‘Ma moet uit.’
P.K. schreef in de Holl: Lelie van 17 Aug: jl: een versje ‘Ma moet uit’, waarvan hij veel plezier beleeft, daar allerlei couranten het overnemen. (Wèl een bewijs hoe raak de inhoud is). ‘De Zutphensche Courant’ wijdt er zelfs een geheel artikel aan, en geeft daarbij eenige aanvullingen ten beste daar zij van meening is dat niet alleen de ‘nuttige’ en ‘vergaderende’, maar ook de pretmakende mama's zulk een lesje verdienen. Hierin heeft de Zutphensche Courant zoo volkomen gelijk, dat ik hare aanvullingen gaarne overneem.
Je moet je nu zelf maar vermaken,
Mamaatje moet visites maken.
Ga maar wat teekenen op je leitje,
Mama moet weg naar een partijtje.
Nu liev'ling, zie maar dat je 't stelt,
Mamaatje moet naar 't tennisveld.
Och kind, wat ben je toch aan 't dwingen!
Mama moet uit, ze moet gaan zingen.
Ga maar wat kienen met je broer,
Mamaatje heeft vandaag haar jour.
Neen schat, je kunt niet met me mee,
Mamaatje moet naar 't bal masqué.
Och kind, 'k wou dat je beter werd,
Mama moet noodig naar 't concert.
M'n liev'ling wees nu zoet voor drie,
Ma moet met tante naar de tea.
Nu wordt de kleine bengel ziek,
En ik, 'k moet naar 't concours hippique....
- ‘Dat laatste is een beetje gruwzaam’ - voegt de redactie toe aan haar slot-fantasie. Maar zij vergist zich. Hare fantasie is niet gruwzamer dan de werkelijkheid, door mij beschreven in die corr: aan Jonge Mama (zie Lelie van 3 Aug:), die insgelijks door allerlei couranten is overgenomen, waarin ik vertelde van een mij bekende moeder, die op reis ging naar het buitenland, alleen voor haar eigen genoegen, terwijl een harer kleine kinderen den vorigen dag onverwachts hard ziek was geworden, en hem overliet aan de verpleging harer familie en kinderjuffrouw, ‘omdat er geen dreigend gevaar was.’ - - En ik kan der redactie van de Zutphensche Courant de verzekering geven, dat ook het overige harer versjes volkomen van toepassing is op deze Haagsche werkelijkheids-vrouw, en op menig andere ook, van onzen tegenwoor-