Helikon. Jaargang 2(1932)– [tijdschrift] Helikon– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 2] [p. 2] Als de blaren vallen... De kilte en al de natte blaren Die zeilen op de najaarswind Maken mij net als andre jaren Melancholiek en slechtgezind. Ik loop onder de kale boomen Te zinnen op een kwade zet, Maar 't is er nimmer van gekomen Ik ben ten slotte toch te nèt. Ben ik een man voor wilde daden, Ben ik een revolutieheld, Die boven op de barricaden Een stuk of wat klabakken velt? Het blijft, o zielsrust, maar bij woorden: Ik kanker op de burgerij Platonisch, want mijn vaadren hoorden, Als ik, er lekker warmpjes bij. Wanneer ik 's avonds de gordijnen Goed dicht doe en de kachel brandt Dan voel 'k de opstandigheid verdwijnen, Als ijs smelt in een warme hand. - Maar al die vieze bruine blaren, Die lauwe regen en die wind Maken mij net als andre jaren Ietwat humeurig en verblind. J. Greshoff Vorige Volgende