De historie vanden vier heemskinderen
(2005)–Anoniem Vier Heemskinderen, Vanden– Auteursrechtelijk beschermd
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 13]
| |
Dat II capittel. Hoe heer Hugen doot gewroken worde van beide sijn oems met haer hulpers ende hoese coninc Karel uuten lande banden ende ter soenen quamen.Ga naar voetnoot+1Als heer Huge aldus deerlic was verslaghen van coninck Karel,Ga naar voetnoot1 2verkeerde die blijscap, die daer was groot, in bitteren rouwe. Als 3dat Aymijn ende Amerijn vernemen ende heer Hugen vrienden, 4sprongen alle op als verbolgen ende brisschende leeuwen ende 5worpen de tafelen met spijse omme, dat spijs ende dranc ter 6neder viel onder de voeten. Aldus sijnde inden druc om den dootGa naar voetnoot6 7van haren neve, seiden si met toernigen moede: ‘Wij willen denGa naar voetnoot7 8doot ons neven wreken, datmen daer of spreken sal soe lange alsGa naar voetnoot8 9die werlt staet, al souden wi daer alle bliven doot.’ Aymijn wa-10pende hem haestelic met zijn volc ende had in sijnre hulpen xGa naar voetnoot10 11hondert ridders, die uutgelesenste van alle sine landen. 12Coninc Karel die wapende hem met alle sine magen endeGa naar voetnoot12 13vrienden. Hi hadde geringhe sijn bataelge in ordinanci ghesteltGa naar voetnoot13 14ende had ontwonden sinen standaert, dair hi onder had x dusentGa naar voetnoot14 15man, seer wel gewapent ende van harnas versien. Daer quamenGa naar voetnoot15 16van Lauwen coninck Karel vele te hulpe, ende die van Riemen,Ga naar voetnoot16 17die van Melanen quamen oec met groter machte van volc, want si 18stonden onder dye magnificenci ende macht van coninc Karel. 19Coninc Karel had noch in sijnre hulpen Vlamingen, Brabanders 20ende menigerley geselscap, also dat coninc Karel hadde groot 21volc uut vele ende diversche plecken, meer dan ick seggen of be-22scriven can. Doe toech coninc Karel met alle dese grote menichte 23van mannen om Aymijn ende sijn vrienden te doden ende te ver-24slaen, hoer lant te barnen, te roven ende te niet te maken.Ga naar voetnoot24 | |
[pagina 14]
| |
25Aymijn hadde in zijnre hulpen xxx hondert mannen, ende wa-26ren al meest grote heren, als hertogen, graven oft ridders die edel 27van gheboerte waren. Ende si reden met ontwonden bannieren 28ter poerten uut met groten gheblas van hoernen ende trompetten, 29dat het scheen of die aerde gedroent hadde van tgeluyt. Daer was 30dat geluyt groot ‘Nerboenen! Nerboenen!’ 31Ende als Aymijn met zijn volc quam daer die grote coninc 32Karel sijn volc in ordinancie geset hadde, soe quamen die scaren 33met groter cracht ende nijde te samen, also dat int vergaderen 34menige spere gebroken worde ende menigen ridder van den 35paerde ter aerden ghedragen worde. Aymijn, die edel here, riepGa naar voetnoot35 36met luder stemmen ende seide: ‘Eedele baroenen ende vromeGa naar voetnoot36 37mannen, helpet mi wreeken den doot van heer Huge, minen 38neve. Ic en vrage daer niet nae hoe lange dat ic daer na machGa naar voetnoot38 39leven.’ Aymerijn sprac: ‘Dat sal ic doen. Mijn lijf, mijn goet sal icGa naar voetnoot39 40dair om aventuren ende in perikel stellen.’ Daer vergaderde me-Ga naar voetnoot4041nich edel man ende vochten alsoe langhe dat hem swaerden ende 42weere gebrac, soe dat si hem weerden metten appelen vandenGa naar voetnoot42 43swaerden. Ende Aymijns partye weerde hem seer vromelic, also 44dat si seer vermoyt worden ende sloegen coninc Karel menigen 45man of, ende veldese met groter cracht ende macht ter aerden, 46alsoe dat over beide siden grote moert geschiede van ridders te 47verslaen. Daer was menich man besprenget metten bloede ende 48hadden liever gerust dan langer gevochten. Men sacher die paer-49den lopen bi xx of xxx sonder here; die strijt was stuer ende fel. 50Die van Nerboene en wilden niet sparen noch wiken, si wouden 51sterven of hem verweren. Si vochten alle gader met enen stoutenGa naar voetnoot51 52moede oft Aymijn haer vader had geweest. Si streden tot dattet 53wert doncker nacht, also dat si van node scheiden mosten. | |
