De historie vanden vier heemskinderen
(2005)–Anoniem Vier Heemskinderen, Vanden– Auteursrechtelijk beschermd
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 9]
| |
Int eerste capittel wort verclaert hoe die grote coninc Karel een groete feeste maecte, dair genoet waren alle die eedelste van kerstenrijc, ende hoe die feeste met groeter droefheit eynde.1Also als wi vinden bescreven in ouden yeesten, so hadden dieGa naar voetnoot1 2keyseren, coningen ende ander grote heren ende prelaten een 3gewoent onder hem als datten si eens des jaers feest hilden met 4groter triumphen ende vrolicheit. Dese gewoente hadde die edele 5coninc Karel, die grote keiser van Romen ende coninc van Vranc-6rijc, also dat hi alle jaer met groter glorien feest plach te houden 7binnen die stede van Parijs. Ende daer worden ontboden ende 8genoet al die edelste vander werelt, van Vrancrijc ende van alle 9coninc Karels lande, ende elc na sijnder wairden.Ga naar voetnoot9 10Nu te comen tot onser materie, so was coninc Karel houdende 11een seer rijclic costelijc hof, nader gewoente, in gedachtenisse datGa naar voetnoot11 12hi coninc gecoren was van Vrancrijc ende gecroent, so dat dair 13gecomen waren tot sijnder eren ende wairdicheit ende om zijn 14glorie te vermeren die edelste ende uutgenoemste van al kersten-Ga naar voetnoot1415rijc, geestelic ende waerlic. Inden eersten onsen aertscen vaderGa naar voetnoot15 16die paeus van Romen, die patriarche van Jerusalem, die cardina-17len, bisscopen, legaten ende veel groter geesteliker prelaten, ende 18xii gecroende coningen, xxii hertogen, thien hondert ridders, 19vijf dusent jonckers ende sciltknechten, wel geboren ende vroemGa naar voetnoot19 20ter wapen in oerlogen, in ternoyen, ende daer waren veel scoen-21der vrouwen ende joncfrouwen, alle van hoge edel geslachte, seer 22costelic ende cierlic toegemaect mit menigerande abiten, gulden,Ga naar voetnoot22 23laken, flueel, side ende ander menigerleie vreemde coloren die 24suverlic waren. Ende voert van anderen volcke waren daer groteGa naar voetnoot24 | |
[pagina 10]
| |
25menichte sonder getal. Want dese grote feest was dinxdaechs na 26Pinxter, in scoenste ende genoechlicste vanden jare. Ende so wesGa naar voetnoot26 27datmen tot die feeste behoeven mochte, was daer overvloedich, 28meer danmen conde gedencken, alsoe dat daer niet gebrac watGa naar voetnoot28 29vroechde of solaes maken mochte, want elc was geseten ter ta-Ga naar voetnoot2930felen na sijnder waerden ende tuschen elcke twee ridders sat een 31scone joncfrouwe, dat seer genoechlic was om sien. Dair diende 32ter tafelen menich edel ende wel gheboertige mannen, ende elc 33diende seer begeerlijc ende met groter naersten om dat daer nietGa naar voetnoot33 34gebreken en soude van spijs of dranc. 35Aldus sat coninc Karel, keyser van Romen, met sijnder cronen 36in groter triumphe ende vromicheyt. Ende besiden hem was ge-37seten die vrouwe sijn keyserinne. Ende in die sale sat tot eender 38tafelen mijn heer Aymyn, grave van Dordoen, ende Amerijn van 39Nerboen. Daer was heer Huge van Dordoen, ende was een sus-40tersoen van Aymyn, ende was een schoon man mit geluen hareGa naar voetnoot40 41ende seer wel ter spraken. Dese heer Huge stont op vander tafel 42daer hi sat ende ginc voer coninc Karels tafel, daer hij sat met 43sijnder keyserinnen in groten triumphen ende glorien. Ende als hi 44voer de tafel stont, is hi oetmoedelijc ter aerden gevallen over sijn 45knyen, gruetende coninc Karel seer soetelic ende sijnder vrouwen 46der keyserinne ende alle die baroenen ende edelinghen dye daer 47geseten waren, ende heeft gheseit tot coninck Karel met soeten 48hovesschen woerden: ‘Heer coninc ende keiser van Romen, u isGa naar voetnoot48 49wel condich hoe dat hier te hants mede inder salen sijn mijn tweGa naar voetnoot49 50omen. Die een is geheten Aymijn, een ridder goet ende coen, die 51ander is genaemt Amerijn van Nerboen, ende hebben u trouwe-52licken ghedient in Turkien, als goede capiteinen haren heer scul-aant.53dich zyn te dienen, menigen tijt. Ende menigen heiden hebben siGa naar voetnoot53 54verslegen ende hebben in menich groet perikel om uwen wille | |
[pagina 11]
| |
55geweest, dat si willich ende gaerne gedaen hebben. Dair om, ede-56le here coninc Karel, u is wel kondich dat gi nye hem luyden so 57veel en gavet dat si een paer sporen copen mochten. Aldus, edelGa naar voetnoot57 58here coninc Karel, hebben si mi an u ghesent, an u begerende 59vriendelick dat ghijse verghiften wilt eerlic, dair si hogelic endeGa naar voetnoot59 60eerlic haren staet op mogen voeren.’ 61Als coninc Karel dese woerden gehoert hadde, so sprac hi tot 62heer Hugen mit een toernigen moede ende seide: ‘Ghi eyschet te 63vergheefs voer hem luden, want si hebben mi menige reise geey-Ga naar voetnoot6364schet ende ic en heb hem nye niet willen geven noch ic en sal hem 65niet gheven, si doen daer toe dat si mogen.’ Als here Huge den 66mogenden coninc Karel dese woerden hoerde spreken, wert hiGa naar voetnoot66 67seer ontset van binnen ende sprack met hovaerdiger talen, seg-Ga naar voetnoot6768gende hem: ‘Here coninc, en wildi mijn oemen niet beghiften, die 69u so langhe tijt eerlic ende ridderlic gedient hebben, men sals u 70groten lachter ende scande spreken in ander heren hove, ende uGa naar voetnoot70 71goede eerlike fame die ghi hebt, sal daer bi vergaen ende uutge-72daen worden, twelc u oneerlic wesen sel.’ Als coninc Karel deseGa naar voetnoot72 73hoemoedige woerden gehoert hadde van heer Hugen, so wert hi 74met toerne seer ontsteken ende toech met haesten een swaert 75ende sloech heer Hugen den eedelen man, dat hi doot viel ter aer-76den voer coninc Karels tafel, dat de vloer vander salen seer nat 77was van sinen bloede. Ende daer wort een groot geruft endeGa naar voetnoot77 78gecrijsch onder de edelen, daer grote oerloge of quam. | |
[pagina 12]
| |
|