| |
Handschriftbeoordeeling.
I.
‘M.V.’ is er een, die altijd met zeer veel zorg zit te schrijven. Zij is wel wat omslachtig en kan over 't algemeen aan onbeduidende zaken dikwijls veel aandacht besteden. De stormen des levens hebben nog niet over haar gewoed, zoodat zij zich gaarne verlustigt in luchtkasteelen bouwen. Veel wilskracht heeft zij niet. Haar karakter moet nog gevormd worden. Zij leeft gelukkig òf ongelukkig nog in het droomenland, dat voor haar nu nog veel aantrekkelijks bezit. -
| |
II.
‘ANNIE te Apeldoorn’ is vol vroolijkheid en levenslust en kent gelukkig nog geen zorgen. Zij is iemand, die aanleg heeft om later tamelijk heerschzuchtig te worden. Ze is erg capricieus en nogal verwend. Tusschenbeide snibbig antwoorden kan zij zeer zeker. - Het is op z'n zachtst uitgedrukt een echt katje, om niet zonder handschoenen aan te vatten. -
| |
III.
‘ABS.’
Algemeene indruk: eigenzinnig, kattig, doch gevoelig, medelijdend karakter
rustige, kalme, tevreden gemoedsstemming. - zeer kattig, bits. - zeer eigenzinnig, verwend. - slordig, vergeetachtig. - weinig goede smaak. - openhartig, eerlijk, trouw. - gevoelig, medelijdend. - geschikt tot onderwijzen. - huiselijk. - romantisch. - trotsch. - zenuwachtig, prikkelbaar. - op uiterlijkheden gesteld. - weinig wilskracht. - practisch, logisch. - vasthoudend.
| |
IV.
‘WALTHER.’
Algemeene indruk: zeer idealistisch, gevoelig, doch zeer heerschzuchtig, verwend karakter.
geestelijke ontwikkeling (geloof). - zeer idealistisch. - zeer huiselijk. - geestig. - zeer heerschzuchtig. - opgeruimd, tevreden, gevoelvol, medelijdend. - sterke wilskracht. - vitterig, verwend, eigenzinnig. - is schijnbaar zeer welwillend, zoolang alles maar naar z'n zin gedaan wordt. - geschikt tot onderwijzen. - openhartig, eerlijk. - zelfbewust. - romantisch. - draagt zeer veel zorg voor z'n toilet. - is zeer op uiterlijkheden gesteld. - ijdel. - niet practisch, niet logisch. - sterke werkzaamheid der hersenen. - is gewend te bevelen. - ordelijk, eenvoudig.
| |
V.
Algemeene indruk: goedhartig, flink, zelfbewust karakter.
kalme, tevreden gemoedsstemming. - zelfbewust. - eerlijk, openhartig. - trouw. - gevoelvol, medelijdend, goedhartig. - flink, moedig. - vasthoudend. - niet practisch, niet logisch. - geestelijke ontwikkeling, (geloof). - idealistisch. - diep zieleleven. - vrijgevig, opgeruimd. - ordelijk. - spaarzaam. - zekere voornaamheid in voorkomen en in manieren. - goede smaak.
| |
| |
| |
VI.
Géén pseudoniem.
Algemeene indruk: gevoelig, melancholisch, prikkelbaar karakter.
scherp, streng, bitter, gevoelig, zenuwachtig, geestelijke ontwikkeling (geloof). - prikkelbaar. - melancholisch. - schreit dikwijls. - ingetogen, terughoudend. - weinig wilskracht. - levendig. - omslachtig. - zelfbewust. - vergeetachtig, slordig. - zeer gevoelvol. - wijdt zich gaarne aan anderen. - geschikt tot onderwijzen. - genotzucht en vreugde bij stoffelijk bezit. - dapper, flink. - dikwijls verlegen in gezelschap. - spaarzaam.
| |
VII.
‘ELSE.’
Algemeene indruk: gevoelig, melancholisch karakter.
treurig, verdrietig, moedeloos. - melancholisch. - schreit veel. - zeer gevoelig, medelijdend zacht. - prikkelbaar, zenuwachtig. - heeft behoefte zich aan iemand te hechten. - onvoorzichtig. - wilskracht. - spaarzaam. - geestig. - trotsch. - openhartig, eerlijk. - zucht naar geld. - huiselijk. - trouw. - levendig.
| |
VIII.
‘R.’
Algemeene indruk: opgeruimd, innemend, zinnelijk karakter.
vroolijk, opgeruimd, eerzuchtig. - levendig, eerlijk, openhartig, naïef. - innemend, welwillend. - weinig wilskracht. - weinig smaak. - slordig. - geeft weinig om uiterlijkheden. - huiselijk. - romantisch. - zelfbewust. - goedhartig, medelijdend. - neemt dikwijls zonder goed overleg een besluit. - zinnelijk (in vrij sterke mate). - idealistisch. - driftig, gejaagd. - is gewend dikwijls ingespannen te werken. - wil vele zaken spoedig en vlug afmaken.
| |
IX.
‘GOOIERSKIJND.’
Algemeene indruk: eenvoudig, tevreden, geloovig karakter.
rustig, kalm, tevreden zieleleven. - reinheid van zeden. - zeer omslachtig. - onpractisch, onlogisch. - is dikwijls verlegen in gezelschap. - zenuwachtig. - geestelijke ontwikkeling (geloof). - geschikt tot onderwijzen. - is gewend te bevelen. - meer levendigheid dan wilskracht. - idealistisch. - huiselijk. - onderscheidt zich door openhartigheid en eerlijkheid. - vrijgevig. - goedhartig, medelijdend. - gevoelig. - trouw. - eenvoudig. - geestig.
HANDSCHRIFT-BEOORDEELAAR.
(Wordt vervolgd.)
|
|