lingslanden die onder de vorige resolutie vallen, maar ik denk toch
dat men in Spanje en Argentinië het wel vervelend vindt, en misschien wel in
alle spaanstalige landen, ik denk b.v. ook aan Mexico, om tot de
ontwikkelingslanden gerekend te worden. Dus daarom hebben we het helemaal
gescheiden gehouden.
De Voorzitter: Persoonlijk vind ik, dat wanneer deze wens uit
de Spaanstalige groep, die hier maar door twee mensen wordt vertegenwoordigd,
maar die een enorm gebied vertegenwoordigen, naar voren komt, wij die wens wel
mogen honoreren, wat natuurlijk niet de hulp aan andere landen uitsluit.
Prof. Resink: Bij deze resolutie heb ik b.v. ook gedacht aan
Brazilië, omdat zich daar immers een stuk Nederlandse cultuurgeschiedenis heeft
afgespeeld. Dan heb ik nog gedacht aan de mogelijkheid van een term als Iberisch
of zoiets, maar dat gaf toch ook aanleiding tot moeilijkheden. Maar ik
ondersteun toch wel de twee vertegenwoordigers van de nederlandistiek in
spaanstalige landen. Er is iets heel merkwaardigs, nl. dat de twee landen
waarmee Nederland in koloniale verhouding heeft gestaan, in de Nederlandse
letteren een enorme rol hebben gespeeld, dat zijn Indonesië en Spanje. Als ik de
term koloniale verhouding ook mag toepassen op de verhouding tussen Spanje en
Nederland. Maar het is ongelooflijk wat er sinds Jacobus van Looy en Albert
Verwey, Couperus en Werumeus Buning en derg. is verschenen aan door Spanje
geïnspireerde literatuur.
De Voorzitter: De vraag moet worden gesteld aan onze collega
uit Portugal of er reden voor is hier ook van de Portugeessprekende wereld gewag
te maken. Maar mag ik, voor de Heer Fabiâo aan het woord komt, nog heel even het
woord geven aan de Heer Meter?
Drs. Meter: Ik vrees dat deze resolutie die voor de
openbaarheid is opgesteld misverstanden kan wekken en het blijkt dat dit nu op
deze vergadering al het geval is. Zou het niet beter zijn te spreken van ‘landen
of cultuursferen waarmee Nederland historische banden heeft’. Dan hebben we niet
zo'n bijzondere voorkeur voor spaanstalige landen en vatten we daar eigenlijk
alle landen onder waarmee Nederland in historische en culturele betrekking heeft
gestaan.
De Voorzitter: Maar dan worden daar ook weer de landen onder
gevat die in de vorige resoluties al zijn bedoeld.
Drs. Meter: In de andere resolutie wordt gesproken over
ontwikkelingslanden en niet alle landen waarmee Nederland in betrekking is
geweest, zijn ontwikkelingslanden.
Dr. Delfos: Kan men niet inlassen: in ontwikkelingslanden ‘en
andere landen’?