De historie vanden vier heemskinderen
(2005)–Anoniem Vier Heemskinderen, Vanden– Auteursrechtelijk beschermd
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 19]
| |
Dat derde capittel. Hoe coninc Karel sende drie ambassaten tot Aymijn van Dordoen om pays met hem te maken vander doot van heer Hughe, sijn neve, ende hoe dat dese pays worde gemaect ende qualic gehouden ende seer corts gebroken.Ga naar voetnoot+1Aldus dit oerloge geduerde seer lange, nochtans wast ten laetsten 2den genoten van Vrancrijc sware te liden ende verdrietelic, wantGa naar voetnoot2 3als Aymijn woude, mosten si striden. Ende si overdroghen desGa naar voetnoot3 4ende gingen te rade met malcander dat si den coninc bidden wou-5den dat hi vrede makede tegen Aymijn ende sijn volc. 6Als si aldus met malcander gesloten hadden, sijnse gecomen 7daer si coninc Karel vonden ende hebben hem ghegruet met re-Ga naar voetnoot78verencien. Ende als si hem groete eerwaerdicheit ghedaen hebben, 9seiden si: ‘Here coninc, u is condich hoe dat dit oerloge lange 10gestaen heeft tusschen u ende Aymijn van Dordoen. Wij bidden u 11dat ghi vrede met hem maken wilt, want alle tlant daer of bescha-12dicht ende gescent wort.’ Als coninc Karel die woerden ende be-13geerten van sijn heren gehoert ende overghemerct hadde, ver-14droech hijt seer swaerlic. Nochtans in hem selven overleggende 15dattet de genoten hem alle baden, soe consenteerde hijt dat hijtGa naar voetnoot15 16doen woude, wes hem luiden daer goet in dochte. Daer tracteer-Ga naar voetnoot1617de ende overdroghen die genoten dat coninc Karel scriven soude 18een minlike gruet ende enen brief ane Aymijn ende sijn maghen, 19als dat hi hem die misdaet beteren woude die hi teghens hem ende 20sijn vrienden mesdaen hadde, twelc terstont also gedaen was. 21Daer sende coninc Karel drie ambassaten met enen brief tot 22Aymijn, die doe tot Pierlepont lach, inhoudende dat hi hem heerGa naar voetnoot22 23Huge, sinen neve, den doden, opwegen woude met gout negen 24werven, ende op dat hi dair mede sijn pays ende vrientscap mocht 25vercrigen. | |
[pagina 20]
| |
26Als Aymijn desen brief had gelesen, doe hads hem onmare en-Ga naar voetnoot2627de seide met toernigen moede totten drie ambassaten: ‘Segt Karel 28den coninc dat ick dit oerloghe noch veel liever houde dan ic sul-29ken soene anname over minen neve.’ Dese drie ambassaten sijn 30wederomgekeert ende hebben dese woerden den coninc gheseyt. 31Doen sende coninc Karel weder met een brief tot Aymijn, inhou-32dende dat hi den doot vergeven woude van sinen neve, hi woudeGa naar voetnoot32 33hem geven sijn suster, vrou Aye, tot enen wive ende alle sijn goet 34dat hi hem of sijn vrienden genomen had. 35Als Aymijn desen brief overgelesen had die hem coninc Karel 36ghesent hadde, heeft hy den drie ambassaten gehieten dat si toe-37ven souden: hi soude hem met sinen vrienden beraden. Aldus 38heeft Aymijn sijn vrienden bi hem doen comen, als Amerijn van 39Nerboen, Willem van Oringen ende menich ander edel baroen, 40ende seide hem luiden den boetscap ende badt hem allen dat si 41hem wouden helpen raden wat hier best in gedaen waer ende 42hem alle goet dochte. Daer seiden si alle, woude coninc Karel 43hem alle houden ende doen tgoet dat hi hem gescreven ende ont-44boden hadde, si waren des goetwillich te doen. Dair sende Ay-45mijn enen brief ane coninck Karel bi Alaert ende Maeldegijs, sijnGa naar voetnoot45 46neven, inhoudende, waert dat hy hem sijn suster geven wilde tot 47eenen wive ende voert onderhouden dat tractaet also hi bi sinen 48brieven hem ontboden hadde, hi waer te vreden de pays an te 49gaen, met veel ander woerden de inden brief gescreven stonden, 50die te lanc waren te scriven. 51Ende als Alaert ende Maeldegijs quamen tot Parijs, gingen si 52totten coninc ende deden hem reverencie. Dat gedaen sijnde, ga-53ven si hem den brief inde hant ende seiden dat hi hem daer af een 54antwoert soude doen hebben, want die pays en mocht niet ge-55maect worden noch den doot gesoent van haren neve, ten ware 56dat hi dede na tinhouden vanden brieve. Doe coninc Karel den 57brief ontfangen hadde, dede hi den brief voer alle sijn magen | |
[pagina 21]
| |
58ende baroenen lesen. Ende als si alle dat inhouden vanden brief 59gehoert hadden ende wel verstaen die opinie ende meninge van 60Aymijn ende sinen magen, so waren si alle seer blijde ende hietenGa naar voetnoot60 61den coninc dat hijt al volquame ende hem des terstont een ant-Ga naar voetnoot6162woirt ontboden, twelc coninc Karel gairne dede. Daer wort ont-63boden voer den coninc Alaert ende Maeldegijs. Ende doe si voer 64coninc Karel quamen, seide hi tot hem dat si togen ende seidenGa naar voetnoot64 65Aymijn dat hi quame te Senlis om aldaer een vast tractaet vander 66soenen te maken, ‘want ic en wil niet langer oerloge teghen hem 67voeren.’ 68Met desen antwoerde togen si weder tot Pierlepont ende heb-69ben Aymijn geseit des conincs meninge. Ende als hijt mit sijn 70vrienden verstaen heeft, sijn si blide geweest ende hebben hem 71alle bereit om te Senlis te trecken, elcx als hi cierlicste ende eerlic-Ga naar voetnoot7172ste mochte, met alle haer macht. Ende als coninc Karel verhoerde 73dat Aymijn ende zyn magen bi Senlis quamen, is hem te gemoet 74getogen met zyn magen ende menigen edelen man, met vrouwen 75ende joncfrouwen, ende dede sine tente slaen in een scoen pleynGa naar voetnoot75 76daer men den pays maken soude, ende is Aymijn een stuc tegen 77gegaen met v hondert ridders, wullen ende barvoet, ende voerGa naar voetnoot77aant. 78Aymijns voeten gevallen, seggende: ‘Ic heb misdaen. Ic bid dat gi 79mi vergeeft den doot van uwen neve om Gods willen; ic wils u 80ende uwe magen beteren wes ic vermach.’Ga naar voetnoot80 | |
[pagina 22]
| |
|