Colloquium Neerlandicum 11 (1991)
(1992)– [tijdschrift] Handelingen Colloquium Neerlandicum– Auteursrechtelijk beschermdHandelingen Elfde Colloquium Neerlandicum
[pagina 245]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. Nederlandse literatuur in ZwedenIn een in 1990 in Stockholm verschenen proefschrift over de wijze waarop de Duitse literatuur zijn weg vindt naar het Zweedse publiek wordt getracht een beeld te geven van het ‘vaak ondoorzichtelijke web van persoonlijke interactie, van invloeden en instellingen die bepalen wat de Zweedse lezer aangeboden krijgt’Ga naar eind1. Wie zich in Zweden bezighoudt met Nederlandse literatuur herkent de situatie, hoewel er ook verschillen zijn. Ik noem een paar conclusies uit het boek en geef een kort commentaar: Duitse uitgeverijen kunnen niet begrijpen dat schrijvers die in Duitsland beroemd zijn in Zweden bijna onopgemerkt blijven. Dit geldt misschien in iets mindere mate voor Nederlandse uitgevers. In Nederland neigt men al gauw - al te gauw - tot relativering van zijn eigen belangrijkheid. Maar de conclusie dat succes in het land van ontstaan geen garanties biedt voor succes in het buitenland klopt ook in het geval van de Nederlandse literatuur. Duitse literatuur wordt in Zweden niet vanwege de financiële opbrengst uitgegeven, maar is bedoeld voor een beperkte kring van critici en schrijvers. Dit geldt alleen in beperkte mate voor de Nederlandse literatuur voor volwassenen. Er is in Zweden geen Nederlandse cultuurtraditie, terwijl er in Zweden wel een Duitse cultuurtraditie bestaat. En voor de kinderliteratuur ligt het mijns inziens zéker anders. Die wordt uitgegeven voor kinderen en de besprekingen richten zich tot ouders, grootouders en degenen die beroeps- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 246]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
halve goed leesvoer voor kinderen najagen, bij voorbeeld bibliothecarissen, pedagogen, psychologen. De keuze van de uitgeverijen is vrij willekeurig en toevallig. Ja, ieder Nederlands boek dat in het Zweeds wordt vertaald heeft zijn eigen ‘geschiedenis’! Bibliotheken laten zich echter bij hun inkopen vaak leiden door de beoordelingen van hun lecteursGa naar eind2. Er is geen reden waarom dat niet zou gelden voor Nederlandse boeken. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. Annie Schmidt in het ZweedsLaten we nu aan de hand van enkele feiten en gegevens nagaan wat er in Zweden met Annie M.G. Schmidt is gebeurd. In Nederland is Annie Schmidt niet alleen bekend als kinderboekenschrijfster maar ook als schrijfster van gedichten (light verse), cabaretteksten en toneel; ze schreef de eerste echt succesvolle Nederlandse radioserie, de eerste Nederlandse televisieserie en de eerste Nederlandse musical. Ze heeft in Nederland als het ware aan de wieg gestaan van drie genres, alledrie behorend tot de zogenaamde ‘lichte’, ‘minder serieuze’ cultuurvormen, en ze is Nederlands grootste vertegenwoordigster van het genre kinderboek, dat tot voor kort ook ‘minder belangrijk’ werd geachtGa naar eind3. In alle genres die ze heeft uitgeoefend is ze buitengewoon geliefd en populair geworden en ze is in alle genres met prijzen bekroond. Zweden kent haar alleen als schrijfster van prozaromans voor kinderen. Haar overige werk is immers vrijwel onvertaalbaar. De charme van haar gedichten ligt besloten in de taal zelf en in het spelen met taal. Het succes van haar radio- en televisieseries en musicals berust - zoals het succes van de meeste cabaretteksten - op een goede kennis van het milieu waar de humor van de schrijfster op mikt en waarvan ze de toon en de taal op onnavolgbare wijze heeft weten op te roepen. Ook dit genre is onvertaalbaar. Gelukkig dat Annie Schmidt ook kinderboeken in prozavorm heeft geschreven. Zulke teksten zijn wel enigszins vertaalbaar en kunnen de niet-Nederlandse lezer een indruk geven van de humor en de taalvirtuositeit van deze auteur. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 247]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Uit de recensies blijkt dat zowel haar humor als haar manier om de gewoonste, meest alledaagse spreektaal tot een kunstgenre te verheffen zelfs in de vertalingen gehandhaafd is gebleven. In het Zweeds vertaalde boeken van Annie Schmidt zijn, in volgorde van verschijnen:
