B. Nederlands voor Engelstaligen
Forumgesprek o.l.v. P.K.
King, M.A. (Cambridge)
In een discussie over de gebruikelijke methodiek toegepast bij het vervaardigen
van begincursussen werd geconstateerd, dat hoewel het schrijven van dialogen op
een geschematiseerde grammatica gebaseerd onnatuurlijk is (omdat een kind de
eigen taal niet zo leert en omdat de zo geconstrueerde dialogen geen
spontaan-dagelijkse taal weergeven), de student bij zo'n cursus toch wel zo'n
presentatie van vreemde talen, in de ‘klassieke’ grammatica's, al gewend zal
zijn. Ook meende men dat er noodzakelijk rekening moest worden gehouden met het
verschil tussen de periode van ± 7 jaar waarin een kind min of meer constant met
de moedertaal bezig is, en de eisen van een spoedcursus voor een volwassene die
reeds een basistaal heeft.
In de daaropvolgende discussie over het doel en de aanpak van een gevorderde
taalcursus werd gewezen op de noodzaak de student te motiveren a) door vlot en
authentiek taalgebruik, b) door boeiende onderwerpen (t.w. taalsituaties
betrokken bij interessante aspecten van de Nederlandse kultuur). Er werd op
gewezen dat de stimulans van een actueel (en daarom interessant) onderwerp
betrekkelijk snel zou verflauwen tenzij de gespreksonderwerpen van tijd tot tijd
vervangen konden worden. Om deze reden, en ook om verschuivingen in het
taalgebruik bij te blijven, moest zo'n cursus op een goedkope manier vervaardigd
worden, bv. met gestencilde tekst en banden die ingeruild konden worden. Er werd
ook op de noodzakelijkheid van schriftelijke oefeningen in zo'n cursus gewezen.
Tenslotte liet men met algemene stemmen weten dat het zeer wenselijk zou zijn als
het bestuur een concessie van ‘Klank en Beeld’ kon verkrijgen, waarbij op
aanvraag van docenten in het buitenland, banden (van bv. de Troonrede) voor
korte periodes uitgeleend zouden kunnen worden.