[pagina 15]
| |
54Coninc Karel verloser veel vanden sinen, want hi had op de tijt 55de meeste scade, so dat hi verloren hadde van sinen volcke bin-56nen dien dage x hondert man of meer. Ende de grave Aymijn 57hevet van zijn volcke verloren cccc man of meer. Doe most 58Aymijn wiken overmits de doncker nachte. Here Hugen doot 59coste menich edel man tlijf, ende sonderlinge bi die overmoet vanGa naar voetnoot59 60coninc Karel ende Aymijn. Ende menige scone casteel ende ster-61cke muer wert daer nedergevelt ende verbrant om den doot van 62heer Huge. 63Doe sprack coninck Karel met erren moede: ‘Mi is gedaen gro-Ga naar voetnoot6364ten lachter ende mijn volc heb ick veel verloren. Ic belovet GodeGa naar voetnoot64 65ende sijnre cracht, al hevet ons de nacht gesceiden, ic en laetse 66hier niet langer bliven. Uuten lande wil icse verdriven alle ende 67verbannense mit alle hare vrienden uut alle mijn rijcke ende ne-Ga naar voetnoot6768men hem al haer goeden.’ Doe riep coninck Karel zijn hoechste 69baroenen ende sijn raetsheren, als coningen, hertogen ende gra-70ven, ende deedse sitten ter vierscare, elc na zijnre waerde. DaerGa naar voetnoot70aant. 71dingede coninc Karel ende maecte Aymijns geslacht ballingen 72over alle sijn rijc. 73Dit gedaen sijnde, so vernamt Aymijn ende sijn vrienden met 74haren adherenten ende hulpers dat si Karels lant rumen mosten,Ga naar voetnoot74 75twelc si met groter haesten gedaen hebben. Die grave Aymijn 76hadde met hem xviii hondert ridders, die alle vrome ende uut-77gelesen mannen waren ter wapen, ende si namen met hem van 78haren goeden tbeste dat si bergen mochten, want si wisten wel 79dat si coninc Karels macht doe niet wederstaen en mochten. 80Coninc Karel die nam hem alle gader haer goet dat si gelaten had-81den ende gaft den genen dyet hem beliefde. Des was die graveGa naar voetnoot81 82Aymyns partye te lidene verdrietelic, want Aymijn ende sijn volc | |
[pagina 16]
| |
83de met hem verdreven waren, mosten hem des daechs onthouden 84in dicste vander woestinen. Hier moechdi horen die grave AymijnsGa naar voetnoot84 85wonderlike aventuren. Des nachtes plach hi met zijn volcke te 86barnen ende te roven al dat hi buten vaste mueren besloten wiste 87ofte conde vinden, also dat hi niet en spaerde, geestelic noch 88waerlic, waer hij se berijden mocht of begaen. Veel cloesterenGa naar voetnoot88 89ende kercken destrueerde hi ende sloech so veel geestelike luden, 90moniken, papen, clercken, nonnen als leke luden ende destrueer-Ga naar voetnoot90aant.91det al tot Parijs toe. Hi hadde by hem een neve gehieten Maelde-92gijs, een stout ridder, ende was geleert inder const van nigroman-Ga naar voetnoot92aant.93cien, daer hi grote scade mede dede coninc Karel ende menich 94ander mensche. Ende dat gout dat si roefden inder kercken dat 95dienende was ten outare Gods, dat sloegen si den paerden onder 96haer voeten. Dit oerloghe was seer verdrietelic ende pijnlic ende 97geduerde xvi jaer dattet nye en was vrede tusschen coninc Karel 98ende Aymijn. | |
[pagina 18]
| |
|