Te veel geseyt, baert onheyl.
EEn Kleyn-smidts Jonghen te Kiel op den Omslagh met sijns Meesters Waeren ter Marct geweest zijnde, quam van daer in seker Dorp te vernachten, om na Hamborgh te reysen; den Iongen had een goede Buy, en geckende, sloeg op syn Buydel, die vol onverkochte Spijckers was, seggende: Sa vrolijck, ick heb een goede Marct gehad: Seker Bedelaer hoorden dat, dacht dien Sack ware vol gelt, maeckte sich voor uyt op den wegh, en leyde sich in em-