Helikon. Jaargang 2

[p. *47]

[Nummer 7]

Noodkreet

Den lezers van Helikon heil.

HELIKON, Maandschrift voor Poëzie, zal weldra aan het einde van den tweeden jaargang zijn.

Dat een tijdschrift, uitsluitend aan de poëzie gewijd, zoolang heeft kunnen bestaan, heeft de verwondering der pessimisten gewekt.

In ‘normale omstandigheden’ zou het aantal abonnees ongetwijfeld nog gestegen zijn. De crisis, die naar het schijnt, de letterkundige tijdschriften niet spaart, heeft nu evenwel ook invloed gehad op de getrouwen van Helikon. Einde 1931 heeft een groot aantal abonnees (eerlijk gezegd voor een groot deel samengesteld uit poëten die gemeend hadden door een abonnement op Helikon recht op publicatie daarin te verkrijgen!) bedankt, doch het is den uitgever mogen gelukken een veel grooter getal nieuwe abonnees in 1932 aan te werven.

Met het einde van 1932 dreigt nu wederom het Spook der Opzeggingen. En de uitgever, die zich, helaas, niet uitsluitend aan de propaganda voor Helikon kan wijden, ziet geen kans om, als er wederom abonnees bedanken, zelf nog eens een reclamecampagne te voeren.

Hij richt zich daarom tot U om hulp en bijstand.

Wanneer iedere abonnee op Helikon slechts één nieuwe abonnee aanbrengt, is het bestaan voor 1933 wederom verzekerd. En ter belooning van het aanbrengen van iederen nieuwen abonne zal de uitgever van Helikon schenken, naar keuze van den aanbrenger, een boek ter waarde van fl. 1.90 of twee boeken ter waarde van fl. 1.- uit zijn fondscatalogus.

Van het aantal vernieuwingen der abonnementen voor 1933 en het aantal nieuwe abonnees zal het afhangen, of Helikon in 1933 nog zal verschijnen. Teneinde het getal zeker te kunnen vaststellen, zal in Januari 1933 geen nummer van Helikon verschijnen, doch, indien het bestaan voor 1933 wederom verzekerd wordt, zal in den loop van Februari 1933 een dubbel nummer verschijnen en zoodoende de achterstand worden ingehaald.

HELIKON heeft helaas van den boekhandel niet dié medewerking gehad waarop het heeft meenen te mogen rekenen. Slechts 25 boekhandelaren uit Nederland en Vlaanderen zonden 3 of méér bestellingen op abonnementen. Helikon heeft 450 abonnees noodig om ‘er te komen’, dat wil zeggen om de kosten van papier, drukken, brocheeren en verzenden ‘goed te maken’.

[p. *48]

Mocht de uitgever van Helikon boven de 450 abonnees komen, dan zou hij zelfs een klein honorarium aan de medewerkers kunnen uitkeeren, wat natuurlijk den dichters zeer aangenaam zou zijn. En het zou den uitgever in deze tijden zelfs niet onverschillig zijn om naast de dichters, de papierhandelaars en de typografen zélf aan Helikon iets te ‘verdienen’. Doch gaarne zal hij van deze ‘verdienste’ afstand doen indien hij, zonder verdere persoonlijke opofferingen, zijn tijdschrift kan blijven uitgeven.

Het is den redacteur steeds een voorrecht geweest om, staande boven alle litteraire coteriën, een keuze te mogen doen uit de productie van onzen tijd. Weliswaar heeft hij met enkele groepen nog geen contact mogen krijgen (onze z.g. marxistische dichters), weliswaar moet hij er zich bij neerleggen dat vele dichters in de eerste plaats voor hun eigen groeps-tijdschrift moeten zorgen, maar wanneer hij de tot nu toe verschenen nummers nog eens doorbladert, meent hij toch tot een resultaat gekomen te zijn dat geen enkel ander tijdschrift heeft kunnen bereiken. En hij wanhoopt nog steeds niet aan de toekomstige medewerking der achtergeblevenen.

Zeker, de redacteur is er zich van bewust dat niet alle nummers even goed zijn. Maar hij is afhankelijk van de inzendingen; vaste medewerkers heeft hij met opzet willen vermijden om zijn tijdschrift niet in een bepaalden vorm te laten stollen. Misschien ook heeft hij te vaak gezondigd aan zijn voorkeur om van onbekenden liever een zwak gedicht op te nemen dan een volmaakt gedicht van een gevierd meester. Doch hij meent daardoor een vrij zuiver beeld te kunnen geven van den huidigen stand der poëzie in Nederland en Vlaanderen. Juist de gevarieerdheid moet het karakter van Helikon bepalen. Wanneer in ieder nummer slechts één gedicht staat dat den lezer treft, dan geeft hem dit voor zijn leven méér dan de slechte film waarnaar hij, tegen den driedubbelen prijs, een heelen avond met verveling zit te kijken. En een volledige jaargang van Helikon vormt een anthologie die tegen den abonnementsprijs in boekvorm moeilijk in den handel zou kunnen gebracht worden. Zoo is iedere jaargang van Helikon een schrijn waarin, tusschen veel blinkende stukjes glas en spiegel een aantal kostbare steenen bewaard worden.

De uitgever van Helikon rekent op uw medewerking om anderen, die dit tijdschrift nog niet kennen, er toe te brengen, van dit schoone mee te genieten door een abonnement te nemen. Hij zal U daarvoor zéér erkentelijk zijn.

De Redacteur-Uitgever.