Bij spoedbestellingen gaan de zendingen rechtstreeks per post doch de kosten daarvan moeten dan òf door den boekhandelaar òf door den besteller, of gezamenlijk worden gedragen.
Maar keeren we tot ons pak terug. Dit bevat drie soorten boeken: de door de klanten bestelde, de nieuw uitgekomene, die de uitgevers ons ten verkoop zenden, hetzij voor onze risico of in commissie, en de tijdschriften, vervolgwerken, weekbladen enz.
De eerste worden dadelijk ingepakt en van een adresstrook voorzien, waarop ‘volgens order’ staat; de tweede gaan naar die klanten ‘ter inzage’ die wij achten er genoeg belang in te stellen om misschien van kijkers, koopers te worden; terwijl de vervolgwerken of tijdschriften naar de inteekenaren gaan of terzijde worden gelegd om gekaft te worden voor leesgezelschappen.
Iederen dag komt zoo'n pak, dus iedere dag brengt al vast deze bezigheden mede.
Natuurlijk wordt alles wat de deur uitgaat aangeteekend in de daarvoor bestemde boeken - het bestelde in het Journaal, de ter inzage zendingen in het Bezienboek, terwijl de tijdschriften en vervolgwerken in afleveringen worden afgeteekend in het Vervolgboek.
De loopknecht, die het papier en de touwen heeft opgeruimd, staat inmiddels gereed en zoekt alle pakjes uit naar de verschillende richtingen der stad.
Voor hij weggaat schrijf ik nog gauw een paar dozijn ‘autwoordbriefjes’ voor de boeken, die nog van den vorigen dag hier en daar ter inzage zijn.
Komt hij terug dan wordt, wat hij meebrengt als ‘niet gehouden’ en ‘bedankt voor de inzage’ direct afgeteekend en op nieuw verzonden aan andere eventuëele liefhebbers; het reine perpetuum mobile niet waar?
Ge begrijpt dat dit ter inzage zenden met overleg en zorg dient te geschieden, wil men er wat resultaten van zien, en dat mijn patroon, alvorens mij de verschillende adressen op te geven, eerst eens goed het nieuw uitgekomene moet doorzien, opdat er geen boek van Prof. Oort bij een afgescheiden predikant, geen werkje over de voeding van het kind in z'n eerste levensjaren bij eene oude vrijster, en geen brochure over het Marinewezen bij een emeritus-suikerbakker belandt.
Dit ter inzage zenden is vaak een ondankbaar werk en behoort, daardoor ook al, nu juist niet tot mijn aangenaamste bezigheden.
Onder ons gebleven - een collega vertelde mij laatst dat hij procenten kreeg, bij wijze van aanmoediging-premie van het op deze wijze verkochte; ik zal er ook eens een balletje van opgooien bij je oom als die eens bijzonder in zijn hum is. -
Zie zoo! De knecht is weer weg en nu begin ik den stapel tijdschriften te kaften, die in lezing moeten in de verschillende leesgezelschappen. Ook al geen extra-amusant werkje, maar bij het innaaien en opensnijden krijgt men al is het voorloopig in vogelvlucht, meteen een kijkje op de platen en in de opstellen.
Tegen den middag zijn mijn tijdschriften klaar, en dan is er bepaald ‘embarras du choix’ wat het eerst aan te pakken.
Het particulier grootboek bijwerken, kwitanties schrijven of de geïnde controleeren, een borderel voor post-kwitanties schrijven, een langwijlige declaratie (geen liefdesverklaring hoor!) voor geleverde boeken aan de M.H.B. School op zegel en twee dito op ongezegeld papier klaar maken, een vreeselijk secuur werkje, dat ik liefst 's avonds doe om minder afgeleid te worden.
Want tusschen de bedrijven door komen er natuurlijk telkens menschen, die soms vlug geholpen zijn maar waarbij er ook zijn, die over enorm veel tijd hebben te beschikken en dan denken dat dit ook bij ons het geval is.
Toch wel eens leuk ook, we hebben soms wel eens aardig schik in den winkel. Zoo is er hier een landmeter, ongetrouwd, natuurlijk, die er nu altijd pret in heeft - nee dat vertel ik je liever eens....
Soms ook erger je je dood - als je pas je moeë beenen onder de tafel hebt gestoken en je eens lekkertjes van het middagmaal denkt te smullen, gaat de bel en als dan een zeer bleeke jonchelinch met sluike haren en fletse oogen voor je staat die eens wat bundels voordrachten wil inkijken - niet te wereldsch en met een mooie moraal, dan kost het wel eens moeite een opgewekt gezicht te vertoonen en je ziel in lijdzaamheid te bezitten!
Of er komt een oude dame die een cadeautje zoekt voor haar veelbelovenden kleinzoon, die ‘nu letterlijk van alles heeft’ en ‘nergens aardigheid aan heeft.’ ‘Maar laat U mij maar eens iets zien, juffrouw, als 't maar geen boek is.’
's Middags, na den eten, heb ik altijd een uurtje vrij en dat is heerlijk; ik houd dan mijn talen wat bij of m'n correspondentie, naai een steekje of vlieg eens op de flets door den wind.
Om 10 uur sluiten we en 's Donderdags-avonds ben ik na den eten geheel vrij, 's Zondags is de winkel gesloten.
Och neen! ik moet zeggen het is best uit te houden, maar ik verzeker je toch dat ik in den drukken tijd, b.v. met St. Nicolaas, mijn beenen wel degelijk voel 's avonds.
Vooral die laatste week. Je hoofd loopt je dan soms om.
De twee laatste dagen vind ik niet de minst prettige verkoopdagen. Dat zijn de dagen der wanhopige heeren die soms vreeselijk royaal zijn en veel gauwer besluiten dan wij vrouwen dat doen.
Ze hebben dan ook doorgaans gevulder beurzen dan wij, niet waar? en minder tijd en lust alles nauwkeurig op te nemen alvorens een keus te doen.
De zaterdag is ook altijd een vermoeiende dag voor mij - dan hebben we een groot leesgezelschap en heb ik er voor te zorgen dat ± 125 abonné's op tijd hun geestelijk voedsel krijgen.
Je begrijpt dat ik 's Zaterdags-avonds altijd met verrukking den Zondag te gemoet zie maar toch ook, eerlijk gezegd, vind ik het wel prettig 's Maandagsmorgens met een schoon schortje en een verschen stijfselpot gewapend af te wachten wat de nieuwe week weer zal brengen.