Indien men yder sach in 't Hart en in sijn Huys,
Men vont wel dick in plaets vreugde, leet en Kruys.
EEn Switzer siende 't verval van sijn Lantsgenooten, en datte groote Staet, het Gastmalen en andere insolentien, by de grootste alreede tot 't gebeente was in-gekroopen, waer uyt volgde een algemeene wan-betalinge: antwoorde, als men hem vraegde hoe hy in desen schurfden tijt leefde? Als de Vorsten en groote Heeren, Etende, Drinckende, ben vrolijck, en blijf elck een schuldich. Een armen Kalis antwoorde beter, die van een ander gevraegt, om dat men niet kost bedencken waer af hy leefde, antwoorde: Gy vraegt hoe ick leve, gelijck die in den Hemel, want daer en eet noch en drinckt men niet.
De Griecken hadden veel Wetten, en meer overtreders: De Romeynen veel Slaven, meer