A. Nederlands voor Duitstaligen
Forumgesprek o.l.v. Lic.
Fr. Beersmans (Giessen/Marburg)
In dit gesprek werd eerst aandacht besteed aan de didaktische situatie van
het Nederlands aan de verschillende duitstalige universiteiten. Er werd
besloten over deze situatie een enquête te houden. De resultaten van deze
enquête zouden als basis kunnen dienen voor de discussies tijdens een
jaarlijkse bijeenkomst van lektoren in het Duitse taalgebied waartoe
eveneens besloten werd. De eerste vergadering van deze aard werd vastgesteld
op de dagen 12 tot 14 februari 1971.
De leermiddelen vormden het tweede punt van bespreking.
Lic.
D. de Vin
(Berlijn) hield een pleidooi voor de door hem gebruikte methode
‘Kursus Nederlandse Taal’, een uitgave van de Stichting Bijstand
Buitenlandse Studerenden (S.B.B.S.) te Utrecht. De kursus dient voor gebruik
in een talenpraktikum. De kursus omvat drie delen:
1. | hulpboek: een soort grammatica die het Nederlands vanuit de moedertaal
in de moedertaal beschrijft, alsmede idioom en vertaaloefeningen; |
2. | spreekoefeningen (vraag- en antwoordmethode); |
3. | tekstboek. |
De bijbehorende 25 bandjes bevatten dialogen die door twintig verschillende,
uit alle windstreken afkomstige, Nederlanders worden gesproken.
Lic.
Beersmans
vindt de teksten van de oefeningen soms wat te kinderlijk. Dit is
echter, ook in het talenpraktikum, nauwelijks te vermijden.
Lic.
J.G. Wilmots
, oud-lektor Frankfurt am Main, stelde hierna zijn kursus ‘Nederlands
voor Beginners’ voor en gaf daarbij de volgende toelichting:
De oefeningen voor talenpraktikum waarmee u hierna kennis kunt maken, zijn
een beperkte keuze uit een reeks van 140, die de 100 blz. (of 20 keer 25 tot
30 minuten bandmateriaal) uitmaken van een apart deel bij mijn kursus
‘Nederlands voor Beginners (met Duits als moedertaal of met enige kennis van
het Duits)’.
De selektie gebeurde ten dele willekeurig. Van de andere kant werd