Een hantboecxken inhoudende den heelen Psalter des H. propheete Dauid
(1565)–Anoniem Hantboecxken inhoudende den heelen Psalter des H. propheete Dauid, Een– AuteursrechtvrijOp de wijse. Vatter unser im Himmelreich, der.ALs ick in ancxt, en inden noodt ben,
Als allen mijnen troost is daer henen,
So heff ick dan hoog op dooghen mijn,
Om bystandt te crijghen vanden Heer fijn,
En ick wacht tot dat my gheholpen werdt,
Vanden Godt des Hemels, en der eerdt.
Hy houdt my op de rechte baen,
Mijnen voet en sal niet slipperen gaen,
Want tis de Heer die my selffs behoedt,
Al is de vyandt rasende verwoet,
Maer die Israel beschermt: die siet,
Hy en slaept gheensins, noch hy en sluymt niet.
Ofschoon de Sonne sdaechs op u steeckt,
En de coule Mane u snachs besteeckt,
So comt doch haest des Heeren bystandt,
En bedeckt uwe rechte handt,
Oock met zijn schay hy u so behoedt,
Dat u gheen ongluck schade en doet.
Om te beschermen is Godt bereyt,
| |
[Folio 164r]
| |
Van allen quaden tot alder tijdt,
Sijn troosting die en vertreckt niet lanck,
Hy bewaert uwen in, en uwen wtganck,
En op dlest so helpt hy u wt allen leydt,
Van nu aff tot inder eewicheyt.
|
|