Helikon. Jaargang 2

[p. 43]

Andante

Welig wit uw gelaat
tot de schaduw van rode rozen
zijn bogen baadt.
Uw broze
kus: de wilde smaak aan mijn mond
van kastanjes vers van dit sezoen:
hebt ge niet uw hand gewond,
of was het hulsel nog tussen de blaren groen?

De blauwe bieënzwerm over uw gelaat
en uw hals en voort onder uw blanke kleed:
zien uw roerloze ogen aan Eufraat
en Tigris het Eden weer gereed?

Jan Vercammen