Op die lijst ontbreken haar verzen voor kinderen - om vertaaltechnische redenen? - en de in Nederland zo populaire Jip en Jannekereeks. De oorspronkelijke Nederlandse illustraties zijn - behalve in Minoes - vervangen door Zweedse. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. De recensiesGa naar eind5Van Abeltje en De A van Abeltje zijn geen recensies te vinden. In 1961 wordt Wiplala echter twee keer besproken en uit beide besprekingen blijkt dat de recensenten ook Abeltje kennen en op prijs stellen. Ik vertaal uit DN 30-10-1961: ‘De Hollandse Annie M.G. Schmidt heeft als kinderboekenschrijfster vele goede eigenschappen’: ze is ‘artistiek bewust’, ‘onsentimenteel maar toch warm’, ‘vol fantasie’ en ‘bovendien vaak ongelooflijk geestig’, ‘voor haar bestaat er geen groot verschil tussen kind en volwassene’, ‘haar wereld is wel een karikatuur maar het karikaturale is niet zo sterk dat we er onszelf niet meer in kunnen herkennen’, ‘het mirakel snijdt het contact met de werkelijkheid niet af’. De recensente vindt Abeltje ‘haar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 248]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
geestigste boek’, maar ‘Wiplala blijft daar niet ver bij achter’. De tweede recensente van Wiplala (SDS 13-12-1961) merkt op dat dit het derde in het Zweeds vertaalde boek van Annie Schmidt is. Na een inhoudsoverzicht concludeert ze: ‘Onweerstaanbaar meeslepend is dit verhaal met zijn op originele wijze fabulerende fantasie en humoristische alledaagse toon’. Wiplala weer wordt in vier (groeps)besprekingen van december 1965 behandeld. Eerst SvD 4-12-1965: ‘Wie het figuurtje reeds kent hoeft vast niet overgehaald te worden om de kennismaking te hernieuwen.’ Wiplala is ‘buitengewoon charmerend’ (‘rasande charmig’) en Annie Schmidt heeft een stijl die op bijzonder gelukkige wijze het realisme van alledag combineert met de fantasie’, ‘een bevrijdende gekkigheid gaat uit van Wiplala en de familie Blom’. De vertaalster wordt genoemd (vertalers worden niet altijd genoemd!) en de (Zweedse) illustratrice geprezen. De recensent van DN 20-12-1965 noemt het ‘een heerlijk boek, zo mogelijk nog beter dan haar voorgaande’. GHT 23-12-1965 spreekt van ‘Een fantasievol en grappig figuurtje’, ‘Geestig verhaal in rap tempo geschreven’, ‘de taal is alledaags en natuurlijk (vertaald door Saima Fulton)’, ‘Zweedse illustratrice’. SDS 10-12-1965 heeft het over ‘Een soort Hollandse Nils Karlsson Pyssling’Ga naar eind6, ‘nog steeds beleeft men evenveel plezier in de omgang met Wiplala en het verhaal wordt nooit saai’, ‘aardige illustraties - zoals altijd van Ylva Källstrom’, ‘ook geschikt om hardop uit voor te lezen’.
Ter gelegenheid van de uitreiking van de H.C. Andersen-medaille aan Annie M.G. Schmidt in 1988 verscheen een korte notitie over haar in Dagens NyheterGa naar eind7, waarin ook andere activiteiten dan het schrijven van kinderboeken worden genoemd. Haar positie als kinderboekenschrijfster in Nederland wordt vergeleken met die van Astrid Lindgren in Zweden. De journaliste constateert dat ze ‘met schijnbaar eenvoudige middelen lezers weet te betoveren zoals toen ze haar dankwoord voor de medaille uitsprak en haar publiek van honderden personen in haar ban hield met haar onsentimentele humor en verrassende wendingen en het (publiek) tot lachen en stormachtig applaus dwong’. Ze spreekt de hoop uit dat de Zweedse uitgevers opnieuw zullen kijken of ze niet iets van haar werk willen uitgeven.
