Helikon. Jaargang 2(1932)– [tijdschrift] Helikon– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 96] [p. 96] De vuurhagedis Steeds zie 'k hem glippen, hoe lang ook geleden, Met zijn rood haar en gesperde neusgaten; Als jongen al vroeg, naar vrouwen verwaten Glurend met oogen, die hun opgeld deden Op kermissen en in de avondstraten. Toen wij nog droomden, met den droom tevreden, Leerde hij ons, cynisch en onversneden, Het geil systeem (duid'lijk, ook zonder platen). Door die herinnering (én toen hij vluchtte Voor steenen, om zijn uitblinkende kleur, En op een wagen sprong tot voor zijn deur) Bouwde 'k voor hem en voor die heete zuchten Dit klein terrarium, waarin hij veilig Leeft, door teelt en tint voor de and'ren heilig. S. Vestdijk Vorige Volgende