Helikon. Jaargang 2(1932)– [tijdschrift] Helikon– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 111] [p. 111] De panter (naar Rainer Maria Rilke) Zijn blik is van den drang der staven zoo moe geworden, langzaamaan; hij weet niet beter, of er waren duizend staven en achter duizend staven geen bestaan. De weeke gang van veerend-sterke schreden die in zijn kooi de kleinste cirkel slaat is als een krachtdans, om één middelpunt getreden waarin verdoofd een groote wilskracht staat. Zoo nu en dan ontsluiten zich de oogenleden geluidloos - daarin verdwijnt een beeld stilaan, gaat door de vastgespannen stilte van de leden en houdt in 't hart op te bestaan. Louis de Bourbon Vorige Volgende