Toen Minoes in 1989 in het Zweeds verscheen werd er in de bespreking van Dagens Nyheter beweerd dat dit het eerste boek van Annie Schmidt was dat in het Zweeds verscheen. Verder is er alweer sprake van een ‘charmerend | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 249]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
verhaal’. De bespreekster merkt op hoe goed Annie Schmidt de kattenkarakters weet weer te geven. Het verhaal ‘zit goed in elkaar’ en ‘is geestig’. In de bespreking van Sydsvenska Dagbladet is er sprake van een ‘verrukkelijk boek: spannend, geestig, goed gevonden’, ‘eigenschappen van katten en mensen zijn op zeer komische en fantasievolle wijze gecombineerd’, ‘wordt ook aan volwassen kattenliefhebbers als lectuur aanbevolen’, ‘is uitstekend geschikt om voorgelezen te worden’. Een van de lecteurs van BibliotekstjänstGa naar eind8 spreekt van een ‘goed gevonden en bijzonder geestig verhaal’, ‘het kleinsteedse milieu goed geschilderd’. De vertaling krijgt een goed woord en ook de illustraties worden geprezen. Deze keer zijn de oorspronkelijke Nederlandse tekeningen en de kaft van Carl Hollander behouden. De uitgever vertelde me dat men had overwogen om de illustraties door tekeningen van een modern Zweeds tekenaar te vervangen. Men vond ze ‘een beetje ouderwets’. De andere lecteur merkt de maatschappijkritiek op: het ontmaskeren van een huichelachtige machtswellusteling, de grote ondernemer die eigenlijk misdadig is. ‘De taal is lekker pittig, rijk aan dialoog en makkelijk toegankelijk’, ‘vertaling goed geslaagd’. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. Annie Schmidt vertalenVoor vertalers bestaat de uitdaging erin haar veelgeprezen alledaagse toon te vinden. Zelfs de Zweedse recensies tonen dat er met haar taal iets bijzonders aan de hand is. Ze is óók geestig maar vaak ligt die geestigheid juist besloten in haar taalgebruik, waarvan ik enkele aspecten noem:
- Het alledaagse:
Dit soort taal mag nooit letterlijk worden vertaald. Er moet altijd gezocht worden naar de stilistisch en inhoudelijk equivalente uitdrukking die diezelfde taalsituatie in de doeltaal vereist. Voor extramurale docenten zij tussen haakjes opgemerkt dat de teksten van Annie Schmidt juist doordat ze de werkelijkheid zo goed heeft afgeluisterd uitstekend geschikt zijn om aan beginners in het Nederlands te laten lezen. Het communicatieve element - dat je door het bestuderen van grammatica en literatuur voor volwassenen niet altijd automatisch meekrijgt - wordt hier in iedere regel aangeboden. Haar teksten vormen een ware staalkaart van alledaagse situaties en daarbij behorende idiomatische uitdrukkingswijzen in het Nederlands. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 250]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
- De humor:
Voor zover in de taal besloten, eist de humor van Annie Schmidt van de vertaler wel degelijk vindingrijkheid. Een deel van haar humor uit zich in de naamgeving van haar personages: juffrouw Minoes de Rooie van de Overkant, de stad Killendoorn, de sjieke Emmalaan, de Krullevaar, Pluk van de Petteflet, de vieze Jakkepoes, de Heen- en Weerwolf. Soms berust de werking van haar humor op specifiek Nederlandse cultuurverschijnselen, hetgeen de vertaler ook voor een op te lossen vraagstuk stelt. In Minoes komt er een Schoolkat voor die meent dat datgene wat hij in de geschiedenisles heeft afgeluisterd recente gebeurtenissen zijn. Minoes - die met belangrijke actuele problemen worstelt - heeft niets aan zijn informatie. Het is niet uitgesloten dat hier een kleine kritiek op het schoolcurriculum in Nederland ligt besloten. Voor een vertaler in het Zweeds bestaat het probleem hierin dat de Zweedse scholen in de geschiedenisles allang geen dramatische heldenverhalen meer laten memoreren. Er is openlijk kritiek geuit op deze ‘geschiedenisloosheid van de Zweedse school’, maar ongeacht alle opvattingen die men op dit punt kan hebben, betekent het voor de vertaler dat het niet zo makkelijk is om een Zweeds equivalent te vinden voor bij voorbeeld de zilvervloot van Piet Hein. Je moet die vloot namelijk door iets uit de Zweedse geschiedenis vervangen om ‘bij de lezers in de doeltaal hetzelfde effect te bereiken als in de brontaal’ zoals het wetenschappelijk wordt uitgedrukt. Het is ook een goed voorbeeld van de vertalersproblematiek der ‘culturele verschillen’.
