begonnen de titel aan
te passen; het stuk ging in zee onder de naam De feeks. En
het knappe was dat Erik Vos aan de tekst eigenlijk nauwelijks iets wijzigde;
maar hij liet de beroemde onderwerpingsmonoloog aan het slot door actrice
Geert de Jong met zo'n tintelende ironie vertolken, dat iedere toeschouwer
met zijn klompen aanvoelde dat er ook in de toekomst van al te brave
gehoorzaamheid niet veel terecht zou komen en dat de feeks Kate haar man nog
steeds veruit de baas was.
Hier was kortom een uiterst slimme vondst gedaan waarmee, met behoud van de
tekst, toch een geldige boodschap werd uitgedragen: dat temmen kan heel leuk
en aardig zijn, maar het gaat er maar om of men in een huwelijk voldoende
humor inbrengt om elkaar te kunnen verdragen.
Deze opvatting echter, dat in een gemoderniseerde voorstelling toch een
kloppend verhaal moet worden verteld, is typisch de moraal van iemand die
stamt van vóór het postmodernisme, van een modernist dus eigenlijk. Het
modernisme stamt namelijk als cultuuropvatting uit een periode die aannam
dat kunst ons iets van betekenis te vertellen had; het postmodernisme is
daarop een recente reactie die de stelling uitdraagt dat mensen niet langer
in staat zijn elkaar verhalen te vertellen die waarde of zin aan ons bestaan
verlenen. De wereld kan alleen vertoond worden als bloedige waanzin vol
onrecht en lijden.
Zelf neem ik aan dat het postmodernistische doemdenken een tijdelijke
afdwaling is, dat we niet bij de pakken neer moeten zitten en dat
kunstenaars de mensheid zullen blijven inspireren door betekenissen te laten
oplichten in goed gecomponeerde werken die wat mij betreft - op het toneel -
best wat minder authentiek mogen zijn, als ze ons maar iets te vertellen
hebben.