toestanden. Wat in het garnizoen van Forbach voorvalt moge overdreven zijn, en door een al te zwarte bril bekeken, voor zoover het betreft de schuldenmakerijen en liefdesgeschiedenissen der heeren officieren, dat overige gedeelte dat sober en eenvoudig behandelt het jammerlijk lot van den onderofficier Schmitz, die het slachtoffer is der militaire wetten, dat gedeelte is slechts een niet-weg-te-redeneeren vóórbeeld uit velen! Men kan van dat stukje wáárheid niet zeggen, wat men gezegd heeft van de rest: ‘'t Is overdreven en éénzijdig’. Want de geschiedenis van den sergeant Schmitz is die van ieder ander, die blootstaat aan de wreedheid van militaire orde en regels!
Dit gedeelte is een bewijsvoering tegen zulk een instelling van militaire orde en regels, géén op-zich-zelf staand toevallig feit!
En om die reden is het een bewijsvoering in den geest van het socialisme, waartegen niet veel valt in te brengen.
De sergeant Schmitz heeft altijd, vijftien jaren achteréén, uitstekend opgepast, is een voorbeeldig militair! Zijn superieur Röthe is een knoeier met de leveranties, iemand die ‘een oogje toedoet’ als hem dat voordeel aanbrengt, in één woord iemand van zedelijk minder gehalte dan Schmitz.... maar 't is zijn superieur! En op een dag zijn beiden min of meer dronken, en Röthe, in die dronkenschap, beveelt aan Schmitz, om een paard haver te geven, dat volgens Schmitz geen haver mag hebben! ‘Je doet wat ik je beveel,’ zegt Röthe, woedend over de weigering van Schmitz. En als deze, in 't gevoel van zijn recht, blijft volharden bij zijn weigering, wordt hij den volgenden dag op het strafrapport gebracht door zijn wraakzuchtigen superieur wegens ‘dienstweigering.’
Hier hebben we nu het stelsel van militaire orde en regel in vollen gang! Want al de heeren van den krijgsraad zijn eigenlijk voor Schmitz en tegen Röthe! En toch moet men dezen in 't gelijk stellen, omdat hij de superieur is, aan wien daadwerkelijk werd dienstgeweigerd! Schmitz moet zich voor zijn eigen spaarduitjes een verdediger nemen, die hem toch niet kan redden voor het zoo gevreesde gestraft-worden met arrest! Want, gestraft-worden beteekent voor Schmitz de vernietiging van zijn vijftienjarige loopbaan van militair! Als hij na twee maanden vrijkomt, moet hij ontslag nemen, zijn spaarduitjes zijn gevlogen naar den verdediger, zelfs op pensioen heeft hij geen recht, omdat hij zich niet intijds daarvoor aangaf; en zoo is het einde van dezen eerlijken en fatsoenlijken militair, die rheumatisch en stijf werd in 's lands dienst, dat hij zich moet verhuren op een fabriek om, tegen karig loon, in zijn dagelijks onderhoud te voorzien!
Om zijn bedoeling te accentueeren heeft luitenant Bilse noodig gevonden van Schmitz een sociaal-democraat te maken, tengevolge van de ondervonden behandeling. Uit het boekje is niet duidelijk of de auteur zich daarbij zelf vereenzelvigt met de sociaal-democratische stellingen welke hij Schmitz laat verkondigen, dan of het hem daarmee slechts te doen is geweest den volke te waarschuwen, wat er van komt als, in het legerzelf, door onrechtvaardigheid en hardheid, wordt gekweekt een verbittering, die leidt tot socialisme. Ziehier wat hij, - luitenant