- De ‘pittige’ taal:
Annie Schmidt heeft in haar tijd bij de VARA gestreden voor het recht van het woord ‘verdomme’ in de ether bij het weergeven van een natuurlijke uitdrukkingswijze in geval van woede. De vertaler moet haar hierin natuurlijk volgen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5. ConclusieWe zien dus dat de eerste kinderromans van Annie Schmidt steeds ongeveer vier jaar na hun verschijnen in Nederland in het Zweeds vertaald zijn, maar dat er tussen 1965 en 1989 een leemte is. Minoes is pas bijna twintig jaar na verschijnen vertaald. Een blik op Annie Schmidts produktie na Wiplala weer | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 251]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1962) toont aan dat ze dan voor de televisie produceert (Ja zuster, nee zuster) en veel musicals schrijft. Het eerste ‘vertaalvriendelijke’ kinderboek na acht jaar is inderdaad Minoes (1970). Het ziet er naar uit dat Annie Schmidt in de tussentijd ‘vergeten’ is door uitgeverij Rabén och Sjögren. Acht jaar is een lange tijd en personeelsveranderingen op uitgeverijen kunnen soms ook een lijn doorbreken. Tijdens een gesprek met een vertegenwoordigster van Berghs, de nieuwe Zweedse uitgeverij van Annie Schmidt, bleek dat hun belangstelling gewekt was door de toekenning van de H.C. Andersenmedaille in 1988. De uitgeverij wilde ook Wiplala laten vertalen. Een studente - Gun Wanders, die materiaal heeft verzameld over Nederlandse literatuur in Zweedse vertaling - heeft me erop gewezen dat dit boek reeds vertaald was, zodat we de uitgeverij daarvan op de hoogte konden stellen. Geïnspireerd door de kennismaking - door Minoes - met de Nederlandse kinderliteratuur heeft Berghs toen ook besloten om Deesje van Joke van Leeuwen en Lieveling, Boterbloem van Margriet Heymans te laten vertalen. In Deesje is er sprake van een klein meisje waar de volwassen mensen niet naar luisteren en die daardoor in moeilijkheden geraakt. De Zweedse - zeer enthousiaste - recensente trok een lijn naar de traditie van speciale boeken voor meisjes. Ze zag het uit het oogpunt ‘vrouwenliteratuur’. Het thema kindermishandeling van Lieveling, Boterbloem past ook goed in de tegenwoordige trend binnen de kinderliteratuur. Ook Deesje is in zekere zin een ‘mishandeld kind’. Een ander voorbeeld van de trendgevoeligheid van kinderliteratuur is de beslissing van een andere kinderboekenuitgever om Mijn tante is een grindewal van Anne Provoost te laten vertalen. Het thema van dit boek is incest. De directeur van het Svenska BarnboksinstitutetGa naar eind9, Sonja Svensson, deelde mij begin augustus mee dat er op het ogenblik uitzonderlijk veel kinderboeken over incest verschijnen. Ook op de Zweedse televisie worden op het ogenblik films vertoond over dat thema. Men zou verwachten dat de thema's uit de laatste kinderromans van Annie Schmidt (kritiek op milieuvervuiling en vernietiging van natuurschoon in Pluk van de Petteflet , kritiek op een vijandige bureaucratie in Otje ) ook actueel zouden zijn, maar kennelijk is ‘het mishandelde kind’ nu voorlopig aan de orde. Het is de vraag of het zal lukken om na de periode van vergetelheid een comeback te bewerkstelligen van Annie Schmidt op een ogenblik dat de trends een andere richting op gaan. Het toekennen van de H.C. Andersenmedaille aan deze grootmeesteres van de Nederlandse kinderliteratuur heeft | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 252]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
er echter wel toe geleid dat de belangstelling voor Nederlandse kinderliteratuur in het algemeen is aangewakkerd. |
|