De Waerheyt en Conscientie sijn Susters.
EEn Coopman in geselschap zijnde van geringen Luyden: Wierde onder haer geseyt, dat hy op syn eygen Beurs twee Schepen in zee had; waer over d'andere om de vermogentheit, hem geluckig achtede: Hy dat hoorende, seyde: Ick achte dat geluck niet, wiens Welvaren aen Touwen en Stricken hangt. Daer om sey een Schilder, ben ick een Doctor Medicijn geworden, want wat stuck ick maeckte, yder had altoos dit en dat te segghen; En mijn goet bleef onverkocht: Nu ick Medicus ben, wert mijn rekeningh onder de Dood-schulden als geprefereerde erkent: Ter Begraeffenisse wert ick voor aen gelesen: En mijn abusen gaen met den Patient sonder lasteren ter Aerden.