Europa zal gebruiken als Engeland en de Scandinavische landen zullen
toegetreden zijn.
Ik ben van huis uit geen taalkundige, maar socioloog. U zult mij wel ten goede
houden dat ik de ontwikkeling van de Nederlandse taal en cultuur op de eerste
plaats langs sociologische zijde benader.
Indien taal en cultuur de uiterlijke en zichtbare tekens zijn van de levenswijze
van een persoon en een gemeenschap, dan is cultuurpolitiek en taalzorg op de
eerste plaats het verlenen aan dit individu en deze gemeenschap van middelen en
mogelijkheden om deze levenswijze te beleven en deze culturele identiteit te
behouden.
Het gaat hier niet alleen om door wetten gewaarborgde mogelijkheden, maar ook om
de sociologische vrijheid om deze mogelijkheden aan te wenden.
De Vlaamse Beweging in België is een voortdurende wedloop tussen wat wettelijk werd gewaarborgd en sociologisch moest
worden veroverd.
Ik meen dat zich op wereldvlak hetzelfde voordoet voor wat regionale talen
betreft.
Het gaat hier immers niet om een literatuur of een taal van eerste rang, die
overleven mag, en andere van mindere rang, die rustig kunnen verdwijnen.
Voor de persoon en een volk betekent de taal meer dan mooie literatuur, meer dan
een artistiek medium: het is op de eerste plaats een transportmiddel van ideeën; een onvervangbaar instrument voor sociaal
en intellectueel verkeer van dat volk.
Ook wanneer de meertaligheid zal toenemen - en dat zal voor de intellectuelen het
geval zijn - voor de grote sociale groep, voor de jeugd en de steeds weer nieuwe
generaties, blijft de eigen taal het primaire instrument voor communicatie en
cultuuroverdracht.
In deze zin zie ik de functie van regionale talen in mondiaal verband niet
afnemen. Ik zie deze functie eerder toenemen.
Maar cultuur is meer dan taal en een volk is niet alleen maar synoniem voor taal!
Een intellectuele gemeenschap drukt zich ook nog op andere wijzen uit dan met
verbale tekens. Er is natuurlijk de kunst in haar vele facetten; maar veel meer
nog is er de gehele ‘way of life’, het sociale patroon, de politieke en
maatschappelijke levenswijze die een beschaving uitmaakt.
Deze totaliteit van expressie levert een cultuur op, waarvan de grenzen niet
geografisch bepaald kunnen worden, maar waarvan het belang